18 DEC, 2014 • Omslag

Welke wijze weet de weg naar een beter klimaat?

Parijs is eind volgend jaar het podium van de internationale klimaattop die tot een nieuw akkoord moet leiden. Lukt dat niet, dan groeit de kans dat het misgaat met de opwarming van de aarde. Politiek, bedrijfsleven en ngo’s vechten elk op hun eigen manier tegen verslechtering van het klimaat. Wie wint?

Meer dan 190 landen kwamen de afgelopen weken in het Peruaanse Lima bijeen om de VN-klimaattop van volgend jaar in Parijs voor te bereiden. Daar moet een nieuw, ambitieus akkoord worden gesloten over vermindering van de uitstoot van CO2. De top wordt wel gezien als de laatste kans om de opwarming van de aarde te beperken tot 2 graden. Wordt het warmer, dan zijn de gevolgen onomkeerbaar, heeft het Intergovernmental Panel on Climate Change berekend.

In Parijs moet het gebeuren. Maar dat betekent niet dat de strijd tegen de verslechtering van het klimaat alleen door overheden wordt gevoerd. Ook door bedrijven en steden, en elders in de maatschappij worden initiatieven ontplooid om de uitstoot te beperken. Want ook als het niet tot een mondiaal akkoord komt, moet er íets gebeuren om verdere opwarming tegen te gaan. Anders betalen we straks allemaal de prijs van de mondiale zucht naar welvaart.

Als je het puur historisch bekijkt, belooft de klimaattop in Parijs weinig goeds. In het Japanse Kyoto kwam het in 1997 tot een akkoord, maar dat is nooit bekrachtigd door de Verenigde Staten. Landen als China en India waren er niet aan gebonden. Voor de top in Kopenhagen in 2009 waren de verwachtingen hoog gespannen, maar ‘Kopenhagen’ liep uit op een kater. De VS, China en andere landen sloten een onderonsje, en Europa had het nakijken. Harde afspraken werden niet gemaakt.

Politiek: Rituele dans?
Toch heeft het zin om volgend jaar samen te komen in Parijs, zegt Clingendael-onderzoeker Louise van Schaik. ‘Zo’n top is in elk geval een pr-event voor het klimaat. Iedereen heeft het er weer even over, het onderwerp staat op de politieke agenda.’ De insteek voor Parijs is bewust wat meer bescheiden gehouden. Elk land komt vertellen wat het doet en gaat doen aan uitstootvermindering. Daarna wordt gekeken of daar een gezamenlijke afspraak uit voortvloeit.

Goed voorteken is het onderlinge akkoord dat de Verenigde Staten en China vorige maand sloten. Dat zijn namelijk twee van de grootste uitstoters die tot dusver niets moesten hebben van bindende afspraken. Of hun akkoord zoden aan de dijk zet, is een tweede. President Obama staat politiek niet sterk in eigen land, en China zal er niet te lang van wakker liggen als het de gemaakte afspraken niet nakomt. Hoewel het wel een probleem heeft vanwege de luchtvervuiling en de burgerprotesten daartegen. Wie weet hebben de VS en China de smaak te pakken gekregen en staan ze in Parijs aan de basis van een groter akkoord. De Amerikanen en de Chinezen willen in elk geval niet weer de schuld krijgen van het mislukken van een klimaattop. De Europese Unie moet ondertussen uitkijken dat zij niet nog een keer buitenspel wordt gezet.

Bedrijfsleven: Duurzaam is handel
Bedrijven weten de weg naar Parijs volgend jaar wel te vinden. Niet omdat ze zo benieuwd zijn naar het verloop van de onderhandelingen, maar omdat zij zich op en rond de klimaattop kunnen presenteren als duurzaam bedrijf. In Parijs zullen de deelnemende landen hun kennis delen en gezamenlijk nadenken over de aanpak van het klimaatprobleem. Dan is er ook aandacht voor innovaties op het gebied van energie- en grondstoffenbesparing en maatregelen om de gevolgen van klimaatverslechtering op te vangen. Nederlandse bedrijven hebben op deze terreinen voldoende expertise. Denk maar aan de gevolgen voor de voedselvoorziening en de waterstijging, en hoe sterke Nederlandse sectoren daarin kunnen voorzien.

Verduurzaming is tegenwoordig een gegeven voor bedrijven. ‘We zijn op een punt beland dat de kosten van niets doen groter zijn dan de kosten van het actief bestrijden van de klimaatverandering’, zei Unilever-topman Paul Polman onlangs. Hij maakt met acht andere bestuursvoorzitters deel uit van de Dutch Sustainable Growth Coalition. Bedrijven hoeven volgens hem niet te kiezen tussen klimaatbeleid en economische groei. ‘Dat is een vals dilemma. Klimaatbeleid en groei kunnen tegelijkertijd gerealiseerd worden.’ En dan maakt het niet zoveel uit of er nu een klimaatakkoord komt volgend jaar. Bedrijven moeten zelf aan de slag met duurzaamheid. Besparing op energie en grondstoffen levert geld op en maakt bedrijven minder afhankelijk van het buitenland. Bovendien stelt de consument duurzaamheid steeds meer als voorwaarde. Daarbij is het wél belangrijk dat de nationale overheid geen maatregelen neemt die leiden tot verslechtering van de concurrentiepositie ten opzichte van bedrijven in het buitenland. Zo heeft handel in emissierechten voor Nederlandse energie-intensieve bedrijven alleen zin op mondiale schaal.

Ngo’s: Kom in actie
Voor ngo’s en actiegroepen zijn internationale klimaattoppen een dankbaar podium om hun boodschap te verkondigen. Daar komt van alles op af: van de milieubeweging tot vakbonden en antiglobalisten. De één wil dat er eindelijk eens concrete mondiale afspraken over CO2-reductie worden gemaakt, de ander is er alleen maar om tegen multinationals te ageren als het gezicht van het Kwaad. Toch spelen ngo’s een niet te onderschatten rol in de klimaatdiscussie. Zij zijn bedreven in het mobiliseren van de consument in de strijd tegen uitbuiting en milieuvervuiling. Een consumentenboycot is dezer dagen zo georganiseerd. Bedrijven moeten daar dus rekening mee houden en proberen allianties te sluiten met ngo’s. Zoals in Nederland is gebeurd met het Energieakkoord, dat mede ondertekend is door Greenpeace, Milieudefensie en Natuur & Milieu.

De ngo’s krijgen mogelijk ook een grotere rol volgend jaar in Parijs. Het Nederlandse kabinet is in elk geval voorstander van een grotere betrokkenheid van bedrijven, steden én maatschappelijke organisaties bij de uitvoering van een eventueel akkoord. Op die manier kan het draagvlak voor klimaatbeleid worden vergroot.

Een antiglobalist als de Amerikaanse Naomi Klein moet dat nog zien. Klimaatbeleid moet volgens haar komen van onderop, van burgers en lokale actiegroepen, zei ze onlangs toen ze Nederland aandeed.

Clingendael-onderzoeker Louise van Schaik twijfelt over de rol van de ngo’s. Een samenwerkingsverband à la het Energieakkoord zou mooi zijn, maar dat is volgens haar vooral een product van de Hollandse polder. ‘In het buitenland staan ngo’s en de gevestigde partijen veel feller tegenover elkaar.’ In Parijs zullen zo’n beetje alle Europese ngo’s zich melden, verwacht zij. Of hun protesten van invloed zijn op de onderhandelingen over een akkoord moet worden afgewacht. Maar de andere partijen – overheden en bedrijfsleven – kunnen meer niet om de macht van ngo’s en de consument heen.

VS en China: goede voorbeeld?

De Verenigde Staten en China hebben vorige maand afspraken gemaakt over vermindering van hun uitstoot. De VS beloven hun uitstoot met ruim een kwart terug te brengen in 2025 (ten opzichte van 2005). China zegt dat de eigen piek in de uitstoot in 2030 wordt bereikt en dat daarna het gebruik van fossiele brandstoffen wordt beperkt tot maximaal 80 procent van de Chinese energiemix.

De Europese Unie heeft onlangs nieuwe klimaatdoelen afgesproken: 40 procent minder uitstoot in 2030 (ten opzichte van 1990), 27 procent duurzame energie en 27 procent energiebesparing. Er zal bij de uitwerking nadrukkelijker dan voorheen worden gekeken of de VS en China ook wel wat doen.

Handig: de wekelijkse Forum-alert

Meld je aan voor de nieuwsbrief en ontvang de gratis updates.

bedrijfslevenduurzaam ondernemenduurzaamheidduurzaamheidsakkoordduurzame energieduurzame productieeconomische groeienergiebesparinggroene groeigrondstoffen