26 APR, 2023 • Weekbulletin

Branchevereniging aan het woord: VBO

VBO behartigt de belangen van ruim 1.400 makelaars, taxateurs en huurbemiddelaars. Directeur Hans van der Ploeg vertelt.

 

Wat is er te vertellen over de branche en branchevereniging?

‘Van de 11.000 makelaars in Nederland is ongeveer de helft aangesloten bij een van de drie organisaties voor deze doelgroep. Daarvan richt alleen VBO zich op belangenbehartiging en dienstverlening, zonder commerciële belangen. Dus eigenlijk zijn we de enige traditionele branchevereniging. In Nootdorp werken we met een kleine 70 medewerkers. Daar hebben we ook ons eigen opleidingsinstituut en exameninstituut. In Arnhem ontwikkelt onze IT-onderneming software en websites voor makelaars.’

 

Hoe lang bent u al directeur en wat is uw achtergrond?

‘In december vijftien jaar. Hiervoor had ik een eigen makelaarskantoor. Toen had ik al allerlei bestuursfuncties bij VBO. In 2008 werd me gevraagd de directie te voeren. Dat vind ik tot op de dag van vandaag hartstikke leuk. Door mijn achtergrond weet ik waar makelaars en taxateurs voor komen te staan en kan ik dat bij politieke stakeholders goed over de bühne brengen.’

 

Welke actuele kwesties spelen er momenteel voor jullie?

‘Laat ik eerst een paar wapenfeiten noemen. Op initiatief van VBO is er gewerkt aan een centraal tuchtrecht voor makelaars en taxateurs. Dat is sinds begin 2023 gelukt. Het doel is dat ook het NRVT, het register voor taxateurs, zich daarbij aansluit. De functies van makelaar en taxateur zitten vaak nog in één persoon. Nu is het nog zo dat een klant een klacht bij het centraal tuchtrecht kan indienen, maar ook bij het NRVT. Er zijn al voorbeelden dat een taxateur dan twee keer veroordeeld wordt voor hetzelfde vergrijp. Daar moet echt een einde aan komen.

We zijn ook kartrekker geweest van een transparant biedproces door een automatisch biedlogboek in te voeren. Dat laat consumenten en opdrachtgevers zien hoe de biedingsprocedure is verlopen. We hebben het keurmerk ‘Eerlijk Bieden’ in de markt gezet, waarvoor we nog een certificatieregeling voor moeten regelen. Ook op het gebied van huur en verhuur werken we aan een eerlijkere en transparantere markt. Met het keurmerk VerhuurVeilig maken we aan consumenten duidelijk: dit is een bemiddelaar met goede processen en goede cliëntidentificatie, en die niet discrimineert.’

 

En nog meer?

‘In de taxatiewereld speelt nu ongelooflijk veel. Er is nog een weg te gaan om de kwaliteit van taxaties van commercieel en landelijk en agrarisch vastgoed naar een hoger level te brengen. Bij zakelijk vastgoed, met name landelijk agrarisch vastgoed, hebben we nog een andere grote uitdaging. De beroepsgroep van agrarisch taxateurs is aan het vergrijzen. En we hebben heel weinig instroom; de opleidingen zitten niet vol. We moeten zorgen dat er nieuwe taxateurs komen die agrarisch vastgoed gaan taxeren. Ondertussen wordt de markt opgeschud door het gebruik van AI om de waarde van een pand te bepalen.

Verder wordt het nu toch wel echt tijd dat er een wettelijke verankering komt voor ons vak. Ik kan honderd regels opleggen aan mijn achterban, maar er is geen wettelijke verplichting om aangesloten te zijn. Als ze het lidmaatschap van de branchevereniging opzeggen, zijn die regels niet meer van toepassing.’

 

Hoe ziet u de toekomst van uw branche?

‘Die vraag wordt me vaak gesteld. Ik denk dat er een goede toekomst is voor taxateurs. Technologie kan een heleboel vertellen over de waarde van een pand. Maar de emotie rondom zo’n transactie wordt door zo’n model natuurlijk niet begrepen. Consumenten willen horen of ze een goede deal hebben gesloten. We moeten wel zorgen dat de taxateur onafhankelijk is en blijft. En niet beïnvloed wordt door een hypotheekadviseur of financier. Ook makelaars blijven nodig. Met techniek kun je veel, maar er blijft iemand nodig die op een objectieve manier voor je onderhandelt en je zo nu en dan geruststelt. Een huis kopen gaat tenslotte gepaard met veel emotie.

Als branchevereniging doen we het goed. We maken nu als bestuur en directie onze Ronde door Nederland om met leden te overleggen. En daar hebben we ruim 60 procent opkomst! Dat vind ik spectaculair hoog. We vragen ze ook op het podium om te vertellen hoe het met ze gaat. Maar de borrel, de netwerkcomponent is het allerbelangrijkst. Als we als branchevereniging zorgen dat leden elkaar bij ons kunnen vinden, hebben we een goede toekomst.’

 

Waarom zijn jullie lid van VNO-NCW?

‘Ik vind het netwerk bij VNO-NCW, het clubgevoel plezierig. Ik doe daar wel aan cherrypicking. Over onderwerpen die ons raken, is altijd ruimte om te praten met VNO-NCW. Sommige dossiers zijn voor ons te groot om zelf te doen. Dan haken we graag aan bij VNO-NCW. Er zijn genoeg commissies waar we van gedachten kunnen wisselen om het standpunt van VNO-NCW scherper te maken.’

 

Met welke branchedirecteur zou u weleens een dagje willen ruilen?

‘Het makkelijkst is het natuurlijk om een keer met mijn concurrenten te ruilen. Laat mij een dagje directeur zijn bij de NVM en de NVM-directeur bij VBO. Maar als ik brancheoverstijgend mag kijken, zou ik wel een dag de plaats van Fries Heinis van Bouwend Nederland willen innemen. Ik ben heel benieuwd wat die man nou op zijn bureau krijgt.’

 

brancheorganisatieskeurmerkenvakopleiding