Bedrijfsleven wil voortouw nemen bij ontwikkeling van tax governance

18-12-2020

‘Een nieuwe stap op weg naar een goed doordachte tax governance code. Want het bedrijfsleven is zich bewust van het feit dat er meer en beter moet worden gecommuniceerd over het eigen gedrag en de strategie rondom belastingen.’ Dat zegt VNO-NCW naar aanleiding van de essaybundel ‘Tax governance, maatschappelijke verantwoordelijkheid en ethiek. Tijd voor een code?’, die staatssecretaris Vijlbrief van Financiën gisteren naar de Tweede Kamer stuurde.

 

Wat is tax governance

In deze essaybundel, waar ook VNO-NCW een bijdrage aan leverde, wordt vanuit verschillende invalshoeken ingegaan op wat tax governance is en welke elementen daarvan een onderdeel zouden kunnen zijn. Zoals een transparante fiscale strategie, duidelijke interne check & balances, toezicht daarop door het bestuur en de raad van commissarissen, en publieke rapportage over het gevoerde beleid. Uitgangspunt daarbij is dat Nederland bedrijven van alle soorten en maten de ruimte moet bieden om de vleugels internationaal uit te slaan. Dat is belangrijk om te komen tot een welvarende, inclusieve maatschappij met kansen voor iedereen.

 

Open en transparant ondernemen

‘Dat is ook de reden dat we in Nederland bijvoorbeeld de deelnemingsvrijstelling, de fiscale eenheid en de liquidatieverliesregeling hebben, en daarnaast een uitgebreid belastingverdragennetwerk hebben opgebouwd. Daar hoort vervolgens wel een open en transparante manier van ondernemen en belasting betalen bij’, aldus VNO-NCW. ‘Veel ondernemingen zijn hier al ver mee en rapporteren daarover. Het bedrijfsleven omarmt de ontwikkeling van een tax governance code en wil daar graag het voortouw in nemen.’

 

Nederland als gidsland

Het past ook goed bij al bestaande initiatieven, bijvoorbeeld via corporate social responsibility of concreet in de vorm van responsible tax principles. Het uitrollen van een tax governance code zou niet tot Nederland beperkt moeten blijven, stelt de ondernemingsorganisatie. ‘Nederland zou als gidsland kunnen fungeren bij de ontwikkeling van een internationale norm.’