3 DEC, 2021 • Column
Zet ‘grijze dozen’ niet achteloos bij het grofvuil
De Tweede Kamer nam vorige week een motie aan die het kabinet opriep de bouw van ‘grijze dozen’ tegen te gaan. U weet wel, die grote distributiecentra langs snelwegen. Dit soort logistieke ruimtes heeft een laag knuffelgehalte. Volle stellages in magazijnen, orderpickers, heftrucks, aan- en afrijdende vrachtauto’s: dat beeld kan niet wedijveren met uitgestrekte groene Hollandse weiden, met grazende koeien en knotwilgen langs kleine slootjes.
Onmisbaar
Deze zwart-wit conclusie, zonder analyse en zonder inhoudelijke discussie, kan in ons parlement op een grote meerderheid rekenen. Zorgelijk, want deze veelal hightech ingerichte knooppunten zijn wél een cruciale schakel in ons leven. Distributiecentra zijn onmisbaar, bijvoorbeeld voor het betaalbaar houden van onze duurzaam geproduceerde en gedistribueerde boodschappen, kleding en huisraad. Ze vloeien voort uit het veranderende koopgedrag van de consument. Ook datacenters zijn cruciaal nu alles in de ‘cloud’ gebeurt.
Klimaatopgave
Zo’n Kamermeerderheid tegen grijze dozen raakt aan ons vestigingsklimaat en de werkgelegenheid. Maar ook voor een circulaire economie en het voldoen aan de klimaatopgave, blijft het noodzakelijk dat we logistiek, gestut door data, efficiënt faciliteren. Dat de Tweede Kamer de maatschappelijke meerwaarde van ketenlogistiek kennelijk niet op waarde schat, is zorgelijk. We hebben het hier over 700.000 banen en 65 miljard euro aan toegevoegde waarde.
Inpassing in landschap
Met de overheid werken we door aan de kwaliteit van de gebouwen en hun inpassing in het landschap, zonder hun functie onmogelijk te maken. Dat betekent – op basis van een gedegen visie – samenwerken aan logistieke centra die circulair zijn, energie leveren en passen in het landschap. Want dat groen de nieuwe kleur moet zijn van deze centra, staat ook wat ons betreft buiten kijf.
Marco Wiesehahn-Vrijman
Beleidssecretaris logistiek & mobiliteit
Rik Enequist
Beleidssecretaris ruimtelijke ordening
Dit artikel verscheen als opiniebijdrage in het Financieele Dagblad van 3 december 2021