14 SEP, 2020 • Weekbulletin

Dankzij woningbouwimpuls komen er ruim 51.000 woningen bij

Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken) heeft de woningbouwprojecten bekendgemaakt die een financiële bijdrage krijgen vanuit de eerste ronde van de woningbouwimpuls. Ruim 51.000 woningen, binnen 27 projecten, kunnen nu gebouwd worden door een investering van 290 miljoen euro van het Rijk. Gemeenten en provincies dragen 331 miljoen euro bij om het financieel tekort op te lossen. De woningen kunnen nu versneld gebouwd worden, zijn betaalbaarder of er komen er meer dan oorspronkelijk gepland. De bouw van het merendeel van de projecten start al in 2021. ”En dit is nog maar een eerste deel van de toewijzingen die ik ga doen”, stelt de minister.

 

Woningbouwimpuls

In 2019 heeft het kabinet een miljard euro beschikbaar gesteld voor de woningbouwimpuls. De doelstelling daarvan is om bij te dragen aan de bouw van ten minste 65.000 woningen. Dit is nodig, want het tekort is groot en tot 2030 bedraagt de bouwopgave 845.000 woningen. Het kabinet blijft daarom investeren om die bouwopgave ook voor elkaar te krijgen. In oktober kunnen gemeenten projecten indienen voor de tweede ronde van de woningbouwimpuls; in februari worden de projecten die voldoen bekendgemaakt. Ook daarna krijgen de gemeenten nog verschillende kansen om projecten in te dienen voor een bijdrage uit de impuls.

 

Financieel tekort

Het gaat om projecten die zonder financiële impuls niet van start kunnen gaan doordat er een publiek financieel tekort is. Dat tekort komt door het grotere aandeel betaalbare woningen en door maatregelen die nodig zijn om de bouw van woningen mogelijk te maken. Het gaat dan bijvoorbeeld om het saneren van grond, het uitplaatsen van bedrijven, het goed inrichten van de openbare ruimte of het zorgen voor een goede ontsluiting met het openbaar vervoer.

 

Betaalbaar en divers

Van de 51.000 woningen die gebouwd gaan worden, valt 65 procent in de categorie betaalbaar. Dit zijn woningen voor de sociale huursector, middenhuur en betaalbare koopwoningen. Veel projecten hebben daarnaast speciale aandacht voor woningen voor starters, senioren, studenten en aandachtsgroepen. De projecten zijn verdeeld over het land, met 21 projecten in de woondealregio’s in onder andere Den Haag, Utrecht en Arnhem/Nijmegen. Dat zijn de regio’s waar de minister al eerder afspraken mee heeft gemaakt over de uitbreiding van de woningbouw.

Daarnaast krijgen projecten in Alkmaar, Breda, Deventer, Enschede, Harderwijk en Hoorn een bijdrage uit de woningbouwimpuls.

 

Ook het type projecten is divers. Zo wordt in Rijswijk een verouderd winkelcentrum getransformeerd tot woon-werklocatie met 1400 woningen, worden in het stationsgebied van Nijmegen 670 huizen bijgebouwd en gaat het in Eindhoven om een project met 700 tijdelijke woningen.

Commentaar
Minister Ollongren zet een goede eerste stap om het woningentekort tegen te gaan. De minister slaat hier twee vliegen in één klap. Niet alleen is het voor werkgevers van groot belang dat werknemers prettig kunnen wonen in betaalbare woningen, maar ook helpt de impuls de bouwwereld om investerend de coronacrisis uit te komen. Er staat ook een volgende impuls van 225 miljoen euro klaar. Gemeenten kunnen voor 26 oktober projecten hiervoor indienen.