13 OKT, 2015 • Column
Mainport Schiphol: Een rijk, maar geen rustig bezit
Een structurele groei van de Nederlandse economie van 1 tot 1,5% per jaar? VNO-NCW wil meer ambitie. Wij zetten er op in dat toekomstig talent binnen onze landsgrenzen in de economische Champions League kan spelen. Economische groei is geen doel op zich maar dé driver en drager om de grote maatschappelijke issues van de komende decennia aan te pakken. Met groei hoeven Peter en Achmed niet te strijden om dezelfde baan, maar is er voor beiden een vacature en kunnen investeringen in gezondheidszorg, milieu en energietransitie ook op langere termijn gedragen worden. Maatschappelijke doelen realiseren dankzij een wereldklasse economie. Groei is goed, groei is sociaal.
Aantrekkelijke vestigingsplaats multinationals
Daarom werken VNO-NCW en MKB-Nederland aan de groeiagenda voor Nederland, waarin de mainports één van de fundamenten zijn van ons vestigingsklimaat. Mede dankzij sterke mainports en de excellente internationale connectivity die zij bieden, huisvest Nederland 20.000 internationale ondernemingen, goed voor 2 miljoen banen en ook nog eens twee keer zo productief als gemiddeld. Het hebben van dit soort corporates blijkt bovendien een stimulans voor innovatieve start-ups.
Combinatie Schiphol en KLM cruciaal
Tot 2025 komen er in de wereld zo’n 7.000 multinationals bij. Die zullen allemaal een Europees hoofdkantoor moeten hebben en bij voorkeur ook in Nederland. Dan is de krachtige combinatie van Schiphol en haar netwerkcarrier KLM cruciaal. Het wereldwijde netwerk van 200 ‘bruggen’, dat wil zeggen rechtstreekse verbindingen die KLM met haar partners onderhoudt, en de geweldige service van de NV Schiphol maken Nederland tot een aantrekkelijke vestigingsplaats voor internationale bedrijven.
Deze belangrijke combinatie is een rijk bezit voor Nederland, maar geen gegarandeerd of rustig bezit. Er zijn bedreigingen van buiten (concurrentie) en van binnen (aanpassingssnelheid) die we het hoofd moeten bieden. Dat is een nationale chefsache waarvoor nieuw en doortastend beleid nodig is.
Air France moet ook saneren
VNO-NCW vindt dat KLM in beginsel een goede partner heeft aan Air France. De combinatie heeft de afgelopen jaren veel goeds gebracht aan de KLM, aan onze internationale bestemmingen en dus ook aan Schiphol en ons vestigingsklimaat. Dat moet ook in de toekomst het geval blijven, waarbij juist Nederland kan profiteren van verdere groei, omdat het totale volume van verkeer altijd via én Parijs én Schiphol moet worden afgehandeld.
We zien dat de KLM nu saneert om haar kosten aan te passen. Dat verdient alle steun. Maar duidelijk is dat partner Air France hetzelfde moet doen. Daaraan moet Nederland zakelijk en politiek haar steun uitspreken en bieden als een constructieve partner. Een sentiment van verongelijkte betweterigheid aan Nederlandse zijde is geen basis voor samenwerking.
Zeggenschap en betrokkenheid Nederland
Nadat de gezondmaking op de niveaus van beide carriers is ingezet, zal vervolgens op holding niveau van Air France-KLM verdere steun komen door onder meer investeringsbeslissingen, partnerkeuzes en mogelijk een beroep op de kapitaalmarkt. Die keuzes zijn zo van publiek belang voor Nederland, dat de staat haar zeggenschap en betrokkenheid ook op dat op holding niveau veel beter moet veiligstellen. Verschillende mogelijkheden daartoe moet Nederland afwegen, tot en met het nemen van een belang op holding niveau.
Uiteraard alles onder de goede voorwaarden. Het gaat erom dat een intensiever commitment van Nederland aan Air France-KLM dient ter versterking van de gezamenlijke continuïteitsstrategie, geloofwaardigheid naar de kapitaalmarkt, een structurele governance-inbreng van Nederland en de partnership met Frankrijk.
Mainportbelang eenduidig beleggen in kabinet
Essentieel is ook dat de schaarse capaciteit op Schiphol wordt verdeeld op grond van de toevoeging aan de netwerkkwaliteit die vanaf de luchthaven wordt geboden. Dat moet in publieke regelgeving worden geborgd, zodat de toewijzing van slots daarin haar basis vindt.
Het gehele mainportbelang, inclusief de beslissingen voor aanvullende landzijdige infrastructuur, het Rijksoverheidbeleid en de beprijzing van veiligheidsbeleid op en rond de luchthaven, verdient op rijksniveau een centrale regie. Daarin is het economisch-strategische belang bovenliggend en dat zou je terug moeten zien in de wijze waarop de uiteindelijke beleidsmatige verantwoordelijkheid eenduidig wordt belegd binnen het kabinet.
Hans de Boer
voorzitter VNO-NCW