4 JUL, 2024 • Nieuws
EU-energieprijzen komende decennia substantieel hoger zonder actie
Gecoördineerde Europese actie nodig voor succesvolle energietransitie
‘De Europese energieprijs is -en blijft- als we niks doen veel hoger dan in de rest van de wereld. Daarom moeten we massaal duurzame productiecapaciteit bijbouwen en dit ondersteunen’. Dat en meer blijkt uit een onafhankelijke studie van Compass Lexecon in opdracht van Business Europe, de Europese koepel van ondernemingsorganisaties en VNO-NCW.
De Europese ondernemersorganisaties roepen de nieuwe Europese Commissie op om snel te handelen en te zorgen dat de capaciteit voor de opwekking van duurzame energie flink omhooggaat, zodat Europa verduurzaamt en tegelijk concurrerend blijft met lagere energieprijzen. ‘Doen we dit niet dan dreigt verdere de-industrialisatie van Europa. Dit is niet goed voor de onafhankelijkheid van Europa in de huidige onzekere wereld.’
Ingrid Thijssen, voorzitter VNO-NCW: ‘De boodschap van deze studie is feitelijk heel simpel. De Europese energieprijs is en blijft als we niks doen veel hoger dan in de rest van de wereld. Het enige dat helpt is zorgen dat we snel meer aanbod van duurzaam opgewekte stroom en waterstof krijgen. Ook moeten we vol inzetten op de infrastructuur van de toekomst en zorgen voor één gekoppelde energie- en elektriciteitsmarkt in Europa. Dit gaat om enorme investeringen die markt en overheid samen moeten doen en die deels ook publiek moeten door risico’s en onrendabele toppen weg te nemen. Met al onze collega’s in Europa roepen we de nieuwe Commissie en de lidstaten op om snel met een maatregelenpakket te komen voor we nog afhankelijker worden van andere machtsblokken.’
Substantieel hogere energieprijzen
De nieuwe studie maakt glashelder dat in de onderzochte scenario’s in alle gevallen de energieprijs komende decennia substantieel hoger blijft in Europa dan in de VS, China en India. De gemiddelde kosten voor de opwekking van elektriciteit in de EU zullen in 2040 en 2050 naar verwachting 2 tot 3 keer hoger zijn dan in de VS en China in het slechtste scenario. Zelfs in een beheerste scenario is het energiekostenverschil nog altijd tientallen procenten in 2050.
Versnellen met meer aanbod en nieuwe infrastructuur
Het kostenverschil kan volgens de studie alleen worden verkleind als de Europese Commissie en de lidstaten in hoger tempo grensoverschrijdende Europese elektriciteitsinfrastructuur aanleggen (o.a. voor stroom en groene waterstof) en investeringen in het elektriciteitsnet (net als voor wegen en spoorwegen) uit de collectieve middelen financieren. Hiervoor is ondersteuning vanuit de EU en de lidstaten nodig. Ook moet het aanbod van duurzaam, opgewekte stroom en waterstof flink omhoog door een goede ondersteuning. De doorlooptijden van nieuwe duurzame energieprojecten moeten verder stevig worden versneld. Inzet van de zogeheten Indirecte Kostencompensatie regeling (IKC) blijft nodig in de lidstaten.
‘Met deze maatregelen kan Europa versneld verduurzamen en voorkomen dat we enorm inboeten aan concurrentiekracht,’ aldus Thijssen.
‘Nederland heeft een extra probleem’
Volgens de VNO-NCW voorzitter heeft Nederland binnen Europa nog een extra probleem zonder verdere Europese coördinatie en nationale maatregelen. ‘Deze studie kijkt alleen naar de gemiddelde situatie in Europa. Terwijl Nederland binnen Europa nog verder uit de pas loopt. Zo liet recent onderzoek zien dat de kosten voor elektra hier drie keer zo hoog zijn als in Frankrijk en twee keer zo hoog als in Duitsland. Oorzaak is de compensatie die andere landen aan hun industrie geven. Ook zijn de nettarieven in Nederland veel hoger dan elders en dit moeten we anders financieren voor het te laat is.’
Meer weten?
Compass Lexecon deed een uitgebreide analyse van het energiesysteem van de EU op weg naar de 2050 doelstelling om Klimaatneutraal te worden. Daarbij keken ze ook naar het concurrentievermogen en de leveringszekerheid. Hieronder links naar:
1. het hele rapport.
2. De belangrijkste slides uit het rapport.
2. een handzame samenvatting van Business Europe met enkele aanvullende beleidsaanbevelingen.