Bekoeling relatie EU-China heeft ook economische oorzaken

21-04-2023

Naar aanleiding van het bezoek van Europese Commissievoorzitter Ursula von der Leyen en de Franse president Emmanuel Macron vroeg Kantoor Brussel van VNO-NCW en MKB-Nederland Alicia García-Herrero, senior onderzoeker bij de Brusselse denktank Bruegel en buitengewoon hoogleraar aan de Hong Kong University of Science and Technology, om een update over de relatie van de EU met China.

 

Na een lange periode van betrokkenheid sinds China in 2001 tot de WTO toetrad, hebben de betrekkingen tussen de EU en China een drastische verandering ondergaan met de publicatie van een nieuwe strategische vooruitblik van de Europese Commissie. Dit markeert het begin van een nieuwe mantra waarin de nadruk wordt gelegd op concurrentie, en zelfs rivaliteit, naast het aloude idee van partnerschap dat de betrekkingen tussen de VS en China twee decennia lang heeft gedomineerd.

 

Veel analisten, met name EU-deskundigen in China, geven de VS de schuld van de afkeer van de EU van engagement met China en verwerpen het idee dat de EU haar eigen redenen kan hebben voor een voorzichtiger aanpak in haar betrekkingen met China. Anderen rechtvaardigen deze stap op grond van de waarden en beginselen van de EU, aangezien China wordt geacht daar in toenemende mate van af te wijken, terwijl zij erkennen dat het handhaven van onze waarden een grote economische prijs heeft. Zeker gezien onze steeds belangrijker wordende economische betrekkingen met China. Een veel kleinere groep, waarin ik mij bevind, is van mening dat het steeds meer afwachtende standpunt van de EU ten aanzien van China, naast op waarden en politiek gebaseerde grondslagen, ook economische grondslagen heeft. Met andere woorden, de EU profiteert veel minder van China dan vroeger. Dit geldt ook voor de partij die het meeste voordeel uit de relatie met China haalde, namelijk Duitsland.

 

Ten eerste heeft de EU sinds het begin van de pandemie een steeds groter handelstekort met China. Dit handelstekort zal zeker blijven bestaan omdat het berust op de grote invoer van sleutelproducten voor de energietransitie van de EU, die sinds de inval van Rusland in Oekraïne alleen maar is versneld. Het resultaat van deze snelle toename van de invoer van producten die China wereldwijd domineert (met ongeveer 90% van het mondiale exportaandeel van zonnepanelen en batterijen voor elektrische voertuigen en meer dan 60% voor windturbines) is een veel grotere mate van kritische afhankelijkheid van China. 

 

Ten tweede zijn China’s importen gestagneerd sinds de Covid pandemie en dit is zelfs na de plotselinge heropening naar aanleiding van de herziening van het ‘zero covid’ beleid zo gebleven. Dit geldt met name voor importen vanuit de EU.

 

Ten derde hebben de Europese investeringen in China geleden onder de drie jaar van ‘zero Covid’ beleid in China en veel strengere regelgeving daaromtrent, vooral wat betreft lokalisatie van gegevens en nationale veiligheid.

 

Ten vierde zijn China’s uitgaande investeringen in de EU veel meer gericht op strategische sectoren zoals Europese technologie en Europese kritieke infrastructuur. Om al deze redenen nemen Europese beleidsmakers afstand van wat lange tijd een nogal naïeve economische betrokkenheid en verbondenheid met China was. 

Nieuwsbrief Blik op Europa

Meld u aan voor de maandelijkse nieuwsbrief 'Blik op Europa' met de standpunten van VNO-NCW en MKB-Nederland op actuele EU-dossiers.