10 SEP, 2015 • Omslag
Wat doet Den Haag met mijn geld?
Er lijkt jaar na jaar maar weinig te veranderen in de rijksbegroting. Tot je al die Miljoenennotas naast elkaar legt
bbp 8,4 miljard euro
overheidsuitgaven 3 miljard euro
sociale zekerheid 5 procent bbp
zorg 1 procent bbp
overheidsinvesteringen 9 procent bbp
1950: De tijd van de opbouw
‘Bij het eerste lustrum na de bevrijding getuigt de situatie in Nederland van de veerkracht waarmee ons volk door alle teleurstellingen en tegenslagen heen vele gevolgen van oorlog en bezetting te boven wist te komen’, zegt koningin Juliana in de Troonrede van 1950. ‘De bevordering van de industrialisatie, die tot nog toe niet onbevredigend verloopt, blijft een kernpunt van de economische politiek.’ De uitgaven aan de infrastructuur en defensie blijven nog op peil: het land moet worden ingericht voor de toekomst en worden beschermd tegen een volgende oorlog. In de fase van de wederopbouw winnen de economische uitgaven van het kabinet (infrastructuur, onderwijs en subsidies) het procentueel nog van de ‘herverdelingsuitgaven’ (sociale zekerheid, zorg en internationale samenwerking). Dat zal tot 1963 duren, daarna zijn de rollen omgedraaid. Het sociale aandeel loopt op, terwijl het economische aandeel stationair rond 8 procent van het bbp blijft.
bbp 163 miljard euro
overheidsuitgaven 93 miljard euro
sociale zekerheid 18 procent bbp
zorg 4 procent bbp
overheidsinvesteringen 8 procent bbp
1980: Nederland is ziek
‘Economische groei heeft ons land voor het komende jaar niet of nauwelijks te verwachten’, zegt koningin Beatrix in haar eerste Troonrede. ‘Financiële armslag om de economie op te stuwen hebben we niet. Nederland komt klem te zitten. Een nog groter financieringstekort zou een noodsprong zijn.’
Nederland is ondertussen een welvaartsstaat geworden. Sociale voorzieningen als de WAO en de bijstand zijn in het leven geroepen voor mensen die arbeidsongeschikt of werkloos raken. Als zich een internationale economische crisis aandient, worden die regelingen, samen met vervroegde pensionering, ruimhartig gebruikt om overtollig personeel van de arbeidsmarkt te halen. Maar dat betekent wel dat de kosten voor de sociale zekerheid uit de hand beginnen te lopen. Langzaam groeit in de politiek het gevoel dat de grenzen van de verzorgingsstaat zijn bereikt, alhoewel de regering in 1980 nog ‘geen afbreuk wil doen aan ons stelsel van sociale zekerheid’. In 1990, als er negenhonderdduizend WAO’ers zijn, zegt premier Ruud Lubbers: ‘Nederland is ziek.’
bbp 418 miljard euro
overheidsuitgaven 189 miljard euro
sociale zekerheid 11 procent bbp
zorg 6 procent bbp
overheidsinvesteringen 9 procent bbp
2000: Alle seinen staan op groen
‘Ons land beleeft een periode van economische voorspoed’, kan koningin Beatrix melden. De stijging van het aandeel sociale zekerheid in de overheidsuitgaven is tot staan gebracht. De beleidsmix van sanering van de overheidsuitgaven, loonmatiging en lastenverlichting hebben in de afgelopen periode hun vruchten afgeworpen. Toch moet worden ingezet ‘op een verdere toename van de arbeidsparticipatie, en blijft de regering zich inspannen om het beroep op de WAO terug te dringen’. Ondertussen blijft het aandeel van de zorg groeien. Technologische ontwikkelingen maken het mogelijk om de zorg op een steeds hoger peil te brengen. De naderende vergrijzing zal de zorgkosten verder doen oplopen. En er zijn al wachtlijsten. Die worden uiteindelijk weggewerkt door de budgettering van de ziekenhuizen te vervangen door een systeem van ‘recht op zorg’.
bbp 696 miljard euro
overheidsuitgaven 305 miljard euro
sociale zekerheid 13 procent
zorg 10 procent
overheidsinvesteringen 8 procent
2015: Herverdeling of economie?
Premier Mark Rutte noemde de zorg enkele jaren geleden een ‘koekoeksjong‘ die andere uitgavenposten uit het nest duwt. Zorgminister Edith Schippers was het daar niet mee eens. ‘De zorg wás een koekoeksjong, maar is nu het beste kuikentje van de klas’, zei ze in Forum. Schippers en de recessie mogen de stijging van de kosten dan binnen de perken houden, de zorg en de sociale zekerheid zijn nog altijd de grootste uitgavenposten: 73 respectievelijk 78 miljard in de Miljoenennota van 2015. Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is met 33 miljard een goede derde. Na de daling van de overheidsuitgaven (als percentage van het bbp) tussen 1985 en 2000 is de stijging weer ingezet. Natuurlijk ook als gevolg van de kredietcrisis van 2008. Het in de hand houden van de overheidsuitgaven lijkt niet meer zo te lukken. De 50 procent komt weer in de buurt. Nu Nederland opkrabbelt uit de crisis, luidt de vraag: gaan we ons richten op het vergroten van de koek of op het verdelen van de bestaande koek?
Handig: de wekelijkse Forum-alert
Meld je aan voor de nieuwsbrief en ontvang de gratis updates.