19 SEP, 2013 • Omslag

Edith Schippers trots op bezuinigingen zorg

Minister Edith Schippers is trots op de bijdrage die de zorgsector levert aan de bezuinigingen van het kabinet. Maar daar blijft het niet bij, want het in bedwang houden van de zorgkosten is een voortdurende zorg. ‘Dit is een hervormingskabinet. We nemen heel Nederland op de schop.’

Terwijl de rest van politiek Den Haag zich vorige week opmaakte voor Prinsjesdag, verbleef minister Edith Schippers van Volksgezondheid in China. Ze leidde daar een economische missie van Nederlandse bedrijven in de life sciences & health-sector.

Was dat niet iets meer voor minister Kamp van Economische Zaken?
‘Nee. Toen ik begon als minister heb ik aangegeven dat ik óók economische missies wilde doen. Er moet namelijk geld worden verdiend in Nederland. Het moet dan wel uitmaken dat ik erbij ben als minister, anders is het zonde van mijn en ieders tijd. In China, waar de overheid een enorme zeggenschap over het bedrijfsleven heeft, gaat de minister van Volksgezondheid over de samenwerking met buitenlandse medische bedrijven. Die krijg je alleen aan tafel als ik erbij ben.’

Hoe kijkt u naar het komende begrotingsjaar?
‘De zorg draagt volgend jaar 1,5 miljard bij aan de bezuinigingsdoelstelling van het kabinet, en daarna 1,3 miljard structureel. Dat is nog nooit voorgekomen. De zorg overschreed altijd.
De sector neemt zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid in de vorm van akkoorden die ik heb gesloten met de huisartsen, de geestelijke gezondheidszorg, de ziekenhuizen, de medisch specialisten en de verzekeraars. Daar ben ik enorm trots op.’

Gaat u voor de zorg of voor het kabinet?
‘Ik ben verantwoordelijk voor de zorg, maar ook medeverantwoordelijk voor het hele kabinetsbeleid. Het is een hervormingskabinet. We nemen heel Nederland op de schop, slaan geen sector over.’

Toch is het niet uw ideale kabinet.
‘Ik zou me het meest thuis voelen in een kabinet dat bestaat uit alleen de VVD, maar je moet in Nederland altijd compromissen sluiten, en dat is niet mijn grootste hobby.’

De start met de inkomensafhankelijke zorgpremie was slecht.
‘Ja, maar laten we nou eerlijk zijn: dat is een jaar geleden en meteen rechtgezet door het kabinet. Er is niks misgegaan, want er was nog niks ingevoerd.’

Geen hard feelings?
‘Nee.’

Vervolgens de kritiek dat een aantal hervormingen in het Sociaal Akkoord naar achteren worden geschoven.
‘Ja, die had ik ook liever meteen gedaan. Maar we hebben er wel draagvlak van de sociale partners voor terug gekregen. Dat is geen onbelangrijke factor in deze tijd.’

‘Het zijn economisch moeilijke tijden. Nederland heeft veel te lang op te ruime voet geleefd. Er zijn te lang zaken blijven liggen die aangepakt moesten worden. En als het dan zover was, viel er weer een kabinet. Ik hoop dat ons wel de tijd is gegeven om hervormingen in te zetten én uit te voeren.’

Wat vindt u van het idee om het CDA en D66 bij het kabinet te halen?
‘Het is niet uit te sluiten dat het CDA en D66 in dat geval zetels zullen verliezen bij de volgende verkiezingen voor de Provinciale Staten en de Eerste Kamer. Want je wordt nu niet op het schild gehesen voor het noodzakelijke hervormingsbeleid. Als partijen als de PVV en 50Plus die verkiezingen gaan winnen, krijg je steeds wisselende meerderheden, met alle gevolgen van dien voor de bestuurbaarheid van het land. Nederland lijkt wat dat betreft naar een Amerikaanse situatie te gaan, waarbij sprake is van een voortdurende patstelling tussen Congres en Senaat.’

Wat moet er dan gebeuren?
‘Dit is de ergste crisis sinds lange tijd. We kunnen die opvangen met een sociaal systeem dat ervoor zorgt dat mensen niet door het ijs zakken. Maar dan moeten er wel beslissingen worden genomen die Nederland klaarmaken voor de toekomst. En dat is ook de verantwoordelijkheid van de oppositie. Die kan erop gokken dat ze de volgende keer mag regeren, maar dan heeft het land wel een paar jaar stilgestaan. We moeten er met elkaar de schouders onder zetten en kappen met het kissebissen achter de dijken, met om de twee jaar verkiezingen. Je gaat de politiek toch in om iets te realiseren?’

Mark Rutte noemde de zorg onlangs een koekoeksjong dat andere nuttige uitgaven uit het nest dreigt te duwen. Kijkt u er ook zo tegenaan?
‘De zorg wás een koekoeksjong, maar is nu het beste kuikentje in het nest. Tot een paar jaar geleden lag de stijging van de zorgkosten boven die van de economische groei. Het is mijn missie om de zorg betaalbaar te maken en de kwaliteit ervan te verbeteren. In de akkoorden die ik met de sector heb gesloten, is afgesproken dat de groei van de zorg gelijke tred houdt met de demografische groei.’

Wat heeft u met de zorg?
‘De zorg is toevallig op mijn pad gekomen. Toen ik solliciteerde voor de functie van beleidsmedewerker buitenlandse zaken bij de VVD-fractie, zei Erica Terpstra: ‘We hebben twee kandidaten voor die functie en niemand voor zorg, dus jij gaat zorg doen.’ Toen dacht ik: Ojee, waar begin ik aan? Ik heb me een jaar het snot voor ogen gewerkt om de enorme complexiteit van die sector onder de knie te krijgen. Want we hebben het met z’n allen wel heel ingewikkeld gemaakt.’

‘Maar toen ik me erin verdiepte, ontdekte ik dat alles erin zit: medisch-ethische dilemma’s, de menselijke aspecten waarmee iedereen in zijn leven te maken krijgt, technologische ontwikkelingen, de economische aspecten, het geld dat erin omgaat, de complexe organisatie. De zorg heeft me nooit meer losgelaten.’

U wordt wel gezien als ‘de bitch die de rotbeslissingen neemt’.
‘Ik word vaak omschreven als koel en zakelijk. Dat imago kan wel helpen als je de hand op de knip moet houden, maar ik zie mezelf helemaal niet zo. Ik denk in de eerste plaats vanuit de patiënt. Hoe kunnen we het zo organiseren dat de patiënt langer thuis kan blijven, want die wil dat graag.’

‘Ik kan me echter niet alleen richten op het voorkomen en verzachten van leed. De financieel-economische component is heel belangrijk in de zorg. Als je niet op de kosten let, loopt het hele zaakje vast en is de patiënt pas echt de dupe. Een gemiddeld gezin geeft nu al 25 procent – een kwart! – van zijn inkomen aan zorg uit, of hij er nu gebruik van maakt of niet. Als je het belang van die premiebetaler niet in de gaten houdt, kan de solidariteit in het zorgsysteem kapot gaan.’

Dus bezuinigt het kabinet de komende jaren onder meer flink op de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, de langdurige zorg voor ouderen, chronisch zieken en gehandicapten. De zorgaan huis wordt overgeheveld naar de gemeenten.

Uw partijgenoot Robin Linschoten vindt dat gemeenten te weinig tijd krijgen. Daar moet vijf tot tien jaar bij.
‘De aanpak van de AWBZ staat al tien jaar in alle verkiezingsprogramma’s. Hoelang kun je dat nog uitstellen? Over vier jaar zitten we met een ander kabinet en zeggen de gemeenten dat ze nog steeds niks hebben voorbereid omdat ze ervan uitgingen dat er tussentijds toch weer een ander kabinet zou komen.’

Vreest u de maatschappelijke onrust niet?
‘Het wordt niet eenvoudig. Mensen weten wat ze hebben, niet wat ze krijgen. Het is vaak de angst van de onzekerheid. Zelfs mensen die weten dat zij niet worden geraakt door de maatregelen komen naar informatieavonden. Maar als we het erover eens zijn dat er iets moet veranderen aan de huidige AWBZ om het betaalbaar te houden voor mensen die het echt nodig hebben, moet je ook het lef hebben om het te gaan doen. Natuurlijk in nauw overleg met de betrokken, en met de bereidheid om bij te sturen als dat nodig is.’

De curatieve zorg moet ook goedkoper. En beter.
‘De complexe zorg voor een beperkte groep mensen moet landelijk geconcentreerd worden in ziekenhuizen die daar heel goed in zijn. Eenvoudige ziekenhuiszorg voor de grotere groep wordt dicht bij huis aangeboden, de zorg daartussenin door ziekenhuizen die daar goed in zijn. Tot dusver hebben we in Nederland ziekenhuizen die grosso modo allemaal hetzelfde doen.’

Moeten er ziekenhuizen verdwijnen?
‘Ik ben niet van de blauwdrukken, en ook niet aangesteld om instellingen te beschermen of juist op te heffen. Het is mijn taak om goede gezondheidszorg te garanderen. Er wordt wel het beeld geschetst, onder andere door de SP, dat ziekenhuizen óf fuseren óf verdwijnen. Ik wil er dan wel op wijzen dat het aantal private klinieken en zelfstandige behandelcentra is gestegen naar bijna driehonderd. Het totale zorgaanbod neemt juist toe in plaats van af.’

Eerder dit jaar was de zorgfraude een groot politiek thema. Komt u daardoor niet in de problemen als verantwoordelijk minister?
‘Nou, fraude in de zorg is van alle tijden, hoor. Aart Jan de Geus heeft in zijn tijd als minister enorme debatten gehad omdat een Amerikaans onderzoek claimde dat de zorgfraude in Nederland 10 procent van de totale uitgaven besloeg. En toen werkten we nog gewoon met een ziekenhuisbudget. Fraude ontstaat overal waar gewerkt wordt met indirecte betalingen, in dit geval via de zorgverzekeraar. En de overheid verplicht mensen zich te verzekeren, dus ligt er een dure plicht om fraude te voorkomen en tegen te gaan.’

‘Daarom heb ik het complexe systeem van 44 duizend dbc’s (diagnose-behandelcombinaties; red.) vervangen door 4.400 behandelcodes. Ook heb ik de risicoverevening voor verzekeraars versneld afgeschaft. Zij krijgen tegenvallers niet meer achteraf vergoed, en worden zo geprikkeld om fraude op te sporen en aan te pakken, want daarmee besparen zij geld.’

‘Naast fraudebestrijding zet ik in op het tegengaan van verspilling. Mensen moeten weten dat hun geld goed besteed wordt. Ongebruikte medicijnen die nog helemaal in de verpakking weer worden ingeleverd bij de apotheek, worden standaard weggegooid. Dat kan en moet anders.’

Toch: fraude, verspilling. Dat geeft de burger weinig vertrouwen.
‘Alles fraude noemen zet de sector onterecht weg. Het beeld is veel te negatief. We moeten fraude en de prutsers aanpakken, maar ook trots zijn op wat de zorg in Nederland heeft bereikt: een hoge kwaliteit tegen steeds lagere kosten.’

Bedrijven kijken ook naar de verplichte werkgeversbijdrage aan de premie die werknemers betalen. Ze draaien op voor de helft van de zorgkosten. Kan dat nou niet anders?
‘Ik zou zo één-twee-drie niet weten hoe we dat moeten organiseren. Het kan alleen als het in een regeerakkoord wordt opgenomen. Ik hoor het graag als de werkgevers een alternatief hebben. Kom maar via de Sociaal-Economische Raad met een idee.’

Wie is Edith Schippers?

Na een studie politicologie in Leiden begon Edith Schippers (49) in 1993 als beleidsmedewerker van de VVD-fractie in de Tweede Kamer. Van 1997 tot 2003 was zij beleidssecretaris bij VNO-NCW, met als aandachtsgebieden gezondheidszorg, arbeidsmarkt en ruimtelijke ordening. Zij keerde terug naar het Binnenhof als Tweede Kamerlid en werd in 2006 vice-fractievoorzitter. In 2010 werd zij benoemd tot minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport in het kabinet-Rutte I. Vorig jaar werd zij herbenoemd in Rutte II.

Werkgevers dragen fors bij

Werkgevers betalen van oudsher een deel van de zorgkosten van hun werknemers. In totaal draaien zij zo op voor de helft van de totale zorgkosten. En van elke stijging van die kosten dragen werkgevers dus ook de helft bij, zonder dat zij veel invloed op die stijging kunnen uitoefenen. In het verleden is wel gekeken naar een alternatief. De werkgeversbijdrage zou in één keer overgeheveld kunnen worden naar de werknemers, die daarna zelf de kosten dragen. Dat zou betekenen dat zij ook elke stijging voor hun rekening moeten nemen. En daar zitten werknemers natuurlijk niet op te wachten. Net zo min als werkgevers.

Handig: de wekelijkse Forum-alert

Meld je aan voor de nieuwsbrief en ontvang de gratis updates.

gehandicaptengezondheidgezondheidszorgloonkostenwerkgeversbijdrageziekenhuizenzorgkostenzorgsector