8 MEI, 2022 • Weekbulletin
Branchevereniging aan het woord: de Vereniging van Nederlandse Visspecialisten (VNV)
In deze serie komen de brancheleden van VNO-NCW en MKB-Nederland aan het woord. Deze week directeur Janneke Keuning van De Vereniging van Nederlandse Visspecialisten (VNV).
Vertel eens over uw branche.
‘De VNV behartigt de belangen van de Nederlandse visspecialisten, zowel de winkels als de ambulante handel op markten en vaste standplaatsen. 450 van hen hebben zich bij ons aangesloten. Dat is de helft van het totaal, maar wat betreft medewerkers 60 procent.
Ons bestuur bestaat uit vijf leden, die dat naast hun baan als ondernemer doen. Ik vervul 2,5 dag per week de rol van directeur. Als zzp’er, omdat we geen organisatie zijn die mensen in dienst heeft. Ondersteuning zoals financiële administratie en ledencommunicatie en -administratie huren we in bij de KNS, de slagersbranche. Dat past goed, want er is overlap in onze doelgroepen.’
Hoe lang bent u al directeur en wat is uw achtergrond?
‘Ik ben begonnen in september 2021 vanuit een commerciële foodachtergrond, vooral als commercieel manager bij foodindustriebedrijven. Mijn laatste functie was onderwijsmanager bij SVO, een mbo-foodopleiding. Maar de publieke sector lag me toch minder. Dus toen ik werd gevraagd voor deze rol, heb ik dat gedaan.’
Welke actuele kwesties spelen er nu voor jullie?
‘Vooral de prijsstijgingen en beschikbaarheid van grondstoffen. Sinds dit jaar wordt er in Nederland minder vis gevangen. Dat komt door Brexit en doordat kotters door de hoge olieprijzen minder vaak uitvaren. De vis die wel wordt gevangen is duurder. Door de oplopende energieprijzen stijgen ook de prijzen van verpakkingsmaterialen. De Oekraïneoorlog heeft de situatie alleen nog maar verslechterd. We maken veel gebruik van zonnebloemolie en veel Alaska pollak, grondstof voor kibbeling, komt deels uit Rusland. Verder hebben we, zoals zoveel branches, een personeelsprobleem.’
Wat zijn belangrijke lobbypunten?
‘We lobbyen niet direct zelf. Sinds we dit jaar lid zijn geworden van MKB-Nederland, zitten we in de commissies voor de commerciële retailsector zoals de Winkelraad, het Retailplatform en de commissie Ondernemerschap. We zijn blij met wat er is bereikt, zoals het behouden van afstortmogelijkheden van contant geld.’
Waarom zijn jullie lid van MKB-Nederland?
‘In de coronacrisis hebben we er veel profijt van gehad dat de winkels open mochten blijven, dat hebben VNO-NCW en MKB-Nederland voor elkaar gekregen. Dan is het wel zo solidair om ons aan te sluiten. We denken dat MKB-Nederland veel voor ons kan gaan betekenen.’
Hoe ziet u de toekomst van uw branche?
‘Het is belangrijk dat de branche meebeweegt met de consumententrends. We zien toenemende aandacht voor gezondheid, waar vis goed in past. Ook willen consumenten steeds meer gemak. Visspecialisten maken nog niet allemaal die keuzes in hun assortiment. Maar we verwachten wel dat ze steeds meer traiteurconcepten gaan ontwikkelen. De hoge prijzen creëren de urgentie om meer margerijke producten te gaan verkopen waaraan consumenten behoefte hebben.
Maar vooruitkijken is lastig. Drie jaar geleden zouden we gezegd hebben dat versspecialisten op hun retour zijn, maar de coronacrisis heeft de markt op zijn kop gezet. Het heeft voor ons goed uitgepakt, behalve voor leden die aan de horeca leverden. Omdat mensen niet meer uit eten konden, besteedden zij veel bij visspecialisten. Die hoge omzetten zijn nu weer aan het afkalven.’
Hoe ziet u de toekomst van de branchevereniging in het algemeen?
‘Ik denk dat we meer moeten doen dan de lobby en wettelijke dingen regelen. Ondernemerschap laten zien: met andere partijen inkoop organiseren, commerciële acties opzetten en individuele leden helpen met rendementsverbetering. En daarnaast meer samenwerken. Aan de voorkant zijn de winkels anders, maar aan de achterkant moet iedereen cao’s afsluiten, RI&E’s regelen en een ledenadministratie voeren. Het is zonde als ieder dat voor zich doet. Ik verwacht dan ook toenemende integratie.’
Met welke branchedirecteur zou u weleens een dag willen ruilen?
‘Met Patricia Hoogstraten van het Vakcentrum. Die hebben diverse branches onder zich en doen veel aan lobby. Ik zit nog niet zo lang op mijn plek, dus van haar zou ik kunnen leren wat een branchevereniging meer kan betekenen dan wij nu doen.’