Deze man moet zorgen dat Rotterdamse industrie geen fossiel wordt

16-11-2016

Jaap Hoogcarspel is als clustercommissaris aangewezen om de Rotterdamse industrie tot (geen woorden maar) daden aan te zetten. Het havengebied moet de slag van fossiel naar duurzaam maken. Anders kunnen de bedrijven wel opdoeken. ‘Ik ben een oliemannetje.’

 

Wat doet een clustercommissaris eigenlijk?

‘Die vraag krijg ik wel vaker. Ik stimuleer bedrijven in het Rotterdamse havengebied en de Moerdijk om samen te werken op het gebied van energie-efficiency en verduurzaming. En ik praat met de overheid om de regelgeving daarvoor te versoepelen.’

 

U zegt oud-collega’s wat zij moeten doen?

‘Nou, niet móet. Ik heb geen zak geld of macht. Zie mij als een oliemannetje, iemand die zorgt dat alles in beweging komt. Dat betekent duwen, enthousiasmeren en, als het nodig is, de overheid erbij halen.’

 

Wanneer haalt u die overheid erbij dan?

‘Ik vind dat je de overheid alleen lastig moet vallen als het bedrijfsleven het zelf niet kan én als er publiek draagvlak voor is, want het gaat toch om belastinggeld. In het geval van bijvoorbeeld een warmtenet zou je kunnen denken aan een staatsbedrijf dat voor de infrastructuur en het transport zorgt, vergelijkbaar met het stroom- en gasnet. De handel in warmte is voor private partijen.’

‘Daarnaast kan de overheid regels veranderen die het uitruilen van energiestromen en afval bemoeilijken. Als je nu als bedrijf het afval van een ander bedrijf als grondstof gebruikt, word je meteen gezien als afvalverwerker, met alle verplichtingen die daarbij horen.’

 

Lukt het duwen al een beetje?

‘Het is niet zo dat bedrijven hiervoor helemaal niets deden aan het samenwerken met de buren. Er bestaan al decennia afspraken om bijvoorbeeld stroom en stoom centraal aan te leveren aan individuele bedrijven. Alleen moet dat nu groter en met meer partijen. Zaken die traditioneel niet tot de kernactiviteit van bedrijven behoren, zoals ook de verwerking van afvalwater en van slib, kun je het beste uitbesteden en centraliseren. Dan gaan de kosten ervan omlaag.’

 

‘Ik heb geen zak geld of macht. Ik ga duwen en enthousiasmeren’

 

Zit samenwerken niet in de genen van bedrijven dan?

‘In het havengebied gaat het veelal om operationele bedrijven, die vooral bezig zijn met volume draaien en op tijd leveren. De houding was lang naar binnen gericht: mijn bedrijf reikt tot het hek en problemen los ik zelf op. Ze moeten zich nu meer op de wereld om hen heen richten. Uiteindelijk beslissen ze wel zelf of ze investeren in energieprojecten.’

 

Veel bedrijven hebben hun hoofdkantoor elders. Bereikt u die wel?

‘Tot dusver doe ik zaken met de leiding van de Rotterdamse vestiging. De ervaring is dat het hoofdkantoor doorgaans bepaalt hoe hoog de lat ligt in termen van rendement. Veel energieprojecten scoren nu niet hoog vanwege de lage energieprijs en de ruime beschikbaarheid van CO2-emissierechten.’

‘Aan de andere kant zie ik dat bedrijven meer aandacht schenken aan de beperking van hun uitstoot. De industrie wil niet achterlopen en past zich aan aan de problemen van de wereld.’

 

In plaats van olie- moeten er bio-raffinaderijen komen. Wanneer staat de eerste er?

‘Theoretisch kan het binnen drie jaar, maar daarvoor heb je nu een grote private partij nodig die de kar gaat trekken, en die is er nog niet. Een bio-raffinaderij kan een springplank zijn voor een duurzaam Rotterdam, al zijn er nog wel veel onzekerheden. Technisch staat zo’n raffinaderij nog in de kinderschoenen. Van houtpallets kun je suikers maken, maar ook ethanol. Voor welk product en voor welke technologie ga je? Daarnaast is er de schaal: een kleine raffinaderij is te duur, een grote brengt veel bedrijfsrisico met zich mee. Daar zou de overheid een rol in kunnen spelen, bijvoorbeeld door zich garant te stellen voor een banklening.’

‘Overigens is in Rotterdam al het grootste biobased cluster van Europa gevormd. Er zijn al tien bio-fabrieken actief.’

 

‘de Havenindustrie was lang op zichzelf gericht’

 

De kolencentrales gaan dicht?

‘Nee hoor, die kunnen wat mij betreft blijven draaien als de afvang en opslag van CO2 van de grond komt. Hopelijk besluit de Eerste Kamer eind dit jaar tot de aanwijzing van een leeg gasveld in zee voor de opslag van CO2. Dan kan het project van start, want financieel zou er geen probleem meer moeten zijn.’

‘Mocht een nieuw kabinet besluiten om de centrales te sluiten voor kolen, dan zou dat betekenen dat het warmtenet voor het gebied tussen Rotterdam en Den Haag niet gevoed kan worden met de restwarmte van de kolenstook. Maar er zijn nog genoeg andere bedrijven met restwarmte. En de centrales kunnen wellicht worden omgebouwd voor biomassa.’

 

Wat wilt u van het nieuwe kabinet?

‘De klimaatdoelstelling voor 2050 is bepaald, maar wat ontbreekt is de weg er naartoe. Kom met een plan dat verder gaat dan de vier jaar van een kabinetsperiode. Want de terugverdientijd voor bedrijven van veel energie-investeringen duurt langer dan vier jaar. Die willen zekerheid.’

 

Wie is Jaap Hoogcarspel?Na een studie chemische technologie in Delft begon Jaap Hoogcarspel (66) in 1975 bij AkzoNobel. Vijf jaar later stapte hij over naar Shell, waar hij zeventien jaar werkte in verschillende handels- en managementfuncties, en in verschillende landen. In 1997 werd hij managing director van Air Liquide Industrie in Rotterdam. Veertien jaar later kreeg hij de functie van directeur public affairs en communicatie bij Air Liquide Benelux Industries. Vorig jaar ging hij met pensioen. Hoogcarspel is voor twee jaar benoemd tot clustercomissaris Rotterdam/Moerdijk door Havenbedrijf Rotterdam en ondernemersvereniging Deltalinqs.

 

Concurrerend clusterHet Actieplan Versterking Industriecluster Rotterdam/Moerdijk waar de clustercommissaris uit voortkomt, is ontstaan naar aanleiding van zorgen van de chemische industrie. Die concludeerde een paar jaar terug dat concurreren tegen de goedkope Amerikaanse energieprijzen steeds lastiger wordt. Het antwoord: efficiënter omgaan met de eigen energie en verduurzamen.