5 JUN, 2023 • Weekbulletin
Het Innovatie Attaché Netwerk: Brazilië
Het Innovatie Attaché Netwerk (IA-netwerk) van de Nederlandse overheid ondersteunt en stimuleert internationale samenwerking tussen bedrijven, onderzoeksinstituten en overheden op het gebied van innovatie, technologie en wetenschap. In deze serie vertellen de innovatieattachés over hun werk. Dit keer Robert Thijssen, standplaats São Paulo, Brazilië.
Brazilië en innovatie, vertel.
‘Brazilië is geen Amerika, Japan, Duitsland of Frankrijk. Dat betekent dat innovatiesamenwerking niet mogelijk is in alle sectoren. Maar het land heeft zeker sterke kanten, zoals energie en chemie. De afgelopen veertig jaar heeft Brazilië een agro-industrieel complex opgezet om bio-ethanol te produceren uit suikerriet. Alle auto’s rijden hier op bio-ethanol of op benzine die 27 procent van die brandstof bevat. De volgende stap is om biomassa – Brazilië is werelwijd het land met de grootste biodiversiteit – te gebruiken als bouwstenen voor hernieuwbare, circulaire chemische bouwstoffen. Daar liggen dus zeker samenwerkingskansen voor de Nederlandse chemische industrie.
Verder is het land onder de nieuwe regering bezig aan een inhaalslag op het gebied van groene waterstof. Zo is Shell hier actief om waterstof te maken uit bio-ethanol. Op termijn is Brazilië een potentiële exporteur van groene waterstof. De Rotterdamse haven heeft zijn interesse daarin al kenbaar gemaakt.’
Waar richt het land zich nog meer op?
‘Het Braziliaanse Embraer is de derde grootste vliegtuigbouwer ter wereld. Als het gaat om medium sized toestellen zijn ze zelfs wereldleider. Samen met Nederlandse partners als de TU Delft, TNO, Lucht- en Ruimtevaart Nederland en een aantal bedrijven buigt Embraer zich nu over een nieuwe generatie duurzame vliegtuigen. Iets anders is dat het Nederlandse ministerie van Defensie de Herculesvloot gaat vervangen door Embraertoestellen. Naar verwachting kan het Nederlandse bedrijfsleven hierbij de komende jaren een rol spelen, onder meer bij innovatieve reparatie-, onderhouds- en veiligheidssystemen.
Afgelopen januari hebben we een innovatiemissie georganiseerd over de luchtvaart. Daar ging het ook over urban mobility. Denk bijvoorbeeld aan luchttaxi’s: een soort uit de kluiten gewassen drones met propellors die vier passagiers van flatgebouw naar flatgebouw kunnen vliegen. Dat klinkt futuristisch, maar is dichterbij dan we denken. Een spinoffbedrijf van Embraer, Eve, gaat deze luchttaxi’s commercialiseren en naar ik begrijp hebben ze al drie- tot vierduizend bestellingen ontvangen.’
En verder?
‘De landbouw is belangrijk in Brazilië; 30 procent van het bnp komt daarvandaan en het land heeft Nederland verstoten als tweede agrarische exporteur van de wereld. De sector is al behoorlijk gedigitaliseerd, maar aan verduurzaming valt nog veel te doen. Nederlandse bedrijven kunnen hieraan bijdragen. Het is alleen niet zo dat Nederlandse innovatieve landbouwproducten gelijk geschikt zijn voor Brazilië. Die moeten, met een mooi woord, eerst worden getropicaliseerd. Want temperaturen, bodemkwaliteit en insecten zijn hier natuurlijk heel anders.
Een laatste, kleiner focusgebied is de gezondheidszorg. Tussen Nederland en Brazilië vindt academische samenwerking plaats rond het ontwikkelen van geavanceerde biomaterialen, onder meer voor implantaten. Tijdens corona heeft de vorige president het niet waargemaakt, maar Brazilië heeft de reputatie effectief te reageren op uitbraken van besmettelijke ziektes en zelf vaccins te ontwikkelen. Op het – tot nu toe – nog redelijk onontgonnen terrein van de biotechnologie wil ik Nederlandse en Braziliaanse start-ups aan elkaar gaan koppelen.’
Wat kunt u betekenen voor Nederlandse bedrijven?
‘Allereerst: voor innovatieve bedrijven die eenmaal binnen zijn, ligt een enorme markt open, met over het algemeen weinig concurrentie. Voor het zover is, kunnen bedrijven bij ons terecht voor advies. Collectief – tijdens innovatiemissies – maar ook één-op-één. Bijvoorbeeld over marktkansen, mogelijke samenwerkingspartners, de bureaucratie en het belastingsysteem, dat erg ingewikkeld is. Bij dit laatste schakelen wij vaak de hulp in van ter zake kundige advocatenkantoren. Wij brengen bedrijven ook in contact met mogelijke lokale partners, wat altijd is aan te raden in verband met de hoge Braziliaanse importtarieven.
We zijn ook begonnen met het verbinden van (top)talent uit Brazilië aan Nederlandse bedrijven. Tijdens het recente bezoek van minister-president Rutte aan Brazilië – waarbij ook VNO-NCW-voorzitter Thijssen aanwezig was – hebben de Universiteit van São Paulo en de Braziliaans-Nederlandse handelskamer intentieverklaringen getekend. Daardoor kunnen we nu topstudenten en afgestudeerden van de beste universiteit van Zuid-Amerika gaan verbinden aan Nederlandse bedrijven.
Zowel in Nederland als in Brazilië hebben we goede contacten met de overheid. Met de regering van de staat São Paulo – het Californië van Brazilië qua economische output, wetenschap en innovatie – organiseren we bijvoorbeeld regelmatig bilaterale calls over specifieke thema’s, waarbij van beide landen overheidsgeld beschikbaar komt voor onderzoek en innovatie. Nederlandse bedrijven en kennisinstituten kunnen inschrijven op zulke calls.’
Werkt het, tussen Brazilianen en Nederlanders?
‘Als land van immigranten heeft Brazilië een bijzondere mix van inwoners. Er is een duidelijke link met de Europese cultuur. Het is wel echt een relatiemaatschappij: je moet investeren in langetermijnrelaties en hier regelmatig fysiek aanwezig zijn. Dat kost dus tijd en energie. Brazilië staat bekend als gewelddadig land en dat is ook zo: in bepaalde buurten moet je altijd alert zijn, daar ga ik niet om liegen. Maar de mensen zijn vriendelijk en behulpzaam, ook als je niet goed Portugees spreekt. Tot slot is het goed om te bedenken dat lang niet iedereen Engels spreekt.’