6 FEB, 2025 • 25-123165

Inbreng Gastvrij Nederland Commissiedebat Toerisme en Recreatie van 12 februari 2025

Geachte dames en heren,

Op 14 januari jl. hebben wij de Ondernemersagenda van de Gastvrijheidssector aan een groot aantal van u mogen overhandigen. Nogmaals bedankt dat u de tijd en aandacht heeft genomen om naar de pitches over onze vijf speerpunten te luisteren. Dit waarderen wij zeer.

Wij hebben toegezegd u ter voorbereiding van het Commissiedebat Toerisme en Recreatie van 12 februari aanstaande nog wat aanvullende input en voorbeelden toe te sturen, passend bij een aantal van de thema’s uit onze Ondernemersagenda (zie bijlage).

In deze brief van Platform Gastvrij Nederland brengen wij deze graag onder uw aandacht. Los hiervan heeft u rechtstreeks van enkele brancheverenigingen separate inbreng ontvangen, zoals het Regeldruk Actieplan Horeca van Koninklijke Horeca Nederland en de handreiking Regeldruk van HISWA-RECRON[1].

  1. Ruimte voor ondernemen en recreëren 

De ruimte voor recreatie staat onder druk, omdat deze niet automatisch wordt meegenomen bij de herinrichting van ons land en de woningbouwopgave. Er is nu al een groot tekort aan recreatieruimte en dat wordt met een groeiende bevolking nog groter.

De ruimte in Nederland is schaars en daarom is het belangrijk om ruimte voor recreatie en toerisme te combineren met andere functies, zoals bijvoorbeeld natuur- en landschapsontwikkeling, waterberging, landbouw en de woningbouwopgave. Er zijn mooie voorbeelden waar ondernemers dit zelf al in de praktijk brengen[2].

Er liggen grote koppelkansen als hier aan de voorkant in het ruimtelijk beleid rekening mee wordt gehouden en er gezamenlijk wordt opgetrokken met ondernemers in de vrijetijdseconomie.

In 2025 kunnen er belangrijke stappen gezet worden, maar daar is wel actie voor nodig. Betrek ondernemers en gebruikersorganisaties uit de gastvrijheidssector daarom nu vroegtijdig bij het opstellen en de uitwerking van het ruimtelijk beleid, zoals de Nota Ruimte en provinciale en gemeentelijke omgevingsvisies.

De Landelijke Raad voor Toerisme en Recreatie kan hier een belangrijke rol spelen. Geef de raad daarom de opdracht om in 2025 – met ondernemers en de diverse overheden – een actieagenda op te stellen hoe ruimte voor recreatie gekoppeld en geborgd kan worden in het ruimtelijk beleid op alle niveaus.

  1. Flexibele personeelsinzet 

De gastvrijheidssector wordt bezocht in pieken. Dat geldt voor tijdstippen en periodes (met name ’s avonds, in het weekeinde en op feestdagen) maar ook weers- en seizoensinvloeden zorgen voor piekmomenten en – perioden.

Daarom bestaan in de gastvrijheidssector niet veel ‘van 9 tot 5’ banen. Het is voor ondernemers in de gastvrijheidssector om die reden van levensbelang om met hun personeelsinzet flexibel te kunnen inspelen op deze momenten. Gelukkig zoekt een groot deel van de medewerkers in de gastvrijheid ook zelf naar flexibiliteit. Uiteraard mag flexibel werk niet leiden tot onzekerheid. De sector spant zich in om de juiste balans te bewaken tussen behoud van flexibiliteit en zekerheid voor medewerkers. Hierover worden bijvoorbeeld – samen met vakbonden – sectorspecifieke afspraken in cao’s gemaakt.
In het conceptwetsvoorstel ‘Meer zekerheid voor flexwerkers’ worden oproepcontracten, zoals bijvoorbeeld nulurencontracten, afgeschaft en komt daarvoor een basiscontract (het zogenoemde bandbreedtecontract) in de plaats. Er komt een uitzondering voor studenten en scholieren, die dan wel op basis van een nulurencontract mogen werken, mits zij op jaarbasis niet meer dan maximaal gemiddeld 16 uur per week werken.

Werkgevers worden volledig verantwoordelijk voor de controle of de scholier of student (nog) aan de voorwaarden voldoet (inschrijving bij een onderwijsinstelling) om een oproepcontract te kunnen aangaan. Op papier klopt het misschien, maar in de praktijk wordt het onwerkbaar en betekent het enorm veel regeldruk en risico’s erbij voor werkgevers.

Onze oplossing: Laat dat urencriterium los, de werknemers waar het hier om gaat willen zelf ook flexibiliteit, en maak hen zelf verantwoordelijk voor (de juistheid van) het bewijs van de inschrijving bij de onderwijsinstelling.

  1. Kleine reisorganisaties dupe van onbedoeld effect DAC7 richtlijn 

Begin 2023 is de DAC7[3]-richtlijn in werking getreden. Het betreft een richtlijn die is bedoeld om transparantie te brengen in financiële transacties bij digitale platforms. Met helaas een onbedoeld effect voor met name de kleinere reisondernemers die ons land rijk is. Zij gebruiken vaak een website om hun klanten enthousiast te maken voor een mooie reisbeleving met bijzondere momenten en kunnen hierdoor al snel worden aangemerkt als ‘platformexploitant’ in het kader van DAC7. Hierdoor ontstaat een nieuwe, extra rapportageplicht.

Deze rapportageplicht brengt kosten en administratieve last met zich mee. Daarbij geldt dat er veel informatie gevraagd dient te worden van toeleverende organisaties. Terwijl de kleinere reisorganisatie helemaal niet in de positie is om de benodigde DAC7-informatie als (inkoop)voorwaarde te stellen. Dit soort bedrijven neemt vaak pas contact op met een toeleverancier zodra vaststaat dat de reis met voldoende deelnemers doorgaat.

Grote gevolgen voor de ondernemers:

Begin januari 2025 is er een enquête uitgezet onder de bijna 500 leden van de Vereniging van Kleine Reisorganisaties (VvKR, lid van het Platform Gastvrij Nederland). De 117 respondenten vertegenwoordigen 40 tot 50% van de leden van wie we nu vermoeden dat zij te maken kunnen krijgen met DAC7.

 

Uit de reacties kwam het zorgwekkende beeld naar voren dat 27% van hen aangaf te zullen (moeten) stoppen als touroperator of ten minste 50% omzetdaling verwacht in het geval zij DAC7- rapportageplichtig zouden worden. Dit heeft vooral te maken met het feit dat kleinere reisorganisaties hun ‘verkopers’ (zoals accommodaties) niet kunnen dwingen om de voor DAC7-rapportage vereiste (privé)gegevens beschikbaar te stellen. Volgens de huidige regels zou daardoor de zakelijke relatie moeten worden verbroken en mogen de betreffende reisproducten niet meer worden verkocht.

 

VvKR heeft vorig jaar een werkgroep ingesteld om het probleem grondig te verkennen. Er zijn webinars georganiseerd voor de leden, waarbij ook het DAC7-team van de Belastingdienst aanwezig was. Deze activiteiten hebben niet direct geleid tot een verheldering van de uitwerking van de richtlijn voor deze branche. Het heeft wel de spanning verhoogd en het aantal vragen vermenigvuldigd.

Met ondersteuning van Ernst & Young Belastingadviseurs is VvKR vervolgens in gesprek getreden met het DAC7-team van de Belastingdienst. Uit dit gesprek heeft de organisatie de indruk dat het DAC7-team oog begint te krijgen voor de verschillen tussen de bij VvKR aangesloten reisorganisaties en échte platformexploitanten. We hebben de indruk dat ze willen meedenken over mogelijke oplossingen.

We verzoeken u de minister van Economische Zaken te vragen deze casus onder de aandacht te brengen bij het ministerie van Financiën. Via Financiën moet worden bevorderd dat de branche in samenspraak met de Belastingdienst en de Europese Commissie tot een bevredigende oplossing komt. Dit is nodig voor de (kleinere) reisorganisaties die de dupe dreigen te worden van de onbedoelde effecten van DAC7.

  1. Verduurzaming 

Medio 2021 is de Europese richtlijn over het verminderen van eenmalig plastic in werking getreden.[4]. De lidstaten hebben de vrijheid hoe die reductieverplichting moet worden ingevuld. Het doel van de richtlijn is helder: de hoeveelheid eenmalig plastic dat in het milieu terecht komt flink terugdringen en milieuschade verminderen. Uiteraard ondersteunt Gastvrij Nederland de doelstellingen van verdere verduurzaming en circulariteit volledig. Graag vragen wij wel aandacht voor de uitvoerbaarheid en effectiviteit van de regelgeving.

In Nederland is de Europese richtlijn uitgewerkt in de Regeling kunststofproducten voor eenmalig gebruik, waarin onderscheid wordt gemaakt tussen consumptie ter plaatse en ‘on the go’. In het kort geldt voor consumptie ter plaatse dat eenmalig plastic verboden is en herbruikbaar de norm is. Optioneel kan hoogwaardige recycling worden toegepast, maar dat vereist hoge inzamelpercentages en een registratieverplichting. Voor ‘on the go’ geldt dat eenmalig plastic bekers en verpakkingen mogen worden verkocht met een plastic toeslag. De ondernemer moet daarnaast verplicht een herbruikbare variant aanbieden of werken met ‘Bring Your Own’.

Deze wetgeving heeft zeer grote gevolgen voor met name horecaondernemers in de fastservice, partycatering, dagattractiebedrijven (dierentuinen en pretparken) en ondernemers die ook evenementen organiseren. Zij moeten herbruikbare bekers en verpakkingen aanschaffen, een statiegeldsysteem opzetten, het kassasysteem aanpassen om de toeslag te registeren, extra wasfaciliteiten organiseren, etc.

Dagattractiebedrijven worden in de segmentatie gezien als één locatie, waar eten en drinken dus als consumptie ter plaatse beschouwd wordt. Attractiepark: “Dit maakt dat we bij de horecaverkooppunten géén wegwerp/ eenmalig gebruik plastic (met toeslag) mogen gebruiken. In werkelijkheid is er door de grote geografische oppervlakte van ons park sprake van een omgeving vergelijkbaar met een kleine stad of dorp, waar 59 horecaverkooppunten hun eigen karakter hebben en het grootste deel van onze gasten on-the-go consumeert. Een segmentatie per verkooppunt zou veel logischer zijn, voor onze gasten én in de exploitatie. In de huidige vorm zouden bezoekers veel moeite moeten doen om herbruikbare producten in te leveren, waar zij niet toe bereid zijn en met grotere negatieve impact in het restafval tot gevolg. De oplossing wat ons betreft is segmentatie op verkooppunt niveau gelijk trekken zoals op iedere horecalocatie.”

De regels zijn niet alleen ingewikkeld in de uitvoering, er is ook veel onduidelijkheid over. Ondernemers hebben bovendien te maken met een starre houding bij de toezichthouder. Dagattractiebedrijven worden namelijk beschouwd als één locatie met consumptie ‘ter plaatse’. De werkelijkheid van een pretpark is dat er op het terrein vaak verschillende restaurants zijn met consumptie ter plaatse, maar dat er ook meerdere uitgifteloketten zijn waar sprake is van verkoop voor consumptie ‘on the go’.

We zien ook dat er veel onduidelijkheid is over wat nu de duurzamere keuze is, vooral als het gaat om bekers. Het hangt van veel factoren af of een herbruikbare beker van dikker plastic ook daadwerkelijk duurzamer is dan een beker met een dunne plastic coating. Herbruikbare bekers moeten na ieder gebruik worden gewassen, wat ook een milieubelasting betekent. Daar naast blijkt uit de praktijk dat herbruikbare bekers lang niet altijd voldoende worden gebruikt, niet heel blijven, lang niet altijd worden terug gebracht en deels alsnog in het milieu terecht komen. Is herbruikbaar dan wel duurzamer dan een heel dun laagje plastic?

Wat we zien als oplossing:

  1. Sta toe dat bekers en bakjes met maximaal 5% plastic worden gebruikt, maar dan wel zonder verplichte inzamelpercentages en zonder meld- en rapportageplicht, totdat er een werkbaar alternatief is voor een coating die geen plastic bevat.
  2. Er moet een goed, gedegen onderzoek komen naar wat nu écht de duurzamere keuze is; herbruikbaar plastic of papier/karton met een dunne plastic coating. Op basis van dat onderzoek moeten fundamentele keuzes gemaakt worden in de regelgeving
  3. Maak onderscheid op basis van uitgiftepunten zodat een pretpark niet wordt gezien als één locatie en dus ook ‘to go’ -regels bij kiosken en uitgiftepunten kan toepassen.
  4. Focus op gedrag van gasten. Publiekscampagnes zijn hier veel meer van toegevoegde waarde.

We willen u vragen bovenstaande input, passend bij de thema’s uit de Ondernemersagenda van de gastvrijheidssector, te betrekken bij de voorbereiding van het commissiedebat Toerisme van 12 februari 2025. En tijdens het debat de minister van Economische Zaken vragen te stellen over deze onderwerpen: hoe gaat hij zijn verantwoordelijkheid nemen als coördinerend minister op het gebied van toerisme en recreatie? En zo de vele ondernemers die de prachtige gastvrijheidssector in ons land rijk is helpen bij het oplossen van de problemen waar ze tegenaanlopen?

Met gastvrije groet,

Riemer Rijpkema
Voorzitter Platform Gastvrij Nederland

Platform Gastvrij Nederland, een initiatief van VNO-NCW en MKB-Nederland, zet zich in voor een bloeiende gastvrijheidssector in Nederland. Leden:

ANVR, ANWB, CLC-VECTA, Club van Elf, FEC Nederland, Federatie Cultuur, HISWA-RECRON, Holland Casino, Koninklijke Horeca Nederland, Koninklijk Nederlands Vervoer, Museumvereniging NBTC Nederlands Bureau voor Toerisme & Congressen, Family Entertainment Centers Nederland, Platform Ondernemende Sportaanbieders POS, Nederlandse Vereniging van Golfaccomodaties (NVG), Schiphol Group, VvKR, Vereniging van Evenementenmakers VVEM, Vereniging Nederlandse Poppodia en -Festivals Vereniging van Vrije Theaterproducenten VVTP, Federatie van werkgeversverenigingen in de Cultuur, Vereniging van Fabrikanten & Groothandelaren in Sportbenodigdheden (FGHS).

 

[1] https://assets.khn.nl/uploads/8218-KHN-Regeldruk-actieplan-Horeca-digitale.pdf, https://www.hiswarecron.nl/kennisbank/lastendruk-regie-op-regeldruk

 

[2] https://www.eftepedia.nl/lemma/Klaterwater

 

[3] ‘Directive on Administrative Cooperation 7’, is de zevende versie van een reeks Europese richtlijnen die de samenwerking tussen belastingautoriteiten in de EU verbeteren.

[4] Single Use Plastics richtlijn, https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX%3A32019L0904&from=EN