14 MEI, 2015 • Omslag

‘We líepen in Nederland voorop met internet’

De wereld is het nieuwe speelveld in de digitale economie, zegt Google directeur Pim van der Feltz. Maar Nederlandse ondernemers lopen zich kapot op de grenzen van hun veel te kleine thuismarkt. ‘De digitale interne markt moet nú van de grond komen.’

Vorige week kwam de Europese Commissie met een pakket maatregelen om van Europa één digitale interne markt te maken. Dat zal grote impact hebben op de hele economie, zegt Google-directeur Pim van der Feltz, en is belangrijk voor álle sectoren. Dus niet alleen voor bedrijven die digitale diensten aanbieden, maar ook – bij wijze van spreken – voor de bakker op de hoek. Echte kritiek wil Van der Feltz nog niet geven. Ook niet op de aangekondigde onderzoeken van de Europese Commissie naar de rol van online platforms als Google. ‘Het is nog te vroeg’, zegt de Google-directeur. ‘Maar hoe sneller Europa werk maakt van de digitale markt, hoe beter.’

Het pakket moet een einde maken aan de wirwar van nationale regels die in elk land weer anders zijn. Daarmee wordt digitale handel gestimuleerd, wat 415 miljoen aan extra groei moet opleveren. Geoblocking, het verbieden van internetdiensten die vanuit andere Europese landen worden aangeboden, kan straks bijvoorbeeld niet meer als het aan eurocommissaris Andrus Ansip ligt. Er moet een sterke en goedkopere Europese postmarkt komen, burgers moeten bij webwinkels in alle Europese landen producten kunnen bestellen en regels voor bijvoorbeeld copyright en auteursrecht moeten gelijk getrokken worden.

‘Bedrijven kunnen in de toekomst op precies het juiste moment op de juiste manier bieden wat de consument of een gebruiker wil’, zegt Van der Feltz. ‘Een voorbeeld: in de landbouw hoef je geen groot maïsveld meer op één manier te behandelen, maar kun je met sensoren en micro-camera’s op letterlijk elke vierkante centimeter precies doen wat daar moet gebeuren. Dat gaat onze hele economie veranderen.’

Is de ondernemer daar echt mee bezig?
‘Veel bedrijven pakken die kansen met twee handen aan en gaan hun klanten op nieuwe manieren bedienen. Die beseffen ook – en dat is essentieel – dat ze internationaal móeten opereren. Sommigen zijn nog veel te veel bezig met behouden wat ze hebben. Ik zie ondernemers die vanuit Noordoost Groningen de hele markt bestrijken, maar ook grote bedrijven die niet eens hun website geschikt voor mobiel hebben gemaakt.’

Welke rol moet de Nederlandse overheid hierin spelen? Zonder actieve lidstaten stranden de plannen van Ansip.
‘Laat ik voorop stellen dat de Nederlandse overheid een hoop dingen al heel goed doet. Bijvoorbeeld met de aandacht voor startups, die veelal met digitale diensten bezig zijn waarvan succes niet altijd zeker is. Ik denk dat het heel belangrijk is voor de Nederlandse overheid om een leidende rol te nemen en in de EU te zorgen voor één interne markt. Als er iets een probleem is voor met name kleinere bedrijven is het de grootte van onze markt. Dan loop je in Nederland tegen de grenzen aan. We hebben in Europa feitelijk een grote markt, maar er is een lappendeken aan regels. Dat is voor bedrijven zo’n barrière. En juist voor Nederland is het essentieel om dat goed te regelen. Elk bedrijf zal moeten exporteren en op de internationale markt zijn bijzonderheid moeten doen.’

Ondernemers lopen elke dag tegen problemen aan, zegt Van der Feltz. Gekmakende regeltjes die in elk Europees land weer anders zijn. Grote bedrijven hebben wellicht afdelingen die voor elk land wel even de handleiding doorpluizen, maar kleinere bedrijven hebben die luxe niet. ‘Bijvoorbeeld btw-regels, die zijn overal anders’, zegt Van der Feltz. ‘Of consumentenrecht. Kijk, dat er consumentenbescherming moet zijn, daar is iedereen het over eens. Maar dat in elk land anders is geregeld binnen hoeveel dagen de consument iets mag ruilen of terugsturen… dat is niet te doen! Ik kan met mijn Nederlandse Netflix-abonnement niet dezelfde films zien in België omdat filmrechten daar anders zijn geregeld. Of dichter bij huis, privacy. Europese regels worden op 28 verschillende manieren geïmplementeerd. En copyright…’ Hij zucht diep. ‘Als je iets moois gemaakt hebt, hoe regel je dat? Niet te doen. En dat is ontzettend zonde. Daarom moet die interne markt er komen.’

‘Wij liepen in Nederland enorm voorop met internet. Maar nu is het in veel andere Europese landen ook ontdekt. Daar maakt ik me zorgen over. Duitsland, Frankrijk en Italië zijn landen met een veel grotere thuismarkt. Daar kunnen bedrijven een veel grotere schaal bereiken. Juist voor ons is het belangrijk om de regeldruk van internationaal zaken doen fors te verminderen. We moeten écht naar één Europese markt, met één set van regels. Dit stukje zal geen enkel bedrijf zelf kunnen regelen.’

En anders verliezen we de strijd met de rest van de wereld?
‘Ik denk niet zo in die termen, maar het is gewoon belangrijk voor de toekomst van het verdienvermogen van Nederland. Gebruikers ontdekten al veel eerder dan bedrijven dat er minder grenzen zijn dan vroeger. Dat hoort bij deze revolutie. Ik hoop dat het vertrouwen in het internet sterker wordt, dat nog meer grenzen vervagen.’

Dat vertrouwen is er op dit moment niet bij de consument, vooral als het gaat om privacy en big data.
‘Ik zal de eerste zijn om toe te geven dat daar nog een slag te maken valt. Mensen moeten in de toekomst nog meer zelf beslissen welke data ze delen. Daar hebben we bij Google het dashboard voor. We geloven dat gebruikers zelf keuzes kunnen maken, bijvoorbeeld met Google Now, een soort digitale assistent. Ik deel bewust mijn agenda, maar geef wel door dat mijn locatie niet met derden mag worden gedeeld. Een geweldige dienst, maar ik wil er zelf voor kiezen. Privacy gaat over keuzes maken. En bedrijven moeten daar het voortouw in nemen.’

Wordt die discussie in Europa anders gevoerd dan in de VS of China?
‘Natuurlijk heeft privacy te maken met cultuur. Maar de kern is dat de gebruiker beslist. Of bedrijven het makkelijker hebben in die landen? Dat vind ik niet relevant. Laten we beginnen met Europa, of nog dichterbij, met Nederland. Daar ligt nu een pakket Europese maatregelen waarmee we sneller kunnen opschalen naar een markt met meer dan een half miljard consumenten. Hoe eerder Europa de huidige belemmeringen wegneemt, hoe beter dat is voor Nederlandse ondernemers.’

Wie is Pim van der Feltz?

Pim van der Feltz (1964) studeerde algemene economie in Groningen. Hij begon zijn loopbaan bij Shell en werkte daarna bij DDV Management Consultants, Ben en T-Mobile. In 2008 werd Van der Feltz directeur bij Google Nederland.

 

Niet alleen maar zonnenschijn

Eén set regels, voor alle Europese bedrijven die digitaal zaken doen, dat moet ondernemers als muziek in de oren klinken. Ook consumenten kunnen straks veel makkelijker over de grens kopen. Er wordt ingezet op het creëren van de juiste randvoorwaarden voor digitale groei met bijvoorbeeld een pleidooi voor investeringen in digitale infrastructuren. Hoewel bijna iedereen het er wel over eens is dat er een dergelijke markt moet komen, worden er ook zorgen geuit over de plannen. Zo pleiten organisaties voor startups in verschillende landen ervoor om nieuwe, innovatieve bedrijven niet met meer regels op te zadelen. James Waterworth, vicepresident van de Europese Computer & Communications Industry Association, zegt in een reactie dat er nogal wat tegengestelde beweringen in de plannen zitten. ‘Sommige initiatieven zullen zorgen voor groei, terwijl andere voorstellen daar recht tegenin gaan. Bijvoorbeeld het idee om nieuwe regels te bedenken voor digitale platformen.’ Een laatste punt van kritiek is dat de maatregelen vrijblijvend lijken – ze neigen soms meer naar analyse, dan echte, concrete voorstellen voor beleidsveranderingen.

Handig: de wekelijkse Forum-alert

Meld je aan voor de nieuwsbrief en ontvang de gratis updates.

administratieve lastenbtwbtw-tariefconcurrentiepositiedigitale marktdigitale veiligheide-commerceeu (europese unie)handelsbevorderingict (informatie- en communicatietechnologie)