Kleine ondernemersregeling (KOR) per 1 januari in werking

03-12-2019

Op 1 januari 2020 treedt de nieuwe kleineondernemersregeling in btw (de KOR) in werking. Het kabinet wilde de KOR moderniseren en toespitsen op in het bijzonder ondernemers die leveringen of diensten verrichten aan consumenten (B2C). MKB-Nederland en VNO-NCW hebben diverse malen op de plannen gereageerd. Eerst is een brief gestuurd als reactie op een internetconsultatie over een conceptwetsvoorstel. Toen er een definitief wetsvoorstel lag - dat was opgenomen in het belastingpakket voor 2019 - hebben beide organisaties opnieuw gereageerd. Kritiek op het ontbreken van een bedrijfseffectrapportage stond in de reacties centraal.

 

Doel van de KOR is kleine ondernemers te ontzien bij de verplichtingen die samenhangen met het btw-ondernemerschap. De gedachte hierachter is dat kleine ondernemers verhoudingsgewijs hogere btw-nalevingskosten dragen dan grotere ondernemers.

 

Kortingsregeling

De oude KOR was een kortingsregeling: er werd een korting gegeven op de af te dragen btw. Daarnaast kende de regeling een administratieve faciliteit. De nieuwe KOR is een aan de omzet gekoppelde vrijstellingsregeling. Is de omzet lager dan de omzetgrens van € 20.000 en kiest de ondernemer voor toepassing van de regeling, dan brengt hij geen btw in rekening aan zijn afnemers. Daar staat tegenover dat hij de btw die andere ondernemers aan hem factureren, niet in aftrek mag brengen. Ook wordt hij ontheven van het doen van aangifte en administratieve verplichtingen.

 

Enkele kenmerken van de nieuwe KOR:

  • Een omzetgrens biedt een gelijke toegang tot de regeling (het toegepaste tarief is niet meer relevant)
  • De rechtsvorm waarin de ondernemer actief is, speelt geen rol meer.
  • De vrijstellingsregeling leidt in beginsel tot minder concurrentieverstoring dan de oude KOR.
  • In tegenstelling tot de oude KOR worden alle ondernemers die de regeling toepassen, van administratieve verplichtingen ontheven
  • De vrijstellingsregeling biedt meer flexibiliteit. De oude KOR kon niet worden verbeterd, omdat de regeling is gebaseerd op een Europese stand-still bepaling. Die staat geen veranderingen toe. De nieuwe regeling kent die beperking niet.

Reactie VNO-NCW en MKB-Nederland:
Zowel in onze reactie op de internetconsultatie als in ons commentaar op het latere wetsvoorstel in het belastingpakket 2019 hebben wij met klem gepleit voor een bedrijfseffectrapportage vóóraf. De reden daarvoor was dat de effecten van de omvorming van de KOR tussen en ook binnen branches sterk kunnen verschillen. Nederland kent immers een zeer heterogeen ondernemersbestand. Daarom zou in een bedrijfseffectrapportage ook de spreiding van de bestaande KOR over de branches en de effecten van de nieuwe KOR op de spreiding inzichtelijk moeten worden gemaakt.
Het kabinet beperkte zich evenwel tot algemene informatie over het aantal ondernemers dat van de bestaande KOR gebruikmaakt en het verwachte aantal gebruikers van de nieuwe KOR en gaf slechts een algemene beschrijving van de effecten die zich bij kleine ondernemers kunnen voordoen (wel bestaande KOR/niet nieuwe KOR, niet bestaande KOR/wel nieuwe KOR enz.). Naar onze mening een te beperkte bedrijfseffectrapportage. Ook zou in de rapportage ingegaan moeten worden op de uiteenlopende mogelijkheid van concurrentieverstoring, zo hebben wij naar voren gebracht.
In het besluitvormingsproces over de nieuwe KOR heeft de politiek niet tot een rapportage vooraf besloten. Wel is toegezegd dat de KOR na enige tijd geëvalueerd zal worden, waarbij een uitsplitsing naar de verschillende bedrijfssectoren zal worden gemaakt.