26 NOV, 2014 • Ondernemerspanel
Hoe ziet het onderwijs in 2032 eruit?
Staatssecretaris Sander Dekker vroeg Nederland onlangs om hulp. Hij is op zoek naar ideeën voor het onderwijs van de toekomst. Drie ondernemers denken met hem mee.
Wolter Smit / TOPdesk / Delft
‘Meer techniek’
‘Ik ben zelf een techneut, dus ik ben sowieso voorstander van meer techniek in het onderwijs. Alleen al omdat het handig is om zelf de stroom van informatie door je bedrijf te snappen. Daarnaast liggen de technische banen voor het oprapen. Ook in andere beroepen is het handig om die achtergrond te hebben.’
‘Het valt mij op dat het hoger onderwijs een slappe hap is geworden. We zijn bang om onvoldoendes te geven omdat we kinderen niet willen kwetsen. Dat is niet mijn mentaliteit. Stel een harde norm. Ik heb een stagiair gehad die een verslag inleverde dat van knip- en plakwerk aan elkaar hing. Hij zei dat zijn school dat goed genoeg vond. Dat kan toch niet?’
‘Daarnaast merk ik dat kinderen elk jaar dingen eerder kunnen. In groep 2 kunnen veel meer leerlingen dan vroeger al lezen. Leg de lat dus elk jaar hoger, want kinderen komen prima mee. We moeten af van dat genade-zesje.’
Hanneke van der Marel / Higher & Company / Utrecht
‘Leer kinderen programmeren’
‘Kinderen die nu in groep 3 beginnen, moeten digitaal geletterd worden. Programmeren is het nieuwe knutselen. Ik ben een moeder van 45. Zelf kan ik dat niet, maar kinderen van nu kunnen dat van nature. Kinderen zijn hartstikke creatief, dus dat moet zeker gestimuleerd worden. Laat ze maar computers uit elkaar halen.’
‘Maar dat betekent niet dat de gewone talen of Grieks en Latijn maar afgeschaft moeten worden. Laten we vooral niet vergeten dat het Nederlands onderwijs al heel goed is. Taal blijft het middel om te communiceren, zeker voor global citizens. Tenzij de hele wereld natuurlijk besluit Engels te leren. Daarbij hoort ook het ontwikkelen van sociale vaardigheden.’
‘Ook wil ik pleiten voor meer publiek-private samenwerking. Er moet ruimte blijven voor maatschappelijke stages, laat kinderen maar meewerken in een bedrijf zodat het onderwijs steeds meer op de praktijk aansluit. Juist jonge stagiairs kunnen een goede verbinding leggen tussen generaties op de werkvloer.’
Karin Ossendrijver / Bouwbedrijf Ossendrijver / Amersfoort
‘Samenwerken moet onderdeel zijn’
‘In mijn eigen bedrijf is het belangrijk dat een werknemer in een team kan opereren. Goed ontwikkelde individuele competenties zijn niet genoeg en hoeven niet per se tot een beter eindresultaat te leiden. Werken bij een bouwbedrijf lijkt stenen stapelen, maar uiteindelijk werk je met elk bouwproject in een nieuw team samen.’
‘Bij mijn stagiairs, die vaak mbo of hbo bouwkunde studeren, merk ik dat opleidingen veel aandacht besteden aan samenwerken. Dat vind ik een grote pre – in mijn tijd was dat niet zo. Natuurlijk moet je je vak verstaan, maar een beetje polderen hoort daar ook bij. Dat moet onderdeel van het onderwijs zijn.’
‘Ik vraag me af of het werkt om jonge kinderen al vroeg te scheiden op prestaties. Zou dat maatschappelijk altijd tot het beste eindresultaat leiden? Maar hoe je dat vormgeeft in het onderwijs, dat is nog knap lastig. Uiteindelijk moet ieder kind wel op zijn eigen niveau ondersteuning en uitdaging vinden.’
Handig: de wekelijkse Forum-alert
Meld je aan voor de nieuwsbrief en ontvang de gratis updates.