Neste zoekt in afval naar (meer) onafhankelijkheid

12-06-2024

Koolzaad, oliën en vetten: het Finse oliebedrijf Neste maakt er brandstof van. Allemaal om niet afhankelijk te zijn van olie. Nu investeert het miljarden in een nieuwe raffinaderij voor biobrandstoffen op de Tweede Maasvlakte.

 

Stel: er breekt oorlog uit, de aanvoer van aardolie stopt en benzine en diesel raken op. Kan het land dan nog vooruit? Die rekensom maakten Finse militairen een jaar of vijftien geleden, lang voordat een lidmaatschap van de NAVO aan de orde was. Met Rusland als buurman was dat geen loze gedachteoefening. Nieuw was dat het nationale oliebedrijf Neste toen was begonnen met het op grote schaal produceren van biodiesel uit plantaardige olie. 

‘Dat gebeurde op basis van een nieuwe technologie, die in eigen huis was ontwikkeld en toen naar de markt werd gebracht’, vertelt Bart Leenders, die vlak erna in dienst trad bij Neste. Zijn nieuwe collega’s waren niet zonder trots over de uitkomst. ‘Met onze technologie had Finland zelf voldoende productiecapaciteit om zonder import van aardolie de vitale functies van het land aan de praat te houden.’

 

Speelbal

Bart Leenders dist de rekenkundige vingeroefening met smaak op. Hij werkt nu ruim tien jaar voor Neste en zit niet alleen in de raad van bestuur van het Finse bedrijf, en is naast de Nederlandse operatie ook verantwoordelijk voor R&D. Finland ligt ingeklemd tussen twee grootmachten, Zweden en Rusland. 'Dat loopt als een rode draad door de Finse geschiedenis.’ 

Van 1249 tot 1809 viel het gebied onder Zweeds bestuur, tot de Russen binnenvielen en de macht overnamen. Dit duurde tot het einde van de Eerste Wereldoorlog. Na WOII bleef het land onafhankelijk, het werd bijvoorbeeld geen lid van de NAVO. Wel bouwde het een groot leger op. Leenders: ‘Energiezekerheid is ook een vorm van strategische autonomie, dat thema zit in het dna van Neste.’ 

Daarom is biobrandstof allang een aandachtsgebied voor het bedrijf. Voor energiezekerheid wordt steeds vaker biobrandstof ingezet: nadat Neste​ in de jaren negentig werd​ geprivatiseerd, is het bedrijf zich gaan specialiseren in renewables

Nu is het wereldmarktleider op het gebied van biobrandstoffen, dankzij een aantal uitvindingen om reststoffen om te zetten in nieuwe brandstoffen. De chemische samenstelling van de brandstoffen is gelijk aan die van de normale, alleen is de CO2-voetafdruk 80 tot 90 procent lager.

Bart Leenders (directeur Nederland bij Neste): ‘Een kwart van de kerosine die op Schiphol wordt gebruikt, kunnen wij fossielvrij maken’
Bart Leenders (directeur Nederland bij Neste): ‘Een kwart van de kerosine die op Schiphol wordt gebruikt, kunnen wij fossielvrij maken’

Maasvlakte

Energiezekerheid betekent: niet op één paard wedden, of dat nu olie uit Rusland is of aardolie in het algemeen. Het betekent: wendbaar zijn, door innoveren. Inmiddels komt 70 procent van de winst uit biobrandstoffen, maar het bedrijf raffineert ook nog steeds aardolie. Op de Maasvlakte investeert Neste miljarden in een nieuwe raffinaderij voor biobrandstoffen.​ ‘Die is niet alleen van strategisch belang voor ons bedrijf, maar ook voor de Nederlandse economie’, zegt Leenders. ‘Hoe meer grondstoffen je kunt verwerken tot brandstoffen, hoe groter je onafhankelijkheid van bijvoorbeeld olielanden.’ De fabriek in Rotterdam maakt naast brandstoffen ook basismateriaal voor plastics, uit plastic afval. 

 

‘Opschalen testen we in Nederlandse minifabriekjes’

 

Leenders is binnen de raad van bestuur van Neste verantwoordelijk voor onderzoek en ontwikkeling. Hij schetst hoe ook in de ontwikkeling van biobrandstoffen de zoektocht naar diversificatie voortgaat. Betere technieken, maar ook andere grondstoffen. 

‘Meer dan een kwart van de werknemers van Neste is bezig met innovatie. We gebruiken bijvoorbeeld in Nederland minifabriekjes, waar chemici onderzoeken hoe je nieuwe reststromen kunt prepareren om als ingrediënt te dienen voor biobrandstoffen. Eerst wordt een procedé getest in een ​proef​opstelling, bijvoorbeeld in een zuurkast. Als dat werkt, gaan we in die minifabriekjes testen of het schaalbaar is. Een ander voorbeeld is de kleine groene waterstoffabriek die we nu gaan testen op de Maasvlakte.’ 

 

Peper bij de noedels

Vaak gaat het dan om de vraag hoe je de aangeleverde reststromen geschikt maakt voor het raffinageproces. ‘Neem biokerosine, die maken we uit gebruikt frituurvet en andere kookoliën. Jij bakt je aardappels misschien met veel zout, een Aziatische kok doet weer meer peper bij de noedels. Onze installaties houden daar niet van, die willen schone grondstoffen. In de proefopstellingen testen we hoe we dat voor elkaar krijgen. Als dat lukt gaan we opschalen en zorgen dat deze grondstoffenstromen in productie kunnen worden genomen.’
Wendbaar blijven in de operatie, dat is het devies. ‘Dat doen we door onze technologische kennis op een flexibele, resultaatgerichte manier in te zetten. Dat betekent bijvoorbeeld: steeds blijven zoeken naar nieuwe afvalstromen die als basis kunnen dienen voor hernieuwbare brandstoffen.’

 

‘Momenteel zijn we druk bezig met onderzoeken hoe we van houtige biomassa vloeibare brandstoffen kunnen maken’, zegt Leenders. ‘Dan kun je denken aan zaagsel uit meubelmakerijen en andere houtverwerkende bedrijven. Dat afval gaat nu nog vaak de verbrandingsovens in van energiecentrales. Maar het is voor de samenleving waardevoller als we dit om kunnen zetten in vloeibare brandstoffen. Elektriciteit kun je ook met andere technieken opwekken.’

 

Niet aan de stekker

Maar een vliegtuig kan niet aan de stekker. Daarom is biokerosine (SAF, sustainable airline fuel) de nieuwste loot aan de productietak van Neste. De nieuwbouw ter waarde van bijna twee miljard euro bij Nestes raffinaderij op de Tweede Maasvlakte is grotendeels bestemd voor het opschalen van de productie ervan. ‘Een kwart van de kerosine die op Schiphol wordt gebruikt, kunnen wij straks fossielvrij maken. De productie gaat naar 1,2 miljoen ton, dan heb je het niet meer over​ druppeltjes. Tel je de capaciteit van onze nieuwe raffinaderij in Singapore daarbij op, dan heb je het over de helft van het verbruik vanaf een van de grootste luchthavens van​ Europa.’ Die extra productie komt te koop op de wereldmarkt.

 

Ecosystemen

Neste kijkt bij dat opschalen niet alleen naar hoe het bedrijf meer gebruikte olie en vetten vanuit de hele wereld naar de Maasvlakte krijgt. Het kijkt ook naar nieuwe grondstoffenstromen. ‘Meer aanbod zorgt voor een betere kostprijs. Maar het levert ook strategische voordelen op, je bent minder afhankelijk van aanbieders, en dus strategisch autonomer.’

 

Leenders denkt dat de toekomst van energievoorziening veel meer ligt in het kijken naar ecosystemen. ‘Zeker waar het gaat om circulaire economie. Wij werken bijvoorbeeld aan concepten voor het gebruiken van rotatiegewassen op het land.’ Dat zijn gewassen die de boer vroeg kan oogsten, bijvoorbeeld koolzaad, zodat in een seizoen nog een tweede teelt kan plaatsvinden op hetzelfde land. ‘Aan die rotatiegewassen kan de boer extra verdienen, het helpt om land te regenereren en wij zijn wij verzekerd van nieuwe aanvoer van grondstoffen die we kunnen omzetten naar biobrandstof en hernieuwbare grondstoffen voor de chemische industrie.’

 

‘Wendbaarheid is denk ik de sleutel van ons succes’

 

Typisch Fins?

Het is een totaal andere business dan het inkopen van ruwe olie, waar Neste na de Tweede Wereldoorlog voor werd opgericht. ‘Die wendbaarheid is denk ik de sleutel van ons ​​succes als bedrijf. Is dat typisch Fins? Dat durf ik eerlijk gezegd niet te zeggen. Maar je ziet het ook bij andere bedrijven: DSM begon met kolenmijnbouw en is nu groot in de productie van vitamines. Als je maar blijft innoveren, en wendbaar bent.’ 

 

Op de hoogte blijven van onze beste artikelen? Schrijf je dan gratis in voor onze nieuwsbrief.