11 DEC, 2014 • Achtergrond

Eindelijk een docent die het bedrijfsleven kent?

Betere leraren voor de klas. Overheid, onderwijs en bedrijfsleven sloten een pact om dat voor elkaar te krijgen. Vijf jaar na de start: zijn onderwijs en bedrijfsleven dichter bij elkaar gekomen?
‘We wilden twee vliegen in een klap slaan. Getalenteerde en ambitieuze academici een faire kans geven in het onderwijs én de ruimte om na die ervaring hun loopbaan een mooi vervolg te geven bij een aantrekkelijke werkgever. Nu ik er op terugkijk, vind ik het nog steeds een goed idee.’ Dat zei Alexander Rinnooy Kan, voorzitter van de stuurgroep van Eerst de Klas, in juni 2012 bij het afzwaaien van de eerste academici die het traineeprogramma hadden gevolgd.
Eerst de Klas begon vijf jaar geleden als een gezamenlijk initiatief van onderwijsinstellingen, bedrijfsleven (waaronder VNO-NCW) en overheid met als doel meer en betere leraren in het voortgezet onderwijs te krijgen. En om meer academisch geschoolden over te halen om te kiezen voor het leraarschap. De eerste lichting Eerst-de-Klassers zwaaide af een kleine drie jaar nadat toenmalig staatssecretaris Marja van Bijsterveldt van Onderwijs met scholen, universiteiten en een aantal bedrijven afspraken had gemaakt over de experimentele fase van het project. Inmiddels is Eerst de Klas het proeftuin-stadium allang voorbij. Het traineeprogramma is nu een reguliere keuzemogelijkheid. Naast de traditionele wegen die leiden naar een eerstegraads onderwijsbevoegdheid.

 

Docent met context

‘Het is voor ons belangrijk dat het onderwijs in Nederland goed is. En daar willen we graag ons aandeel aan leveren’, zegt André van Aperen, als coördinator onderwijs bij Shell verantwoordelijk voor het project. Van Aperen krijgt mensen van Eerst de Klas over de vloer met de meest uiteenlopende opleidingen, alfa én bèta. De docenten in wording gaan tijdens hun bedrijfsstage op een heel praktische manier aan de slag met een onderwerp dat speelt binnen het bedrijf. ‘Ze maken hier lesmateriaal over dat weer kan worden gebruikt op de scholen. En dat werkt.’ Eerst de Klas levert volgens de Shell-man goede docenten op. ‘Het zijn supergemotiveerde young professionals, met lof afgestudeerd.’
Hoewel ze de vrijheid hebben om het bedrijfsleven in te gaan, komt een fors deel van de Eerst-de-Klassers na afronding van het traineeprogramma ook echt voor de klas te staan. Van de eerste drie lichtingen had 81 procent eind vorig jaar nog een baan in het onderwijs; van de vierde lichting, die het programma in juni afrondde, is dat 95 procent. En steeds vaker combineren oud-deelnemers aan Eerst de Klas hun werk in het bedrijfsleven met een baan als leraar.
Dat zo’n groot deel van de deelnemers kiest voor een vervolg in het onderwijs, vindt Van Aperen een positieve ontwikkeling. Hij benadrukt dat de deelname van Shell aan Eerst de Klas niet primair is gericht op het gemakkelijk binnenhalen van zo hoog mogelijk gekwalificeerde medewerkers. ‘We willen graag docenten die niet alleen hun vak goed beheersen, maar ook meer weten over de context van het vak, weten hoe het vak wordt toegepast in het bedrijfsleven. Dat zorgt voor een zo goed mogelijke aansluiting tussen theorie en praktijk. En daar zijn bedrijven bij gebaat.’

 

Wat is eerst de klas?Werken in het onderwijs, een intensieve opleiding tot docent en meedraaien in een leiderschapsprogramma vormgegeven door innovatieve en toonaangevende organisaties. Dat biedt het traineeprogramma Eerst de Klas aan pas afgestudeerden. Eerst de Klas is in 2009 begonnen als gezamenlijk initiatief van onderwijsinstellingen, bedrijfsleven (waaronder VNO-NCW) en overheid met als doel meer en betere leraren in het voortgezet onderwijs te krijgen. De ambities liggen hoog. Het aantal leraren in het voortgezet onderwijs met een hbo- of wo-master moet in 2020 zijn gestegen van 37 naar 50 procent. In de bovenbouw van het vwo zelfs van 60 procent naar 80 tot 85 procent. Het traineeprogramma beslaat een periode van twee jaar. In het eerste jaar besteedt de trainee een dag per week aan de lerarenopleiding. In dat eerste jaar is de trainee drie dagen per week actief op een middelbare school. In het tweede jaar, na afronding van de lerarenopleiding, is dit vier dagen per week. Gedurende de gehele twee jaar is de vrijdag gereserveerd voor een leiderschapsprogramma. In het kader van dat programma bezoekt de trainee de organisaties die dat programma hebben ingevuld, voert projecten uit, organiseert een afsluitende opdracht, krijgt gastcolleges en volgt trainingen op het gebied van persoonlijke effectiviteit en leiderschap.

Rik Adriaans: architect én docent

Rik Adriaans: architect én docent
Foto: Christiaan Krouwels

Rik Adriaans / Bouwkunstwerkplaats / Oirschot

‘Onderwijs en bedrijfsleven zijn verschillende werelden’

 

‘Het voelde voor mij als een snoepwinkel. Ik heb veel geleerd over mijn vaardigheden, competenties en interesses. Hoe ik het deed ten opzichte van de medewerkers van de bedrijven waar ik over de vloer kwam. Maar ook afgezet tegen collega-trainees. Eerst de Klas heeft me de kans geboden te ontdekken of het onderwijs iets was om te blijven doen.’

‘Na mijn studie heb ik gekozen voor de opzet van een eigen architectenbureau. De nadruk ligt op mijn werk als architect. Daarnaast geef ik twee dagdelen per week les. Onderwijs en bedrijfsleven zijn twee totaal verschillende werelden. Ik had dat al ervaren tijdens Eerst de Klas, maar ik merk dat ook nu nog. De school waar ik les geef, was wel gewend aan parttimers, maar niet aan mensen die er nog een andere baan naast hebben. Dat botst wel eens. Ze verwachten dat ik heel flexibel ben. Maar door mijn volle agenda is het vaak niet mogelijk om met uren te schuiven. Als ik opnieuw mocht kiezen, zou ik het weer zo doen. De overtuiging dat ik als architect op mijn plek ben, is dankzij Eerst de Klas alleen maar groter geworden. En dankzij het programma kan ik nu ook nog les geven. De opleiding daarvoor kost normaal vier jaar. Toch mooi dat ik het in de helft van de tijd heb kunnen doen.’

Eline Faes: docent en medevennoot Doorkennen

Eline Faes: docent en medevennoot Doorkennen
Foto: Christiaan Krouwels

Eline Faes / Docent en medevennoot Doorkennen / Amsterdam

‘Ik ben ondergedompeld in verschillende bedrijfsculturen’

 

‘Het leek me wel mooi: een lesbevoegdheid halen en tegelijkertijd de band met het bedrijfsleven houden. Met die lesbevoegdheid is het wel goed gekomen. Maar ik had ook verwacht dat de deuren naar het bedrijfsleven wat wijder open zouden gaan. Uiteindelijk ben ik docent Frans geworden. En samen met Casper Rutjes ben ik een bedrijfje begonnen. Wij creëren maatwerkcursussen voor individuen en groepen en verzorgen lezingen.’

‘Ik heb zeker wat aan de ervaring met Eerst de Klas gehad. Al was het maar omdat Casper en ik elkaar daardoor hebben leren kennen. We weten daardoor ook veel van elkaar. Ik heb ook veel baat gehad bij de contacten met andere trainees. En dat ik ben ondergedompeld in verschillende bedrijfsculturen. Als je net bent afgestudeerd, ben je je er niet van bewust dat elk bedrijf zijn eigen cultuur heeft. Soms past die helemaal niet goed bij je. Ik ben zelf meer van de feitelijke, academische onderzoekgerichte setting en wat minder van het commerciële. Dat ik na Eerst de Klas aan de slag ben gegaan als docent Frans heeft ook met iets anders te maken. Bedrijven blijken niet erg te wachten op iemand die al docent is geweest. Tenminste, dat was mijn ervaring. Ik heb misschien ook wel een vooropleiding die voor bedrijven niet zo heel gangbaar is.’

Handig: de wekelijkse Forum-alert

Meld je aan voor de nieuwsbrief en ontvang de gratis updates.

arbeidsmarktbedrijfslevenonderwijsonderwijs en bedrijfslevenvoortgezet onderwijs