Duurzaamheid op zijn Amerikaans: wat kunnen wij leren van Joe Biden?

26-06-2023

Europa – en misschien wel de wereld – was met stomheid geslagen toen de VS eind 2022 plotseling het verduurzamingspakket IRA met honderden miljarden dollars presenteerden. In naam tegen inflatie, maar eigenlijk gericht op vergroening en vol steunmaatregelen voor Amerikaanse bedrijven. Inmiddels is het stof neergedaald en is duidelijk waar Europa een tandje bij kan zetten.

 

Bijna vanuit het niets lanceerde de Amerikaanse president Joe Biden eind 2022 het mega-steunplan IRA, Inflation Reduction Act. Daarmee komt hij de duurzaamheidsbeloftes na die hij tijdens zijn verkiezingscampagne deed. Het is een bonte verzameling subsidies en belastingvoordelen die ervoor moet zorgen dat bedrijven afscheid nemen van gas en kolen. Sinds dit jaar al is daarvoor een fonds van 370 miljard dollar (335 miljard euro) beschikbaar voor investeringen in verduurzamingsinitiatieven. Denk daarbij aan de bouw van accufabrieken, elektrische voertuigen en het aanleggen van waterstofinstallaties. Om te zorgen dat bedrijven afstappen van fossiele energie en hun machines niet meer te laten draaien op kolen en gas, worden ze zo aan­gemoedigd om bedrijfsprocessen te elektrificeren. Ook verrijzen er door het hele land zonneparken en wordt het elektriciteitsnetwerk uitgebreid. Daardoor kunnen ondernemers in de VS hun geëlektrificeerde bedrijf ook daadwerkelijk aansluiten op het net. Zo’n 60 miljard dollar gaat naar belastingvoordelen voor mensen die een elektrische auto kopen of hun woning energiezuinig maken met isolatie, zonnepanelen of warmtepompen.

 

Waarom is dat zo revolutionair?

Sowieso het bedrag: 370 miljard dollar is geen kattenpis. Daarnaast sloeg het internationaal in als een bom dat Biden in relatief korte tijd zo’n groot milieuplan door een parlement loodste waar conservatieve Republikeinen een meerderheid hebben. Zij zijn doorgaans niet enthousiast over dergelijke plannen, als ze de klimaatproblematiek al niet ontkennen. Daarom bedacht Biden een list: groen moet in de VS gepaard gaan met meer werk voor Joe Sixpack, de Amerikaanse fabrieksarbeider. Die heeft het moeilijk door concurrentie uit de EU en vooral uit China en andere Aziatische landen. Dat is een stokpaardje van de Republikeinse Partij waar Biden succesvol op inspeelde. Alleen al wind op zee zal volgens Biden 77 duizend banen opleveren. Voor het banenplan is ook een subsidiepakket van 270 miljard opgetuigd. Dat verplicht bedrijven om elektrische auto’s en veel andere duurzame producten zoals zonnepanelen of windmolens (deels) in de VS te produceren als ze van die subsidie gebruik willen maken.

 

'Joe Biden komt de duurzaamheidsbeloftes van zijn campagne na'

 

Daarmee zijn we bij het derde punt dat niemand verwachtte van een Democratische president: zo’n onversneden air van protectionisme. In Europa maakt dat politici ongerust. Zij vrezen dat bedrijven investeringen in duurzame producten van de EU naar de VS verplaatsen. Als een Amerikaanse elektrische auto een minimum aan Amerikaanse onderdelen moet hebben, bijvoorbeeld de accu, en voor een Europese auto is de productielocatie om het even, dan is het interessanter om in de VS te produceren.

 

Wortel

Op sommige punten lijkt de IRA een wortel die goed werkt. Al snel na de introductie kondigden de eerste accufabrikanten (zoals Tesla) aan hun plannen voor grote fabrieken in de EU even in de ijskast te zetten om een overstap naar de VS te onderzoeken. In Nederland liep een overeenkomst tussen autobouwer VDL Nedcar en het Amerikaanse bedrijf Rivian daarom spaak. Rivian gaat zijn elektrische voertuigen nu in de VS bouwen om gebruik te maken van IRA-subsidies. Werknemers van VDL Nedcar vrezen voor hun baan. Een grote uittocht zet dus niet alleen de Europese verduurzaming op het spel, belangrijke technieken en werkgelegenheid worden zo verplaatst naar de VS.

 

Vanwaar de Europese onrust?

Het Amerikaanse steunpakket gaat meteen helemaal los. Al een kwartaal na de aankondiging, is het in werking. En hoe. Voor wind op zee is door de Amerikaanse regering een plan opgetuigd om de bestaande 0,1 gigawatt die op open zee wordt opgewekt, in 2030 verdriehonderdvoudigd te hebben tot 30 gigawatt. Niet de hoeveelheid gigawatt is interessant, de plannen van de EU zijn vele malen groter (zie het kader over de Europese IRA), maar wel de schaal van de versnelling. Europa wil in diezelfde periode het aantal gigawatts uit windparken ver-25-voudigen. ‘In Amerika pakken ze groter uit en lijken ze meer snelheid te maken’, zegt Pieter van Oord, ceo van Van Oord, dat zich onder andere bezighoudt met baggeren en dienstverlening aan de offshore-industrie. ‘De politieke ambitie om te verduurzamen is in de EU torenhoog, maar die urgentie vertaalt zich niet in daden. Er wordt steeds een klein postzegeltje aangewezen voor wind op zee. En wat heb je daar aan als Tennet geen kabel door de duinen ernaartoe mag leggen omdat het bedrijf procedures moet volgen die jaren duren?’ Ter illustratie, een nieuwe hoogspanningslijn aanleggen kost nu tien jaar. Minstens.

 

'Groot denken, snel handelen: dat moet Europa ook kunnen'

 

Wat kunnen wij daarvan leren?

Groot denken, snel handelen, langetermijnplannen maken en uitgaan van een goede business case zodat investeren in duurzaamheid voor bedrijven financieel aantrekkelijk is. Dat zijn de vier dingen die de EU kan leren van de VS. Het is nu niet aantrekkelijk voor ondernemingen om binnen de EU-grenzen te investeren in verduurzaming, zeker niet in Nederland. Elke euro die bedrijven hier investeren, rendeert 42 keer beter in de VS en 24 keer beter in andere EU-lidstaten. ‘Europese politici denken vaak aan dingen verbieden als ze iets willen veranderen’, zegt Van Oord. Hij ziet dat de Amerikanen juist gewenste activiteiten van bedrijven stimuleren en daar succes mee hebben. ‘Als je in de raad van bestuur zit van Volkswagen en moet kiezen of je een fabriek wilt bouwen in Europa of de VS, dan is Amerika wel heel aantrekkelijk door de subsidies van Biden. Brussel moet dus per sector kijken hoe ze bedrijven kan steunen die ze belangrijk vindt voor de Europese verduurzamingsdoelstellingen.’

Geld is daarbij niet zaligmakend. De plannen van de EU zijn zeker niet minder groots dan die van de VS. Ook aan de Green Deal van Eurocommissaris Frans Timmermans uit 2019 hangt een enorm prijskaartje: 800 miljard euro. Alleen, het plan is al vier jaar oud en nog steeds serveert de Europese Commissie er stukken en brokken van. Als over elk brokje een discussie ontstaat in 27 lidstaten, schiet het niet op. Europa moet aanpakken, vindt Van Oord. ‘Waarom maakt de EU niet één wet die de urgentie van verduurzaming omvat? Na de bankencrisis kregen we in 2010 de crisis- en herstelwet om procedures voor aanleg van infrastructuur te versnellen. Die werkt heel goed. Maak zo’n spoedwet ook voor het vergroenen van Europa.’

 

Hoe kunnen we de VS bijbenen?

Als Europese landen de VS bij willen houden, of beter nog, een voorsprong willen opbouwen, dan moeten ze nu al goed inspelen op toekomstige ontwikkelingen. Het heeft namelijk geen zin om de Noordzee vol te stoppen met windmolens als er geen opslagmogelijkheden zijn voor de opgewekte stroom. En waterstofleidingen aanleggen door Europa is betrekkelijk zinloos als niet meteen gewerkt wordt aan de opslag- en de afnamepunten.
‘De situatie is dringend, maar er is best tijd om een goede langetermijnstrategie te bedenken’, benadrukt Gert Jan Kramer, voorzitter van het Sustainable Industry Lab en hoogleraar Sustainable Energy Supply Systems aan de Universiteit Utrecht. ‘Overhaast van alles afschaffen of stimuleren is geen goed plan. Het Europese eindpunt voor CO2-verlaging ligt in 2050; neem die tijd en gebruik dit decennium om een groene industriestrategie op te stellen. Daarin kun je uitwerken wat er nodig is om de industrie te verduurzamen, welke technieken je nodig hebt en wanneer. Wind- en zonne-energie vermindert al veel stikstofuitstoot, en stelt bedrijven in staat om door elektrificatie te vergroenen. Daar kunnen we voor nu mee vooruit. In het volgende decennium moeten we de elektrolysers klaar hebben die echt grootschalig waterstof omzetten in stroom. De EU zet hier juist voor nu al fors op in. Ik denk dat dat te vroeg is. Die elektrolysers zijn er nog niet en er is ook nog geen overschot van groene stroom die je kunt gebruiken om duurzaam waterstof te maken.’

 

Op de hoogte blijven van onze beste artikelen? Schrijf je dan gratis in voor onze nieuwsbrief.