6 DEC, 2023 • Column
Duitsland steunt industrie bij ingrijpende verduurzaming. Waar blijft Nederland?
Na maanden van intern wikken en wegen ligt er een omvangrijk steunpakket klaar voor de Duitse industrie. Het is nog even afwachten of het Duitse kabinet slaagt om er budget voor vrij te spelen, maar als dat lukt ligt er pakket met een waarde van 12 miljard euro per jaar. De belasting op elektriciteit voor de 350 meest energie-intensieve bedrijven wordt verlaagd. Dat scheelt deze bedrijven, die kwetsbaar zijn voor internationale concurrentie, tientallen miljoenen per jaar.
De toezegging van dit steunpakket kan weleens cruciaal blijken voor het slagen van de industriële energietransitie in Duitsland. Logisch de Duitse industrie tevreden is. Het is een fundamenteel verschil met hoe wij dat hier doen. So far kunnen Nederlandse bedrijven hier alleen maar van dromen, terwijl zij net zo kwetsbaar zijn voor buitenlandse concurrentie.
Circular net-zero industry
Mede dankzij het Groninger Gas hebben wij sinds de jaren zestig een enorme industrie opgebouwd. Ik zou daar zuinig op zijn. Die industrie staat aan de basis van internationale productieketens en heeft enorme welvaart voor ons gegenereerd. Nu moet ze de afslag richting een ‘circular net-zero industry’ maken. Zuiniger omspringen met grondstoffen dus, meer hergebruiken en repareren. Dit is hét moment om te zorgen dat die omslag hier als eerste wordt gemaakt, lijkt me. Dan zit Nederland in de kopgroep en dat zorgt voor werkgelegenheid en duurzame economische groei. Dit vergt investeringen van honderden miljoenen en soms zelfs miljarden euro’s. Die investeringen worden gedaan door bedrijven die overal ter wereld fabrieken hebben, en waarvan de besturen niet in Nederland of zelfs in Europa zitten. Als zij moeten kiezen tussen investeren een land dat haar industrie met woord en daad steunt, of een waar het investeringsklimaat achterop raakt, waar denkt u dat ze uitkomen?
Het antwoord lijkt me duidelijk. Juist daarom is het zaak dat Nederland de energieregelingen en andere stimulerende fondsen gelijk schakelt met de buurlanden. Doe je het niet voor het klimaat, dan zijn zulke steunpakketten nog steeds aantrekkelijk om de economie te moderniseren. Alleen zo blijft ons investeringsklimaat uitnodigend genoeg om de grote investeringen hier als eerste te doen. Daar profiteren we allemaal van. Ik zeg: doen!
Frits de Groot,
Strategisch beleidsadviseur energie en klimaat