2 DEC, 2020 • 20-139/TE/LvW/IT/AW/dt

IMVO en het belang van Multi-stakeholder initiatieven, gezamenlijke brief aan de VC van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van de Tweede Kamer

Geachte Kamerleden,

 

Op 8 december a.s. voert de commissie BHOS een notaoverleg over Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen met minister Kaag. Aan het nieuwe IMVO-beleid van de minister Kaag ligt o.a. het SER-advies Samen naar duurzame ketenimpact ten grondslag. In de afgelopen jaren is in Nederland veel ervaring opgedaan met de implementatie van de OESO-richtlijnen en UN Guiding Principles onder andere via sectorconvenanten. Hierdoor is een beter beeld verkregen van waar bedrijven in de praktijk tegen aan lopen als ze echt aan de slag gaan met het due diligence proces. Dit is geen reden om minder inspanning te leveren, maar juist een aansporing om de ambitie te verhogen. Het nieuwe IMVO-beleid van de minister zet daarop in, maar graag vragen FNV, CNV, VNO-NCW en MKB-Nederland uw aandacht voor de volgende aanbevelingen – in lijn met genoemd SER-advies – die het IMVO-beleid versterken en deze mee te nemen tijdens het debat.

 

In het kort gaat het ons om de volgende punten:

  • Ondersteun de IMVO-Convenanten financieel en met overheidsinbreng; pak daar de regie en draag er samen (met ook maatschappelijke organisaties) zorg voor dat er de komende jaren meer impact ter plaatse kan worden gemaakt.
     
  • Zorg voor een goede financiële borging van de IMVO-convenanten tijdens de ontwikkeling van wetgeving en nieuwe vormen van sectorale samenwerking. Het is van belang dat we zorgen voor een stevige beleidsbasis met financiële dekking van deze IMVO-convenanten.
     
  • Ontwikkel een visie op de toekomst van sectorale samenwerking, op basis van de lessen van de evaluaties van de convenanten en breng deze in de praktijk in de lopende convenanten en nieuwe sectorale samenwerking. Blijf als partner investeren in sectorale samenwerking. Houd bij het honoreren van de ondersteuning van sectorale samenwerkingsinitiatieven de criteria aan die de SER formuleerde in 2014, deze sluiten aan bij de inhoud en aanbevelingen van de OESO-Richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen en de United Nations Guiding Principles (UNGP’s).
     
  • Geef opvolging aan de aanbevelingen van het IOB, het KIT en het SER-advies Kansen pakken en risico’s beheersen. Zet daarbij in op het verzamelen van meer informatie en data wat betreft due diligence in de keten, ook om voortgang te monitoren op het gebied van de Sustainable Development Goals en door specifieke indicatoren voor internationaal MVO te ontwikkelen.
     
  • Stimuleer en maak ook in financiële zin ruimte voor de ondersteuning van een beter gerichte sectorale sociale dialoog ter plaatse, zodat partners in productielanden on the ground gerichter betrokken worden.
     
  • Rol de convenantaanpak op Europees niveau uit en zoek als overheid samen met sociale partners Europese partijen waarmee samengewerkt kan worden. De uitwerking van de OESO-richtlijnen en UNGP’s is ingewikkelder dan het formuleren van een wet. Regelgeving is alleen bij een gedegen aanpak en uitwerking zinvol.

Achtergrond
FNV, CNV, VNO-NCW en MKB-Nederland doen een beroep op u om er bij minister Kaag op aan te dringen om de financiële ondersteuning van de IMVO-convenanten zeker te stellen voor de aankomende beleidsperiode. De opzet en ondersteuning van de convenanttafels voldoet aan de criteria zoals gesteld in het SER-advies van 2014, zie ook het SER-advies IMVO-convenanten. Dit advies is indertijd door de Nederlandse overheid omarmd en heeft aan actualiteit niets ingeboet. Sectorale samenwerking behoort in welke vorm dan ook aan de in dit advies geformuleerde criteria te voldoen, omdat deze aansluiten bij de OESO-Richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen. Wij pleiten er eveneens voor dat de Nederlandse overheid partij blijft bij het vormgeven van IMVO-convenanten, en als lidstaat van de OESO en de VN aan deze tafels meer regie neemt om de implementatie van de OESO-Richtlijnen en de UNGP’s door overheid en bedrijfsleven zeker te stellen.

 

Een zorg die bij IMVO-convenantpartijen leeft en ook in het KIT-rapport wordt verwoord, gaat over de onvoldoende betrokkenheid van sociale partners in het zuiden, “on the ground”. Eén van onze voorstellen is daarom dat de Nederlandse overheid ook de sectorale sociale dialoog ter plaatse helpt stimuleren: de dialoog tussen brancheorganisaties en sectoraal georganiseerde werknemersorganisaties en NGO’s. Een goed gerichte sectorale, sociale dialoog zou één van de toe te voegen criteria kunnen zijn waar het gaat om de toekomstige ondersteuning van IMVO-convenanten. Daarnaast zien wij nog kansen voor een Europese uitrol van de multi-stakeholderaanpak zoals de IMVO-convenanten nu stimuleren en faciliteren. Het is zinvol om ook daarvoor financiën ter beschikking te stellen. Met het ontwerpen en invoeren van (inter)nationale wetgeving zijn we er immers niet. De uitwerking ervan in multi-stakeholderverband is nu en straks naar alle waarschijnlijkheid de grootste uitdaging.

 

Met vriendelijke groeten,

 

Tuur Elzinga
Vicevoorzitter FNV
Guusje Dolsma
wnd directeur Beleid
VNO-NCW en MKB-Nederland
Anneke Westerlaken
Bestuurslid CNV

 


Cc.: de minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, mevr. S.A.M. Kaag

imvo (internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen)