500 miljoen tegen ondermijning is een begin, maar er is (veel) meer nodig

Nu de coronacrisis over zijn hoogtepunt heen lijkt, denken ondernemers wellicht dat de criminaliteit die daarmee samenhangt, zoals cybercrime en ondermijning, ook zal wegebben. Niets is minder waar. Waakzaamheid blijft dus geboden.

 

Voet tussen deur van ondernemer

De financiële zorgen van ondernemers zijn namelijk nog niet voorbij. En die zijn voer voor criminelen. Die proberen een voet tussen de deur te krijgen door de financiële helpende hand te bieden. En als de ondernemer in nood daarop ingaat, bepalen de criminelen voortaan wat er gebeurt.

 

Cyberweerbaarheid vergroten

Ook cybercrime zal een blijvertje blijken. Thuiswerken heeft ertoe geleid dat bedrijven in razend tempo moesten digitaliseren. Hun cyberweerbaarheid heeft daar geen gelijke tred mee gehouden. Maar liefst 1 op de 5 ondernemers wordt slachtoffer van een cyberaanval met financiële gevolgen. Een goede digitale beveiliging blijft dus noodzakelijk.

 

Drugsindustrie groeit door

Ondertussen floreert de drugsindustrie – en de ondermijning die daarmee samenhangt – alsof er nooit een coronacrisis is geweest. In de begroting voor 2022 is 500 miljoen euro extra uitgetrokken voor de bestrijding van ondermijning. Een goed begin, maar er zal veel meer moeten gebeuren.

 

Bewaken niet genoeg

Een deel van die 500 miljoen gaat naar het bewaken en beveiligen van advocaten en anderen die het slachtoffer kunnen worden van drugscriminelen. Dat is nodig, maar veel beter zou natuurlijk zijn om de bron van dreiging weg te nemen. Ofwel: boeven vangen. Er moet dus (ook) meer geld en mankracht naar de opsporing en vervolging van criminelen. Preventie en repressie moet hand in hand gaan. Anders blijft de ondermijning voortwoekeren.

 

Karijn van Doorne,

Beleidssecretaris criminaliteit