Deze ondernemer wil niet vluchten voor criminaliteit

23-11-2016

Opnieuw actueel: Het aantal overvallen mag dan dalen, als het je overkomt als ondernemer heb je weinig aan die statistiek. Een overval hakt er in, bij jezelf en bij je personeel, vertelt de Dordtse supermarkteigenaar Cees van der Poel. ‘Het levert echt een trauma op.’

 

‘Tja, dat was niet zo handig van me.’ Supermarkteigenaar Cees van der Poel zegt het een paar keer tijdens het interview over de twee overvallen die hij heeft meegemaakt in zijn Albert Heijn in Dordrecht. Hij achtervolgt overvallers en winkeldieven de straat op, of pakt de auto om op zoek te gaan in de wijk. Dat heeft hem al eens een steekwond opgeleverd. Hij beseft dat hij daarmee niet het goede voorbeeld geeft aan zijn personeel, maar ze moeten gewoon van zijn spullen afblijven, zegt hij.

De AH maakt deel uit van een klein winkelcentrum in de Wielwijk, met verder onder meer een Aldi, een Zeeman en een Kruidvat. In een krap kantoortje in zijn Albert Heijn-winkel, dat Van der Poel ook nog eens deelt met een administratief medewerker, wil hij wel vertellen wat dat met je doet als ondernemer, twee gewapende overvallen en ontelbare winkeldiefstallen.

 

‘Wie van mij steelt, gaat mijn winkel niet uit’

 

Overval 1

‘In 2000 was de Wielwijk nog hartje getto, met diefstallen en bedreigingen aan de lopende band. Ik was de winkel net begonnen, op mijn 25ste. De overval vond plaats op donderdag, tijdens koopavond. Mijn vrouw, die normaal nooit ’s avonds werkte, viel die dag in achter de kassa. Vier gemaskerde mannen stormden de winkel binnen. Mijn vrouw kreeg een klap, werd op de grond gedrukt en kreeg een pistool tegen haar hoofd. De andere overvallers gingen als een wervelwind door het kassapark heen.’

‘Ik stond in de winkel en zag het van een afstand gebeuren. Ik heb toen de klanten en het overige personeel richting het magazijn geloodst. Natuurlijk lag daar mijn vrouw, maar je moet op zo’n moment niet de held uit gaan hangen. Je kunt toch niks doen. Dan loop je naar vier gasten toe die onder hoogspanning staan.’

‘Binnen een paar minuten was het voorbij en vluchten de overvallers in een auto. We hebben op de overvalknop gedrukt om de politie te alarmeren, en die heeft daarna de wijk afgezet. De daders waren al gevlogen.’

 

Het doet wat met je

‘Ik had eerder vechtpartijen meegemaakt met winkeldieven die betrapt werden, en daar wel eens een blauw oog aan overgehouden, maar dit was toch een stuk heftiger. Zoiets heeft een mega impact op je team. Van de medewerkers die de overval van dichtbij hebben meegemaakt, werkt niemand meer in de winkel of überhaupt in de detailhandel. Het doet toch wat met je.’

‘Er begint dan een heel circus aan nazorg. Ahold heeft daar een speciaal risk & security-team voor om je als winkelier te helpen. Slachtofferhulp wordt ingeschakeld en die richt zich onder meer op stille werknemers die de overval misschien niet eens hebben meegemaakt, maar op wie de impact toch groot kan zijn. Ik heb één keer een groepssessie van Slachtofferhulp meegemaakt, maar dat is niks voor mij. Ik heb het daarna zelf een plek gegeven.’

 

De volgende dag

‘Ik vroeg me al snel af: gaan we morgen open? In overleg met de werknemers is toen besloten om wat later open te gaan. Daarnaast had ik de eerste vier weken een beveiliger in de winkel. Maar dat is schijnveiligheid, meer voor de rust naar je mensen toe, want wat begint één beveiliger tegen vier criminelen? Bovendien is het behoorlijk kostbaar. Bizar wat je daarvoor betaalt. Dus dat moet je snel afbouwen. We hebben wel camera’s, poortjesalarm en buizenpost voor het wegsluizen van papiergeld uit de kassa’s. Zo weinig mogelijk geld in de kassa, dat is het devies. De overval heeft ook maar een miniem bedrag opgeleverd. Zoveel mogelijk pinnen zou beter zijn, maar dat moeten je klanten wel willen.’

Van der Poel: 'Van de medewerkers die de overval van dichtbij hebben meegemaakt, werkt niemand meer in de winkel of überhaupt in de detailhandel'
Van der Poel: 'Van de medewerkers die de overval van dichtbij hebben meegemaakt, werkt niemand meer in de winkel of überhaupt in de detailhandel'
Foto: Jeroen Poortvliet

En het gaat maar door

‘In de jaren na de overval bleven de diefstallen en bedreigingen doorgaan. Ik ga er zelf altijd vol op als ik een winkeldief betrap. Wie van mij steelt, gaat mijn pand niet uit. Als we dieven via de camera’s betrappen, plaats ik een foto van die persoon op Facebook, met de mededeling dat die klant een prijs heeft gewonnen, en of iemand die persoon kent. Of het mag weet ik niet, maar het werkt wel.’

‘Stel je eens voor hoe het voor mijn werknemers is. Zij vinden het aanhouden van een winkeldief soms al eng. En in afwachting van de politie moeten we de dief ook nog in de winkel zien te houden. Het gebeurt ook nog wel eens dat er mensen een beetje dreigend voor je winkel rondhangen.’

 

Overval 2

‘De winkel was ’s ochtends net open. Twee mannen met een pistool drongen mijn winkel binnen en wilden geld. Ik was er op dat moment niet. Toen ik aan kwam lopen was de overval al voorbij en zag ik de daders wegrennen. Het enige dat je dan nog kunt doen is naar binnen rennen en kijken of iedereen in orde is. En sporen proberen veilig te stellen.’

‘De werknemers die de overval hadden meegemaakt, waren wel helemaal van slag. Niet zo gek: twee van de bediening die naar de kassa’s waren gerend, keken recht in de loop van een pistool. Dan schrik je je natuurlijk helemaal lam. De emotionele schade is groot in zo’n geval. Het levert echt een trauma op.’

‘Ik was er niet toen ik er had moeten zijn. Dat was het eerste dat er door mijn hoofd schoot. Maar je kunt niet negentig uur per week in de winkel zijn.’

 

‘mijn vrouw kreeg een pistool tegen haar hoofd’

 

Onrechtvaardigheden

‘Nog dezelfde dag zijn twee verdachten opgepakt. Ik ben met een paar werknemers naar de zitting geweest. Dat zou goed voor de verwerking zijn, maar het pakte wel even anders uit. Ik herkende één dader meteen van eerdere winkeldiefstallen. Dat maakte voor de rechter niet uit. Die sprak ze vrij: er was geen dna-materiaal van ze gevonden in de winkel. Ook al had de politie ze op beeld bij een ramkraak op een pompstation die ze diezelfde dag pleegden. En ook al lag er nog muntgeld en een geldla in hun auto.’

‘Dat hakt er in. Ook het rechercheteam van de politie zat er verslagen bij. Ik heb in de rechtszaal tegen ze gezegd: Als ik hem nog een keer in mijn winkel zie, sta ik niet voor mezelf in.’

 

Klemgereden

‘Daar kwam nog bij dat de advocaat van de verdachten ons verhaal over de impact van de overval op de werknemers probeerde te ondergraven. Hij zei dat een van mijn medewerkers daarvoor al labiel was. Nou begrijp ik best dat je als advocaat je cliënt probeert te helpen, maar dat je het in je hoofd durft te halen om zoiets te zeggen…’

‘Een maand later komt een kassameisje gestrest mijn kantoor binnen: die ene dader hing al een kwartier bij de inpaktafel rond. Natuurlijk was ie al weg toen ik ging kijken. Maar ik ben er meteen achteraan gegaan. Met de auto heb ik hem klemgezet tegen een lantaarnpaal en de politie gebeld. Als ze niet zouden komen, zou ik gas geven. Die emotie is niet handig, maar hij is nooit meer in de winkel geweest.’

 

'Ik heb het nu zelf een plek gegeven’

 

Niet vluchten

‘Ondanks die overvallen en de dagelijkse diefstallen wil ik hier niet weg. Na de eerste paar jaar en zo’n tachtig aangiftes vroeg ik me wel af: waarom zou ik hier in hemelsnaam blijven? Maar de winkel is hier geworteld, en ik ook. Ik heb ook een verantwoordelijkheid tegenover de werknemers die hier hun brood verdienen. En ik wil gewoon niet vluchten voor criminaliteit. Bovendien: de criminaliteit is 1 procent van het werk, de rest is gewoon met je team bezig zijn en de klanten bedienen. Er zitten overal wel een paar gekken tussen.’

 

En daarom mag het kabinet dus niet bezuinigen op preventie Een aantal ondernemingsorganisaties, waaronder VNO-NCW en MKB-Nederland, hebben bij minister Van der Steur van Veiligheid en Justitie per brief geprotesteerd tegen bezuinigingen die hij wil doorvoeren op een aantal preventieprogramma’s. ‘Hierdoor worden criminelen in de kaart gespeeld’, stellen zij. Ook voor overvallen geldt dat voorkomen beter is dan genezen. Want van een overval genezen ondernemers en hun medewerkers niet zo snel. 

Deze 2 filmpjes móet u gezien hebben

Wat moet u doen als u wordt overvallen?

 

Vermijd cash. Laat klanten liever pinnen

'Mijn personeel moet vooral niet doen wat ik altijd doe: er achteraan'‘Een aantal jaren geleden had ik hier ook een Marskramer. Daar zag ik via camerabeelden iemand zich verdacht gedragen bij een vitrinekast. Toen hij de winkel uit rende, ging ik erachteraan. Ik wist hem in te halen, schopte hem onderuit en bleef bij hem in afwachting van de politie. Op dat moment haalt hij een lang dun mes – het leek wel een brievenopener – tevoorschijn en steekt mij dwars door m’n bovenbeen. De meiden van de Zeeman hebben me opgevangen en mijn personeel op de hoogte gebracht.’
‘Na een paar weken rust kom ik terug in de winkel en zie ik iemand jatten. Ik op krukken erachteraan. Ja, ik weet het: weer niet echt een goed voorbeeld voor mijn personeel. Ze moeten vooral niet doen wat ik altijd doe, en dat weten ze.’
‘Voor de opsporing hadden we superbeelden van de camera en heb ik nog meegedaan aan een aflevering van Opsporing Verzocht. Ook ben ik zelf in de buurt navraag gaan doen naar Oost-Europeanen, want dat was het volgens mij. Maar niks gevonden. Vette pech.’