9 OKT, 2024 • Brief

Aandachtspunten begroting ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening 2025

Aan de voorzitter en de (plv.) leden van de Vaste Commissie voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening van de

Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018

2500 EA DEN HAAG

 

B r i e f n u m m e r 24-122845

O n d e r w e r p Aandachtspunten begroting VRO 2025

D e n H a a g, 7 oktober 2024

 

Geachte dames en heren,

In de Troonrede van de Koning doorklinkt het belang van ondernemers en ondernemerschap. Een welkome boodschap die wij graag vertaald zien in stabiel en voorspelbaar beleid met een scherpe focus op uitvoeren en het wegnemen van belemmeringen. Graag geven VNO-NCW en MKB-Nederland u enkele aandachtspunten mee bij de behandeling van de begroting van het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. Voor brede welvaart is van groot belang dat er méér woningbouwlocaties worden aangewezen en dat plannen snel en krachtig worden uitgevoerd. Voor een toekomstbestendige economie zijn nationale ruimtelijke besluiten nodig in de Nota Ruimte en de visie op de ruimtelijk-economische structuur.

Meer woningbouwlocaties en krachtige uitvoering

Het terugdringen van het woningtekort – landelijk is het tekort 400.000 woningen – is terecht een van de topprioriteiten van het kabinet. Het is nu zaak om te zorgen dat er niet alleen plannen liggen – maar dat tot realisatie wordt overgegaan. Daar zijn snellere procedures en voldoende vergunningen voor nodig. Het kabinet zet stappen om woningbouw te versnellen en heeft in de begroting aangegeven hoe de middelen voor versnelling van woningbouw (€5 mld euro voor deze kabinetsperiode) te spenderen. In 2025 werkt het kabinet een ‘realisatiestimulans’ voor gemeenten uit: wij vinden van belang om tempo in de uitvoering te belonen. Tevens wil het kabinet tot afspraken komen met overheden, bouwers en investeerders op een Woontop eind 2024. Welkome stappen die bijdragen aan méér woningen.

Als ondernemersorganisaties vinden wij het van groot belang dat het kabinet in 2025 meer locaties voor woningbouw aanwijst in de Nota Ruimte, zodat de doelstelling van 100.000 woningen per jaar eenvoudiger en efficiënter behaald kan worden. Daarmee vermijden we verdere verdringing van ruimte voor economische functies, zoals ruimte voor werklocaties, economie en recreatie. Om die woningen en bedrijventerreinen te ontsluiten, is op korte termijn effectieve inzet van de aanvullende middelen voor infrastructuur nodig (€2,5 mld in de komende kabinetsperiode), waarbij die projecten gekozen worden die ook stikstofruimte (kunnen) krijgen. Wij zien graag dat de Tweede Kamer er scherp op toeziet dat er meer ruimtelijke mogelijkheden komen voor woningbouw en de noodzakelijke infrastructuur.

Versnel procedures, versterk regie en stuur op haalbare plannen

De Wet versterking regie volkshuisvesting (Wvrv) – waarvoor uw Kamer nog dit jaar een nota van wijziging ontvangt – moet doen wat hij belooft. Deze wet moet zich in onze ogen voornamelijk richten op het substantieel versnellen van de woningbouw, zorgen voor een juridische basis voor stevige bestuurlijke afspraken en het verkorten van procedures voor bezwaar en beroep. Het eerdere consultatievoorstel had goede intenties, maar was complex in de uitwerking. De haalbaarheid van de gewenste productie van 100.000 woningen per jaar staat onder druk door een uniforme nationale eis te stellen aan betaalbaarheid. Wij zouden graag zien dat er bij eisen aan betaalbaarheid ruimte is voor maatwerk, zodat het woningbouwprogramma past bij de vraag en de situatie op de verschillende (regionale) woningmarkten die in ons land bestaan. Door het bouwprogramma beter te laten aansluiten op de vraag komt tevens de doorstroming beter op gang – waardoor meer mensen een woning kunnen vinden die past bij hun wensen. Daarnaast zien wij kansen door de rechtspraak te versterken – en door te zorgen dat minder zaken bij de hoogste rechter terecht komen1. Wij zien graag dat u dit meeneemt in de verdere behandeling van de wet in uw Kamer.

Zorg voor een beter investeringsklimaat voor woningbouw

Ook zou het investeringsklimaat voor de woningbouw moeten verbeteren. Wij hebben eerder uw aandacht gevraagd voor verlaging van het tarief van de overdrachtsbelasting (niet zijnde de ‘eigen woning’). Wij zien het als een eerste stap in de goede richting dat er nu wordt gekozen om dit tarief te verlagen – aangezien deze verlaging de business case voor woningbouw door investeerders, projectontwikkelaars en woningcorporaties verbetert.2 Wij betreuren het wel dat de verlaging pas in 2026 kan worden gerealiseerd. Daar komt bij dat in de begroting VRO het kabinet een expliciet voorbehoud plaatst en de verlaging afhankelijk maakt van afspraken over ‘extra prestaties’ met woningcorporaties en private verhuurders. Daarmee wordt in onze ogen een onwenselijke beleidsonzekerheid gecreëerd.

Rond de vennootschapsbelasting vragen wij aandacht voor de gevolgen van de zogenoemde ‘anti-fragmentatiemaatregel in de renteaftrekbeperking’. Door de gekozen vormgeving wordt een specifieke sector (vastgoed) geraakt. Wij begrijpen dat de maatregel is gericht tegen het opknippen van vastgoedportefeuilles teneinde meerdere malen gebruik te maken van het drempelbedrag van € 1 miljoen. Het roept de vraag op of een sectorspecifieke uitzondering juridisch houdbaar is. Bovendien raakt de huidige maatregel ook kleinere investeerders in vastgoed waar van opknippen geen sprake is. Naar ons oordeel ligt het meer voor de hand om in de vormgeving van de anti-fragmentatiemaatregel aan te sluiten bij bestaande begrippen die niet sectorsecifiek uitwerken, bijvoorbeeld de zogenoemde ‘samenwerkende groep’.

Vervolg op succesvolle aanpak transformatie winkelgebieden is gewenst

In 2024 eindigt de impulsaanpak voor transformatie van winkelgebieden. Wij vinden dat deze succesvolle aanpak voortzetting verdient: dankzij de nu aflopende regeling van €100 mln worden 4000 woningen toegevoegd3. Dat draagt bij aan betere benutting van bestaande gebouwen, is goed voor leefbaarheid van dorpen en steden en vergroot het draagvlak voor voorzieningen. Volgens berekeningen van de Rijksoverheid kunnen in alle winkels die nu leegstaan zo’n tienduizend woningen worden gerealiseerd4. Wij zouden graag zien dat u ervoor zorgt dat transformatie – ook van winkelgebieden – meer structureel wordt gestimuleerd – en dat uw Kamer het kabinet oproept dit te betrekken bij de nadere uitwerking van de Woningbouwimpuls 2.0 en de Realisatie-impuls.

1 Zo kan voorselectie van rechtszaken ertoe bijdragen dat minder zaken bij de Raad van State terecht komen. Neprom 2024

2 Over nieuwbouwwoningen is als hoofdregel geen overdrachtsbelasting maar btw verschuldigd. De tariefverlaging heeft echter wel positieve invloed bij toekomstige verkoop en daarmee op de businesscase.

3 Waarvan 1600 sociale huur en 1700 betaalbare woningen. In november 2024 volgt de toekenning of afwijzing van de aanvragen uit de laatste ronde van de huidige impulsaanpak. Er zijn veel meer aanvragen dan beschikbaar budget; er is 87 miljoen euro aangevraagd en er is 22 miljoen euro beschikbaar. Zie ook: https://www.dnws.nl/impulsaanpak-winkelgebieden/

4 Zie ook Min BZK 2024 Kamerbrief voortgang transformatie woningen juni 2024.

Handelingsperspectief voor ondernemers bij verduurzaming gebouwde omgeving Aandacht voor handelingsperspectief voor burgers en, met name kleine, bedrijven is bij uitstek van belang bij de verduurzaming van de gebouwde omgeving. In die gebouwde omgeving bevindt zich een enorm scala aan bedrijfspanden: van kantoren en winkels tot werkplaatsen en horeca. Soms zijn ondernemers ook eigenaar van hun pand. In andere gevallen zijn pandeigenaar en ondernemer verschillend. Specifiek noemen we:

  • Handelingsperspectief voor (kleine) ondernemers: positief is dat woningeigenaren via het Nationaal Isolatieprogramma hun pand met een investeringspremie (ISDE) kunnen isoleren. De winkelier of bakker naast die woningeigenaar wil graag dezelfde isolatiemaatregelen treffen, maar komt niet voor deze investeringspremie in aanmerking. Dat is een gemiste kans, want juist kleine ondernemers ontbreekt het voldoende financiering en middelen. Zij krijgen nu geen toegang tot het Nationaal Isolatieprogramma. Van belang is dat de ISDE-regeling wordt aangepast, zodat naast huishoudens ook kleine ondernemers toegang krijgen.
  • Simpele regels. Duidelijkheid welke verplichtingen gelden voor verduurzamen van gebouwen, en simpele vormgeving daarvan is nodig. Wij zien dat er bijvoorbeeld nog steeds een dubbele verplichting wordt gehanteerd: én een minimaal energielabel (naar aanleiding van de nieuwe Europese regels in de EPBD), én voldoen aan de energiebesparingsplicht. Zeker voor ondernemers die hun pand in eigen beheer hebben, leidt dit tot Wij vragen om voortaan één plicht te hanteren voor het verduurzamen van gebouwen.
  • Randvoorwaarden op Voor het tot uitvoering brengen van de energietransitie in de gebouwde omgeving is het cruciaal dat de randvoorwaarden op orde zijn. Het gaat om capaciteit van het net, de beschikbaarheid en aanleg van warmte-infrastructuur en duurzame warmtebronnen, voldoende vakmensen en snelle procedures voor benodigde vergunningverlening.

Nationale ruimtelijke keuzes nodig voor een toekomstbestendige economie

Wij beschouwen het vlottrekken van de ruimtelijke ordening als een van de belangrijkste onderdelen van een sterker Nederland. Voor een duurzame en toekomstbestendige economie is het essentieel dat er voldoende fysieke ruimte én milieuruimte beschikbaar is voor bedrijven. Wij waarderen dat het kabinet een proactieve aanpak heeft om deze ruimte te waarborgen in de Nota Ruimte en de visie op de ruimtelijke en economische structuur – die beide in de eerste helft van 2025 verschijnen. Daarbij moet in het ruimtelijk beleid gestuurd worden op bescherming en ontwikkeling van kostbare locaties voor werk en economie met milieuruimte.

Om te borgen dat dit daadwerkelijk gebeurt, is van belang dat concrete nationale doelstellingen worden vastgesteld – die waar nodig taakstellend worden doorvertaald naar provincies en gemeenten, zoals bij de woningbouwopgave. Daarbij zullen samenwerkingsafspraken met de andere overheden en bedrijfsleven belangrijk zijn, waarbij Rijk of de provincie doorzettingsmacht gebruikt als doelen niet behaald worden.56

Als u vragen heeft naar aanleiding van onze inbreng, kunt u contact opnemen met Rik Enequist.

Met vriendelijke groet,

Irene Linthorst
Directeur beleid

5 Zoals we recent zagen in Amsterdam – waar het Cornelis Douwesterrein in Amsterdam-Noord door de provincie werd bestempeld als bedrijventerrein van provinciaal belang. Provincie Noord-Holland 2024

6 Zie ook onze inbreng voor het debat over ruimtelijke ordening: VNO-NCW en MKB Nederland 2024 Inbreng debat RO 2 okt 2024

ruimtelijke ordening

Downloads