12 MRT, 2015 • Actueel

Geld als water(schap)

Het is wonderlijk. Aan de waterschappen betalen we per jaar 2,6 miljard euro, maar de interesse ervoor is minimaal. Vergelijk dat eens met de 3 miljard voor de OZB, toch altijd een heikel thema tijdens de gemeenteraadsverkiezingen. Het opkomstpercentage van de waterschapsverkiezingen (24 procent) is nog niet de helft van het gemeentelijke cijfer. Maar er valt steeds meer te kiezen bij wat vanouds een agrarisch bolwerk heet te zijn.

1. Meer dan waterbeheer
2. Grijs betaalt, groen bepaalt (nog)
3. Dit jaar is het anders

Meer dan waterbeheer

Droge voeten zijn niet gratis. Het grootste deel van de waterschapsbelasting van 2,6 miljard gaat dan ook naar het waterbeheer en dijkonderhoud. Maar ook de organisatie kost wat, daar gaat minstens 600 miljoen euro naartoe. Het zijn dan ook geen kleine clubjes: bij de waterschappen werken elfduizend medewerkers. Dat is ongeveer net zoveel als bij het ministerie van Infrastructuur en Milieu, een van de middelgrote ministeries (Rijkswaterstaat heeft er negenduizend). Volgens bijzonder hoogleraar Jaap Uijlenbroek hebben ze ook de beste cao van het overheidspersoneel. Van de bestuursleden is alleen de dijkgraaf ‘beroeps’, zijn salaris bedraagt ongeveer dat van een burgemeester van een middelgrote of grote gemeente. Het dagelijks bestuur krijgt 20 tot 40 procent daarvan en de leden van het algemeen bestuur 3 procent.

Wat precies tot hun takenpakket hoort, bepalen de democratisch gekozen schappen grotendeels zelf, net als het geld dat ze daarvoor nodig hebben. Daarnaast interpreteren waterschappen hun core business soms nogal breed. Zo houden ze zich ook bezig met natuurbeheer en recreatie. Bij het Wetterskip Fryslân kwam in 2009 aan het licht dat het een vip-box had bij SC Heerenveen; de dijkgraaf van Brabantse Delta ging in 2014 voor een week naar China om daar Nederlandse bedrijven in de watersector te promoten en de dijkgraaf van Delfland reisde een week naar Zuid-Afrika voor ontwikkelingssamenwerking. Ophef was er achteraf, maar het was niet tegen de (door de waterschappen zelf gemaakte) regels.

Ten slotte: de verkiezingen voor de waterschappen kosten uiteraard ook wat. Om deze te organiseren betalen de waterschappen dit jaar 23 miljoen euro aan de gemeenten. Alleen al in Zuid-Holland geven de waterschappen nog eens 8 ton uit aan reclame voor de waterschapsverkiezingen. RTL-weervrouw Helga van Leur is door drie andere voor 22.000 euro aangetrokken als regionaal reclameboegbeeld.

Grijs betaalt, groen bepaalt (nog)

De lasten van het waterschap zijn verhoudingsgewijs sterk bij het stedelijk gebied (ingezetenen, woningbezitters, bedrijven) komen te liggen, heeft onderzoeksbureau COELO uitgerekend. ‘Grijs’ (bedrijven, huiseigenaren en huurders) betaalt 60 procent (1,6 miljard) terwijl ze 25 procent van het oppervlakte gebruikt. ‘Groen’ (boeren en natuureigenaren) gebruikt 75 procent van het waterschapsgebied, maar betaalt 40 procent van het budget. Volgens onderzoeksbureau COELO is er nu een oververtegenwoordiging van land- en tuinbouw en een ondervertegenwoordiging van het bedrijfsleven in de besturen. Niet alleen door gereserveerde zetels voor landbouworganisaties, maar ook doordat veel bestuursleden agrarische belangen hebben. Door de nieuwe Waterschapswet wordt het risico op persoonlijke belangenafweging kleiner. Er wordt dit jaar voor het eerst niet op individuen, maar op partijen gestemd, met partijprogramma’s.

Dijkgraaf Gerard Doornbos (ex-voorzitter landbouworganisatie LTO) van waterschap Rijnland zegt in de huis-aan-huis bijlage over de waterschapsverkiezingen: ‘Wie betaalt, bepaalt’. Maar waterschappen houden een aantal zetels beschikbaar, ongeveer een derde van het totaal, voor speciale doelgroepen: boeren, bedrijven en natuurorganisaties. Die groepen hebben extra belang bij waterregulering en dat rechtvaardigt meer inspraak, vindt koepelorganisatie Unie van Waterschappen.

Dit jaar is het anders

Dat de controle op de waterschappen niet optimaal is, was ook het kabinet wel duidelijk. ‘Een hogere opkomst vergroot de legitimiteit’, zei het vorig jaar toen de waterschaps- en Statenverkiezingen officieel werden gecombineerd. De waterschapsverkiezingen zijn dit jaar voor veel mensen ook begrijpelijker dan voorheen. Er wordt gestemd op partijen met een programma. Dat moet de herkenbaarheid vergroten en de keuze voor een afgevaardigde vergemakkelijken. Voorheen werd gestemd op personen, voor de meesten onbekend, die op eigen titel op de lijst stonden. Ook werden de verkiezingen schriftelijk gehouden. Dat lijkt handig, maar in de praktijk werd de envelop vaak niet herkend en ongeopend weggegooid.

Net als bij gemeenteraadsverkiezingen lopen de standpunten uiteen. De VVD legt bijvoorbeeld in Amstel, Gooi en Vecht de nadruk op een gezond en spaarzaam waterschap dat zich op zijn kerntaken concentreert. De ChristenUnie in Zuiderzeeland ziet onder andere een taak voor de waterschappen om zich in ontwikkelingslanden te manifesteren. Daarnaast zijn er, net als bij gemeenteraadsverkiezingen, specialistische partijen als de Algemene Waterschapspartij. Om de kiezer verder te helpen staat er een kieskompas op internet. Op 18 maart geldt dan niet alleen ‘Wie betaalt, bepaalt’, maar ook ‘Wie stemt, bepaalt’.

Handig: de wekelijkse Forum-alert

Meld je aan voor de nieuwsbrief en ontvang de gratis updates.

deltaplangroeiprojecten