12 DEC, 2024 • Column
Laten wij ook een ai-fabriek bouwen
Onze toekomst is digitaal. En kunstmatige intelligentie (ai) zal daar een belangrijk deel van uitmaken. Maar juist in ai hebben we in Nederland en Europa een grote achterstand opgelopen op de Verenigde Staten en China. Gelukkig hebben de beleidsmakers in Brussel in de tussentijd niet stilgezeten. Met geld van Europa kunnen lidstaten ‘ai-fabrieken’ bouwen. Daar komen computers te staan die een veel grotere rekencapaciteit hebben. En die zijn nodig voor ai-toepassingen. Met zulke fabrieken wil Europa de verdere ontwikkeling van ai door bedrijven en de wetenschap stimuleren.
Uitgestoken hand aannemen
Dat is een goede zaak. Verschillende lidstaten hebben dan ook al deze uitgestoken hand van de EU enthousiast aangenomen, en zich voor de bouw van zo’n ai-fabriek in eigen land aangemeld. Nederland (nog) niet. En dat is in mijn ogen géén goede zaak. Want zo komen we voor een tweede keer op achterstand.
Belangrijk voor mkb en startups
Vooral voor het midden- en kleinbedrijf en startups is een ai-fabriek van groot belang. Zij hebben zelf namelijk niet het geld om te investeren in zulke krachtige computers. Ook biedt zo’n ai-fabriek allerlei diensten waarvan kleine bedrijven gebruik kunnen maken. Nederland kan zo ook een magneet worden voor talent en bedrijven op het gebied van kunstmatige intelligentie. Bedrijfsleven en overheid kunnen samen werken aan ai-oplossingen voor de grote maatschappelijke uitdagingen die we hebben. Bijvoorbeeld op het gebied van de zorg, verduurzaming en mobiliteit.
Afhankelijk van buitenland
Zonder zo’n eigen fabriek moeten Nederlandse bedrijven een beroep doen op ai-fabrieken in het buitenland. Nederlandse startups zouden zelfs naar het buitenland kunnen vertrekken omdat de faciliteiten daar beter zijn en ze er makkelijker een volgende stap kunnen zetten. En dat laatste is voor veel startups problematisch.
Overheid kan helpen
Op zich verkeert de digitale infrastructuur in ons land in een uitstekende staat. Maar dat is niet vanzelfsprekend, zeker niet als je bedenkt dat het dataverkeer jaarlijks met meer dan 20 procent groeit. Investeringen in infrastructuur zijn ingewikkeld. Het duurt lang voordat die worden terugverdiend. In het geval van de ai-fabriek kan de overheid hiervoor zorgen. Deze week spreekt de Tweede Kamer over de digitale infrastructuur en het economisch belang daarvan. Laten we deze kans niet (weer) voorbij laten gaan.
Stijn van Butselaar
Strategisch beleidsadviseur digitalisering