11 APR, 2022 • Weekbulletin

Onderwijsontwikkeling Nederland helpt het onderwijs verbeteren

Onderwijsontwikkeling Nederland is de vereniging van adviesbureaus voor onderwijs en jeugdhulp. Directeur Margreet de Vries vertelt waar de vereniging voor staat.

 

Wat is er te vertellen over Onderwijsontwikkeling Nederland?

‘Onze leden werken samen met scholen in het primair en voortgezet onderwijs en mbo om hun onderwijs te verbeteren en leerlingen te begeleiden of behandelen in de context van onderwijs. We hebben 19 leden en komen gezamenlijk op nagenoeg alle scholen in Nederland. Op het bureau werken 5 mensen. Dat kan doordat de leden zelf actief zijn. Ze doen mee aan werkgroepen en gaan naar overleggen op het departement.’

 

Hoe lang bent u al directeur en wat is uw achtergrond?

‘Ik werk hier bijna vier jaar. Zelf heb ik de pabo gedaan en voor de klas gestaan tijdens mijn studie onderwijskunde en orthopedagogiek. Later heb ik gewerkt bij het ministerie van Onderwijs, was ik directeur van Stichting Lezen en Schrijven en had ik een adviesbureau dat organisaties hielp met hun positionering. In al die banen wilde ik iets beter maken in de samenleving, vanuit de publieke of private hoek. Nu vertegenwoordig ik organisaties die dagelijks scholen helpen om de uitdagingen in het onderwijs het hoofd te bieden.’

 

Welke actuele (lobby)kwesties spelen er momenteel voor jullie?

‘Onderwijsadvies is geen beschermd beroep en er is veel geld beschikbaar, dus de markt gaat lopen. Maar publiek geld geeft ook een grote verantwoordelijkheid, bijvoorbeeld om je regelmatig te laten toetsen op kwaliteit. We proberen OCW duidelijk te maken dat enige marktregulering goed en nodig is. Dat is beter voor het onderwijs: er wordt dan geen geld verspild aan partijen die de kwaliteit niet kunnen waarmaken. Al onze leden hebben een keurmerk, dat onlangs is vernieuwd.

Onze handen jeuken, er zou zoveel meer kunnen. Met de goede implementatiepartners komen scholen zelf verder. Wij zijn weleens te bescheiden over wat we doen, hoe tevreden scholen zijn. En nieuwe partijen met minder onderwijskundige inhoud krijgen door marketing meer aandacht. Ik stimuleer leden daarom hun verhaal te vertellen. We hebben zulke fantastische experts, die gun ik iedere school.

Dan is er nog het ongelijke speelveld. Er zijn gesubsidieerde organisaties met een wettelijke beleidsvoorbereidende taak. Die ontwikkelen nu bijvoorbeeld het nieuwe curriculum. Maar ze krijgen soms ook subsidie voor pilots die verkapte adviestrajecten zijn. Dan begeef je je al snel op onze markt. Het ministerie heeft onze sector ooit geprivatiseerd en vindt het soms moeilijk zich tot ons te verhouden. We zijn toe aan een volwassen publiek-private samenwerking. Toch willen we daar niet te veel op hameren. We laten liever zien waar we oplossingen bieden voor problemen.’

 

Hoe ziet u de toekomst van uw branchevereniging?

‘We zitten in een transitie. Leden doen steeds meer hands-on mee, dat geeft ons slagkracht. We kijken welke nieuwe spelers in onze branche passen bij onze missie om daadwerkelijk iets toe te voegen aan het onderwijs. Waar het onderwijs ook echt beter van wordt. Dat zouden potentiële leden kunnen zijn. Hopelijk betekent dat groei, maar dat is geen doel op zich. Niet alle 2.900 spelers met dezelfde SBI-code hoeven lid te worden.’

 

Waarom zijn jullie lid van VNO-NCW?

‘Persoonlijk ken ik VNO-NCW al langer en vind het prettig om er te netwerken en sparren. Als vereniging zijn we nog maar kort lid en hebben onze rol nog niet echt gevonden. De onderwijscommissie past het best bij ons, maar die is erg gericht op het beroepsonderwijs. We moeten nog meer op zoek gaan waar we elkaar kunnen vinden. Ik hoop dat we meer samen kunnen optrekken naar het departement, dat we daar als private sector in het publieke onderwijsdomein gezamenlijk in gesprek gaan.’

 

Met welke branchedirecteur zou u weleens een dag willen ruilen?

‘Met de directeur van Energie Nederland of Bouwend Nederland. Wij willen de publiek-private samenwerking laten werken zodat de maatschappij er beter van wordt. Energie Nederland of Bouwend Nederland zijn vanzelfsprekende partners bij duurzaamheidsuitdagingen. Dat spel zou ik van dichtbij willen zien. Om ervan te leren hoe we de terughoudendheid voor ons als private partner kunnen wegnemen. We vergelijken onderwijsverbetering wel met de Deltawerken: een groot en langdurig project dat alleen kan slagen met een goede, gelijkwaardige publiek-private samenwerking.

 

undefined