Alsof ze het al niet moeilijk genoeg hebben in de crisis, de technische opleidingsbedrijven in de bouw-, infra-, metaal- en schildersbedrijven en bedrijven in installatie- en elektrotechniek. En nu doet minister Bussemaker er nog een schepje bovenop.
Per 1 januari 2014 wordt de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen (WVA) vervangen door de nieuwe Subsidieregeling Praktijkleren. Beide regelingen moeten bedrijven stimuleren om leerwerkplaatsen aan te bieden.
Maar met de invoering van deze nieuwe regeling wordt de subsidie die de praktijkleerbedrijven jaarlijks ontvangen maar liefst gehalveerd tot 200 miljoen euro.
En omdat de subsidie in de nieuwe regeling pas ruim na het einde van het (school)jaar wordt toegekend, kunnen werkgevers tot die tijd naar hun centen fluiten. Daarnaast brengt de nieuwe subsidieregeling te veel administratieve lasten met zich mee.
Onbegrijpelijk dat de minister hiervoor kiest in een tijd van toenemende jeugdwerkloosheid en een verslechterd economisch klimaat.
Nederland telt circa 150 technische opleidingsbedrijven die samen veertigduizend jongeren in loondienst hebben met een leer/arbeidscontract. Deze jongeren volgen allemaal een opleiding via de beroepsbegeleidende leerweg en krijgen de praktijkopleiding en begeleiding bij het opleidingsbedrijf.
Het bedrijfsleven investeert graag en veel in het opleiden van jongeren, maar zonder aanpassing van de nieuwe regeling zal de drempel om een leer-werkplek aan te bieden zeker voor sommige opleidingsbedrijven te hoog liggen.