22 AUG, 2019 • Actueel
10 vragen over het Pensioenakkoord: hoe nu verder?
Voor iedereen die zich al rijk (of juist arm) rekent vanwege het Pensioenakkoord, we zijn er nog niet. De komende maanden buigen tal van werkgroepen zich over de concrete uitwerking van alle afspraken. Spoiler: het gaat echt nog wel even duren voordat we allemaal over zijn naar een nieuw pensioencontract.
Hoera, er is eindelijk een pensioenakkoord. Kan het nieuwe systeem nu meteen ingevoerd worden?
Ha, was het maar zo eenvoudig. Voor we zover zijn, moet er namelijk nog heel veel gebeuren. Werkgevers, vakbonden en kabinet zijn het eens zijn geworden over hoe het nieuwe pensioenstelsel eruit moeten komen te zien (begrijpelijker en persoonlijker) en wat dat betekent voor de AOW-leeftijd (minder snel omhoog) en voor mensen in zware beroepen (maatwerk om eerder uit te treden). Maar hoe we precies van a naar b komen is nog niet uitgewerkt.
In 2022 zou het allemaal moeten staan
Wanneer krijgen werkgevers en werknemers dan echt met het pensioenakkoord te maken?
Als het goed is in 2022: dan zou het allemaal moeten staan. Omdat er ongeveer 1,5 jaar nodig is om alle benodigde wetgeving in te voeren, betekent dit dat in de eerste helft van 2020 duidelijkheid moet zijn over alle technische, juridische en financiële details. Daarvoor worden op dit moment tal van werkgroepen ingesteld die alles uit moeten werken. Bijvoorbeeld hoe de afschaffing van de doorsneesystematiek (jonge deelnemers ‘subsidiëren’ nu oudere deelnemers) in het vat gegoten moet worden (om compensatie te regelen voor de groep tussen 40 en 55 jaar). En hoe je de bestaande contracten over kunt zetten naar de nieuwe contracten.
Een eerste reactie op het pensioenakkoord, maar nog steeds actueel:
En als die werkgroepen daar niet uitkomen?
Er komt een stuurgroep met vertegenwoordigers van kabinet, werkgevers en werknemers en andere deskundigen die de uitkomsten van al die werkgroepen gaat toetsen op de uitgangspunten van het pensioenakkoord. Zo moet er voldoende compensatie komen voor deelnemers die er door het afschaffen van de doorsneepremie op achteruit zouden gaan. En het moet een kostenneutrale overgang worden: er moet dus getoetst worden of de hele transitie lukt met de middelen die daarvoor beschikbaar zijn. Volgens de macroberekeningen die al zijn gemaakt, zou het nieuwe systeem genoeg voordelen moeten opleveren om deelnemers erop vooruit te laten gaan. Of dat ook geldt voor alle verschillende soorten contracten moet nu uitgezocht worden.
Wat gebeurt er als er binnen een bepaalde pensioenregeling toch groepen op achteruit gaan?
In theorie zou dat dan betekenen dat óf de premies omhoog moeten óf de pensioenopbouw lager wordt. In het Pensioenakkoord is echter afgesproken om het daar niet in te zoeken. In de praktijk zal dit waarschijnlijk dus opgelost worden door wat langer de tijd te nemen voor de transitie naar het nieuwe systeem. Die overgangssituatie zal sowieso een flinke tijd in beslag nemen: zeker een jaar of tien, maar in sommige gevallen kan het ook wel dubbel zo lang duren.
Bij verzekerde regelingen is geen sprake van een pot geld van waaruit je kunt herverdelen
Maar als er zolang nodig is, wat gebeurt er dan met werknemers die vóór die tijd met pensioen gaan?
Geen paniek, jaargangen die het eerst met pensioen gaan zullen dan ook het eerst gecompenseerd worden. Voor andere deelnemers maakt dat niet uit, als ook zij maar voldoende gecompenseerd zijn tegen de tijd dat ze met pensioen gaan. Het nadeel van zo’n lange overgangstermijn is wel dat je dan dus ook lang moet wachten op de voordelen van de nieuwe systematiek.
En als een bedrijf nu pensioen aanbiedt via een verzekeraar in plaats van een pensioenfonds?
Ook verzekerde regelingen zullen over moeten naar de nieuwe systematiek met pensioenpremies die niet langer leeftijdsafhankelijk zijn. Het voordeel daarvan is dat oudere werknemers daardoor in de toekomst niet langer veel duurder voor werkgevers zijn dan jongere werknemers. Het nadeel is dat er wel eerst voor de huidige deelnemers een overgangsregeling met compensatie moet komen. Dat zal alleen maar heel geleidelijk kunnen gebeuren, omdat er bij verzekerde regelingen geen sprake is van een pot geld van waaruit je kunt herverdelen. Ook hier heb je het dan al snel over een periode van vele jaren.
Als er niets gebeurt, wordt de druk op de pensioenpremies steeds groter
Wat gebeurt er als een werknemer tussentijds een nieuwe baan krijgt en dus overstapt naar een andere pensioenregeling?
Ja, dat is nog wel een dingetje. Als het tempo van de transitie bij verschillende regelingen anders ligt, zou je gevallen kunnen krijgen waarbij iemand dubbel gecompenseerd wordt of juist te weinig. Afgesproken is dat mensen wel mobiel moeten kunnen blijven op de arbeidsmarkt. Hoe de compensatie bij overstap gaat verlopen, is een van de vele dingen die nog nader uitgewerkt moeten worden in de werkgroepen.
Waarom is er verzwegen dat het minder snel stijgen van de AOW-leeftijd gevolgen heeft voor de hoogte van de pensioenen?
Dit is niet verzwegen en ook zeker niet vergeten tijdens de onderhandelingen over het Pensioenakkoord. Het is nu eenmaal zo dat als je eerder stopt met werken je ook je minder lang aanvullend pensioen opbouwt en er tegelijkertijd langer van geniet en dit dus gevolgen heeft voor de hoogte van de pensioenuitkering. Dat betekent dat pensioenfondsen een herberekening moeten maken van de pensioenuitkeringen. Een vergelijkbare herberekening is gemaakt toen de pensioenleeftijd omhoog ging van 65 naar 67 (maar toen dus de andere kant op). Voor de lagere inkomens voor wie het aanvullend pensioen een kleiner deel van het inkomen na pensioen vormt, zijn de gevolgen overigens veel beperkter dan voor de wat hogere inkomens.
Het huidige systeem maakt oudere werknemers extra duur
Zijn er zaken waarop het pensioenakkoord de komende jaren nog kan stuk lopen?
De uitwerking is nog behoorlijk complex en er komen zeker nog stevige vraagstukken. Zoals het wijzigen van de opgebouwde rechten en of je die eigenlijk wel mag invaren in een nieuw contract. En wat het betekent voor bijvoorbeeld de ict-aanpassingen en administratie van pensioenuitvoerders. Dit zijn zaken die nog heel goed uitgezocht moeten worden.
Het is enorm ingewikkeld allemaal: wat schieten werkgevers en werknemers er nou eigenlijk mee op?
Het is inderdaad een hoop gedoe en de voordelen zien we pas op de lange termijn. Maar je kunt het ook omdraaien: als er niets gebeurt, zorgt de vergrijzing ervoor dat de druk op de pensioenpremies steeds groter wordt. Omdat de premies al zo hoog zijn, zal de pensioenopbouw lager moeten worden en zullen jongeren en toekomstige generaties een stuk minder pensioen gaan opbouwen. Dat betekent dat pensioen als arbeidsvoorwaarde steeds verder wordt uitgehold. Ook biedt het oude systeem maar weinig individuele keuzes terwijl daar wel steeds meer behoefte aan is. In het nieuwe systeem wordt de pensioenregeling dus een aantrekkelijker arbeidsvoorwaarde. Last but not least maakt het huidige systeem oudere werknemers extra duur. In het nieuwe systeem wordt de arbeidsmarkt niet meer op die manier verstoord. Ook voor zzp’ers is er goed nieuws: later in je leven voor jezelf beginnen wordt een stuk aantrekkelijker.
Op de hoogte blijven van onze leukste verhalen?Schrijf je dan gratis in voor onze nieuwsbrief.
Hoe zit het met de kortingen op de pensioenen?Het feit dat er al jarenlang nauwelijks geïndexeerd en soms zelfs gekort moet worden op de pensioenen was één van de redenen om tot een nieuw stelsel te komen. In het Pensioenakkoord zijn versoepelingen afgesproken waardoor minder snel en minder hard hoeft te worden ingegrepen. In het huidige stelsel is het mogelijk dat fondsen al moeten korten bij een dekkingsgraad onder de ca. 105 procent. In het nieuwe stelsel is dat pas bij dekkingsgraden onder de 100 procent. Vooruitlopend op het nieuwe stelsel is afgesproken dat de grens van 100 procent ook al in de komende jaren geldt. Dat betekent dat fondsen die boven de 100 procent zitten nu niet hoeven te korten en fondsen die daaronder zitten maar tot 100 procent hoeven te korten. Dat is goed nieuws, vooral voor gepensioneerden die een korting direct in de portemonnee voelen.
Toch valt niet uit te sluiten dat er wel gekort moet worden. Immers als dekkingsgraden onder de 100 procent liggen, bestaat het risico dat fondsen zonder maatregelen steeds verder wegzakken. Om zwaardere ingrepen te voorkomen en de overgang naar een nieuw stelsel niet te bemoeilijken, zal in een aantal situaties dus toch alvast moeten worden gekort.
Neem bijvoorbeeld Pensioenfonds ABC. Dat heeft op 31 december een dekkingsgraad van 101 procent én heeft al vijf aaneengesloten jaren een dekkingsgraad onder de 105 procent. In het huidige stelsel moeten in dat geval de komende 10 jaren de pensioenen van deelnemers en gepensioneerden worden verlaagd met 0,4 procent per jaar. Door de afspraken uit het Pensioenakkoord hoeft in deze situatie niet te worden gekort.Pensioenfonds XYZ heeft op 31 december een dekkingsgraad van 97 procent én heeft al vijf aaneengesloten jaren een dekkingsgraad onder de 105 procent. In het huidige stelsel moeten in dat geval de komende 10 jaren de pensioenen van deelnemers en gepensioneerden worden verlaagd met 0,8 procent per jaar. Door de afspraken uit het Pensioenakkoord is dat maar 0,3 procent per jaar.
Handig: de wekelijkse Forum-alert
Meld je aan voor de nieuwsbrief en ontvang de gratis updates.