21 APR, 2023 • Europees nieuws
Waarom een digitale euro?
Nu in Nederland het debat over de digitale euro in alle hevigheid is losgebarsten vroeg Kantoor Brussel van VNO-NCW en MKB-Nederland Klaas Knot, president van de Nederlandsche Bank (DNB), om een situatieschets.
‘Het is nuttig dat het debat over de digitale euro in Nederland is losgebarsten’
In Europa kijkt men met verbazing naar Nederland. Zoals hier het debat over de digitale euro is losgebarsten, zo is dat vrijwel nergens anders het geval. Dat Nederland vooroploopt in de discussie vind ik niet vreemd. We hebben het goed voor elkaar met ons betalingsverkeer. Het is innovatief en efficiënt. Daarom is al snel de vraag: Wat hebben consumenten en winkeliers aan een digitale euro als nieuwe vorm van centralebankgeld? Waarom is überhaupt iets nieuws nodig?
De digitale euro zie ik vooral als de evolutie van cash in een gedigitaliseerde wereld. Net zoals bankbiljetten eeuwen geleden de evolutie van muntstukken waren. Wie naar trends kijkt, ziet het gebruik teruglopen van de papieren biljetten en rinkelende muntjes. In een wereld die zich steeds meer afspeelt via schermen en online winkels, is dat volstrekt logisch. Maar publiek geld (zie hieronder) vervult wel een belangrijke rol als monetair anker in het geldstelsel. Die rol wil je behouden als samenleving.
Publiek versus privaat geld
Publiek geld wordt uitgegeven door de centrale bank. Het is een verplichting van de Europese Centrale Bank die wordt gedekt door de overheid. Daarmee is het de veiligste vorm van geld. Publiek geld in handen van burgers en bedrijven is ons contante geld: bankbiljetten en munten. Publiek geld onderscheidt zich van privaat geld dat wordt uitgegeven door banken. De tegoeden van burgers en bedrijven bij banken zijn dan ook een vordering op de private bank. Publiek en privaat geld zijn een-op-een inwisselbaar, en de inwisselbaarheid tussen beide vormen zorgt voor stabiliteit en vertrouwen in het geldstelsel.
Mede dankzij publiek geld kunnen we ervoor zorgen dat het betalingsverkeer voor iedereen toegankelijk en veilig is en blijft. Ook biedt cash nu veel privacy. Met een digitale euro zouden we dat zoveel mogelijk moeten willen repliceren. Bovenal is belangrijk dat de aanwezigheid van publiek geld een alternatief biedt voor private betaalopties. Hierdoor voorkom je dat grote partijen hun positie zouden kunnen misbruiken. De snelle opkomst van Apple en Google in de betaalketen laat zien dat de betaalmarkt zich kenmerkt door netwerkeffecten waar enkele partijen snel dominant kunnen worden.
Voor winkeliers is het helemaal belangrijk dat er alternatieve betaalmethoden zijn die ze kunnen accepteren. In de vorige eeuw hadden winkelbedrijven – van klein tot groot– voor de acceptatie van hun betalingen een betere onderhandelingspositie ten opzichte van intermediairs, omdat cash een alternatief was. In het e-commerce domein zou met een digitale euro zo’n alternatief van publiek geld zelfs voor het eerst beschikbaar komen. Een Europese betaalmethode, zoals iDEAL in Nederland, die in het hele eurogebied werkt voor onlinebetalingen is er nu nog niet.
Tot slot is betalingsverkeer net als water of als elektriciteit. Zo vanzelfsprekend als stroom uit het stopcontact komt en water uit de kraan, zo vanzelfsprekend is het dat er in de winkel betaald moet kunnen worden. Maar net als bij water of elektriciteit, geldt dat ook op de betaalmarkt voldoende onafhankelijke en autonome dienstverlening beschikbaar moet zijn. Een digitale vorm van cash draagt daar in mijn ogen aan bij. Tegelijkertijd vind ik wel dat zulke essentiële besluiten over de vitale infrastructuur van retailbetalingen niet alleen bij de ECB horen te liggen, maar ook een zaak van de politiek zijn. Ook daarom is het nuttig dat het debat in Nederland is losgebarsten. Nu nog in de rest van Europa.