21 JAN, 2025 • 25-123134

Brief sociale partners 16 januari 2025 aan de VC SZW inzake Betrouwbare en uitvoerbare transitie naar het nieuwe pensioenstelsel

Per 1 januari 2025 zijn de eerste drie pensioenfondsen, waar zo’n 200.000 mensen hun pensioen hebben opgebouwd, overgestapt naar het nieuwe pensioenstelsel. Dat is een heel bemoedigende en positieve ontwikkeling. Zoals verwacht zien we dat de op 1 juli 2023 aangenomen Wet toekomst pensioenen goed kan worden geïmplementeerd. Dit bevestigt dat het proces vanaf de vormgeving van de arbeidsvoorwaarde pensioen, het mandaat van de sociale partners, tot aan de indiening van het implementatieplan door een pensioenfonds bij DNB goed en evenwichtig kan worden doorlopen. De transitie krijgt vaart en die vaart willen we er graag in houden.

We blijven als sociale partners benadrukken dat bij alle veranderingen veel zaken in het nieuwe pensioenstelsel hetzelfde blijven. In de tweede pensioenpijler kunnen deelnemers blijven rekenen op een levenslang ouderdomspensioen en nabestaandenpensioen, werkgevers en werknemers blijven samen pensioenpremie inleggen, het pensioenvermogen blijft gezamenlijk belegd en pensioenen blijven bij dezelfde pensioenuitvoerder.

De transitie naar het nieuwe pensioenstelsel is niettemin onmiskenbaar een majeure operatie. Voor een zorgvuldige transitie is een stabiel en voorspelbaar wettelijk kader voor de komende jaren cruciaal. Wijzigingen die op het oog misschien beperkt lijken, grijpen in de regel vaak in op het nieuwe pensioenstelsel en de gemaakte afspraken. Hierdoor is het mogelijk dat het hele proces vanaf de vormgeving van de arbeidsvoorwaarde pensioen tot aan vaststelling transitieplan opnieuw moet en dat zou zeer tijdrovend en kostenverhogend zijn.

De (oud-)werknemers en gepensioneerden om wie het gaat, worden daar ook niet beter van. Niet alleen blijven zij nog langer in onzekerheid over de gevolgen voor hun pensioen, ook heeft het grote budgettaire gevolgen wanneer de hervorming wordt uitgesteld. Dit geldt niet alleen voor de betrokken pensioenfondsen en hun deelnemers. Uitstel van de transitie kost ook honderden miljoenen tot enkele miljarden aan belastinggeld[1].

Sinds de zomer van 2023 zijn er op zorgvuldige wijze voor miljoenen mensen door vakbonden en werkgevers afspraken gemaakt. In feite is daarmee de arbeidsvoorwaardelijke fase voor het grootste deel van de pensioendeelnemers al afgerond. Dit feit, en de constatering dat de eerste pensioenfondsen per 1 januari 2025 de nieuwe afspraken al succesvol hebben geïmplementeerd en de andere fondsen al ver gevorderd zijn, geven ons het vertrouwen dat deze grote stelseltransitie door alle betrokken partijen goed zal worden voltooid.

Dit neemt niet weg dat we als sociale partners nauwlettend in de gaten blijven houden hoe de transitie verloopt. Op korte termijn kunnen wij de inzichten die wij daarover hebben, toetsen op basis van de komende rapportage van onder andere de Regeringscommissaris transitie pensioenen. Tevens krijgen alle pensioenfondsen na de invaarbeoordeling door De Nederlandsche Bank te maken met de additionele controles. Deze controles worden uitgevoerd door een externe accountant en actuaris. Zo zijn er adequate checks and balances op het transitieproces.

Wij vragen u daarom om gemaakte afspraken na te komen en bij te dragen aan een betrouwbare en uitvoerbare transitie naar het nieuwe stelsel. Deze transitie is gebaat bij stabiliteit en voorspelbaarheid vanuit de wetgever. Uiteraard zijn wij van harte bereid de stand van zaken met betrekking tot de pensioentransitie nader aan u toe te lichten.

Met vriendelijke groet,

Ingrid Thijssen
Voorzitter VNO-NCW

Tuur Elzinga
Voorzitter FNV

Jacco Vonhof
Voorzitter MKB-Nederland

Piet Fortuin
Voorzitter CNV

Ger Koopmans
Voorzitter LTO

Nic van Holstein
Voorzitter VCP

 

[1] Zie brief aan Tweede Kamer d.d. 19 juni 2024 van voormalig minister Schouten: ‘Consequenties aanpassen Pensioenwet’.

pensioenenpensioenstelsel