In IJsland discussiëren ze niet over gendergelijkheid (ze regelen het)

07-03-2023

Als het gaat om de gelijke behandeling van vrouwen, leidt IJsland steevast de ranglijsten. Nederland bungelt op plaats 28. Nederlandse bedrijven lopen dus talent mis. Tijd om de knop om te zetten.

 

Hjörleifur Palsson zucht. Heel recent nog had hij het bij de hand. Als commissaris bij een grote IJslandse retailketen was hij betrokken bij het aannemen van een nieuwe ceo. Een fantastische kandidaat werd gevonden. Buitenlandervaring. Strategisch inzicht. Goede match met het team. En dan blijkt, zegt hij, dat zelfs in IJsland de emancipatie nog niet voltooid is.

 

‘Het standaard-arbeidscontract voor bestuursleden behandelde van alles: salaris natuurlijk, maar ook de auto, de vakantiedagen, allerlei rechten die horen bij de functie. Maar niks over het zwangerschapsverlof.’ En laat dat nu net nodig wezen. Want de ideale kandidaat, een vrouw van 39, was zeven maanden zwanger.

De ceo is inmiddels met verlof en begint dit voorjaar aan haar nieuwe uitdaging. Of dat verlof nog een probleem was? Welnee, zegt Palsson. ‘Een ceo kies je voor de lange termijn. Wat maken die paar maanden nu uit? En een bedrijf wordt toch geleid door een team. Zoiets vang je samen op, vanzelfsprekend.’

 

Daarbij: in IJsland krijgen inmiddels zowel mannen als vrouwen zes maanden ouderschapsverlof, op te nemen in het eerste jaar. Als Palsson en zijn medecommissarissen een man hadden gekozen, had hetzelfde probleem zich kunnen voordoen.

 

Is het cultuur?

Als het gaat om gelijkheid tussen mannen en vrouwen, voert IJsland al veertien jaar de ranglijst van het World Economic Forum aan. De oorzaak is in de eerste plaats cultureel. In de IJslandse maatschappij namen vrouwen altijd al een sterke positie in, meent het Forum, zelfs toen er nog niet veel wetgeving was om hun positie te beschermen. Een sterke vrouwenrechtenbeweging streed begin 1900 voor kiesrecht. De eerste vrouwen in het IJslandse parlement (1922) kwamen niet vanuit een politieke partij maar vanuit een vrouwenkieslijst.

 

Een massale staking van 90 procent van alle vrouwen maakte in 1975 ook goed duidelijk hoe belangrijk vrouwen waren voor het draaiende houden van de maatschappij. Vrij kort daarna, in de verkiezingen van 1982, verenigden vrouwen zich weer op een vrouwenlijst en veroverden vijftien van de zestig zetels. Direct zetten zij zich in voor betere kinderopvang en andere maatregelen die vrouwen in staat zouden stellen om te werken. In diezelfde periode vulden Nederlandse vrouwen twintig van de 150 zetels. Vanaf de jaren negentig schommelt het percentage vrouwelijke Kamerleden tussen de 30 en 40. IJsland zit op dit moment op 48 procent.

 

Is het wetgeving?

Wetgeving – mogelijk gemaakt door die sterke vrouwelijke delegatie – heeft ook een groot effect gehad. IJsland nam in 2000 al een wet aan om het ouderschapsverlof – voor 80 procent betaald – uit te breiden naar negen maanden. Drie voor vrouwen, drie voor mannen en drie om onderling te verdelen. Het percentage mannen dat verlof opnam, sprong in een jaar van 30 naar 80 procent en steeg daarna naar 90 procent. Sinds 2021 is het verlof uitgebreid naar een jaar, met zes maanden voor vrouwen, zes voor de andere ouder, waarbij een ouder zes weken van diens portie aan de andere ouder kan geven. Er is nog een ouderschapsverlof van dertien weken, op te nemen voordat het kind 8 wordt.

 

‘Vrouwen hebben geen geduld meer met die nonsens. Mannen trouwens ook niet’

 

Hoe langer het verlof voor de partner van de vrouw, hoe beter, meldt de OECD. Vrouwen kunnen dan eerder weer aan het werk en ondervinden minder discriminatie op de arbeidsmarkt.

 

Zijn het de vaders?

Tegenwoordig is het volstrekt normaal dat beide partners werken, zegt Palsson, de commissaris. ‘Vrouwen hebben, merk ik, ook geen geduld meer met die nonsens. Mannen trouwens ook niet.’

 

Palsson voedde zijn kinderen op in de tijd vóór het uitgebreide vaderschapsverlof. Zelfs toen al vond hij het volkomen logisch dat zijn vrouw net als hij carrière zou maken. ‘IJsland is niet zo groot; als cfo bij Össur [een orthopedisch bedrijf; red.] had ik één van de zeldzame internationale topbanen die er te vergeven waren. Maar ik heb die baan niet gekregen door de carrière van mijn vrouw te remmen. Waarom zou ik? Mijn vrouw en ik zaten in dezelfde klas op de middelbare school. We gingen samen studeren, we startten tegelijk met werken, allebei als accountant, en zij is uiteindelijk mede-oprichter geworden van de IJslandse aandelenbeurs. Ik weet niet anders dan dat onze carrières gelijk op gingen. We hebben altijd alle taken thuis verdeeld.’

Hoe langer het verlof voor de vaders, hoe beter voor moeders, vaders én kinderen, meldt de OECD. Vaders die vanaf de babytijd de tijd kregen om te zorgen, blijven dat doen, met gezondere en gelukkiger kinderen als gevolg
Hoe langer het verlof voor de vaders, hoe beter voor moeders, vaders én kinderen, meldt de OECD. Vaders die vanaf de babytijd de tijd kregen om te zorgen, blijven dat doen, met gezondere en gelukkiger kinderen als gevolg

Zijn het de moeders?

Het World Economic Forum meet in zijn Global Gender Gap Report vier zaken: onderwijs, gezondheid, politieke participatie en arbeidsparticipatie en kansengelijkheid op de arbeidsmarkt. Nederland gaat gelijk op met IJsland op de eerste punten; struikelt op politiek, maar gaat pas echt keihard onderuit op de puntjes participatie op de arbeidsmarkt en kansengelijkheid. Van alle IJslandse vrouwen die werken, werkt 68 procent fulltime. In Nederland is dat 30 procent. Met andere woorden: IJslandse vrouwen maken carrière. Nederlandse vrouwen worden na hun verlof levend begraven in de zandbak.

 

Gek genoeg is de loonkloof in Nederland smaller dan in IJsland: 13 procent tegen 21 procent. Maar dat komt vooral door de grote gelijkheid in salarissen in laagbetaalde functies. Daar is nagenoeg geen loonkloof, meldt het CBS. Van alle goedbetaalde banen – met een uurloon boven de 32 euro – wordt twee derde door mannen ingenomen.

 

Als financial bij een Nederlands ingenieursbureau ziet de IJslandse Bryndís Hjörleifsdóttir (29) dit plaatje dagelijks. Ze werkt als business controller/business intelligence manager bij Arcadis in Rotterdam. ‘Bij Arcadis is 30 procent vrouw. En bij mijn master aan de Rotterdam School of Management was slechts een kwart vrouw. Het viel me direct op. Tijdens mijn bachelor bedrijfseconomie in Reykjavik was zeker 60 procent vrouw.’

 

Is het timing?

Hjörleifsdóttir zou haar huidige baan prima met een gezin kunnen combineren, denkt ze. Ze heeft plezier in haar werk en krijgt veel vrijheid om tijd zelf in te delen. Maar zowel het korte Nederlandse zwangerschapsverlof als de carrièrekansen van Nederlandse vrouwen na hun verlof verbazen haar. ‘Je geeft misschien nog borstvoeding. Tegelijkertijd is het lastig om na je verlof fulltime te blijven werken in een goede functie.’

 

In IJsland is het precies andersom, zegt ze. ‘IJslandse vrouwen krijgen jong kinderen. Hun carrière ondervindt er geen hinder van. Integendeel. Een vriendin van mij is ingenieur en heeft dit najaar haar eerste kind gekregen. Ze is nu in onderhandeling met haar baas want ze wil na haar verlof niet terug naar haar oude functie. Ze wil iets beters. Dat gaat ze krijgen ook. En ja, ze keert pas komend najaar terug. Maar dat is geen probleem.’

 

Zijn het de bedrijven?

Tatjana Latinovic is VP Intellectual Property bij Össur, het beursgenoteerd bedrijf in medische protheses waar Hjörleifur Palsson werkte. Daarnaast is ze voorzitter van de IJslandse vrouwenrechtenvereniging. Jammer voor ons: de van oorsprong Kroatische Latinovic koos ooit heel bewust voor een baan in IJsland boven een net zo goede baan in Nederland. ‘In Nederland moest je om 12 uur de kinderen uit school halen voor een boterhammetje. Dat zou betekenen dat of ik of mijn man niet zou kunnen werken. Dat gingen we dus niet doen.’

 

IJsland heeft sinds 2017 wetgeving die ondernemingen verplicht om mensen in gelijke functies gelijk te betalen. Om te bewijzen dat ze dat doen, moeten ze een certificeringsproces doorlopen. En ja, dat levert administratie op. Maar het is belangrijk dat bedrijven zich realiseren dat zij zelf ook profiteren, meent Latinovic. ‘Bedrijven concurreren met elkaar om talent; de jongere generatie let op hoe werkgevers met hun mensen omgaan. Lever je een goede werk-privébalans, die het mogelijk maakt om werk en gezin te combineren? En toon je je certificaat gelijke beloning in je vacatureteksten? Dan ben je een aantrekkelijker werkgever.’

 

Doe jezelf een lol, zou Latinovic Nederlandse bedrijven aanraden, en check ook het percentage vrouwen op verschillende niveaus in je organisatie. Een gelijke verdeling kán – Össur heeft vierduizend mensen wereldwijd in dienst. Daarvan is 51 procent man en 49 procent vrouw. Op startniveau en midlevel is die verhouding 49 procent tegenover 51 procent. Op senior en bestuursniveau is die verhouding 59 versus 41 procent. 38 procent van alle managers bij Össur is vrouw. Die informatie is vrij eenvoudig uit het duurzaamheidsverslag over 2022 te halen. En daar hoort het ook, zegt Latinovic. ‘Een bedrijf dat op alle niveaus, in alle leeftijdscategorieën, een goede mix heeft van mannen en vrouwen van verschillende achtergronden, is op de lange termijn stabieler, en dus duurzamer.’

 

‘Wie zegt dat er geen goede vrouwen zijn, is te lui om te zoeken’

 

Of zoekt u misschien niet goed genoeg?

Ook aan de top is een gelijkere verdeling absoluut mogelijk, meent Palsson: ‘Als ik als commissaris betrokken ben bij een benoeming van een lid van de raad van bestuur, kijk ik in de eerste plaats naar het team en de strategie die het bedrijf nodig heeft. Daar komt diversiteit om de hoek. Je wil geen raad van bestuur vol gelijkgestemden. Daar komen geen verse ideeën uit. Ik vind altijd voldoende vrouwen voor deze benoemingen. Ik snap niet dat men zegt dat de vrouwen er niet zijn. Sorry, maar dat is onzin. Zo uit mijn hoofd weet ik ook misschien maar twee, drie mensen voor een functie. Ik ga op zoek. Ik kijk door mijn LinkedIn-contacten, ik praat met mensen. Dat kost tijd. Maar ik kom altijd met minimaal tien namen thuis. Wie zegt dat hij geen geschikte vrouwen kan vinden, zegt eigenlijk: ik ben te lui om mijn werk te doen.’ 

MensenrechtenNederland zal een beetje tempo moeten maken als we IJsland in willen halen, want daar zijn ze alweer aan de volgende stap bezig: de ongelijkheid tussen ‘mannenwerk’ en ‘vrouwenwerk’. 'Vrouwenberoepen', zoals kinderverzorger, worden lager gewaardeerd dan 'mannenberoepen', zoals gevangenisbewaker. Terwijl beide verantwoordelijk zijn voor mensenlevens. Gelijktrekken is lastig. Kwestie van mensenrechten, vinden ze bij Reykjavik Energy: bekijk hier een filmpje dat hierover gaat.

Een heel lange dag vrijOp 24 oktober 1975 legde 90 procent van IJslandse vrouwen voor één dag het werk neer: 25.000 vrouwen vulden de straten van Reykjavik, sommige met spandoeken, anderen met kinderwagens. Het effect was immens. Scholen en kinderopvanglocaties sloten en mannen moesten hun kinderen meenemen naar kantoor, waar werken onmogelijk bleek. De telefoon deed het niet – geen vrouwen meer die doorverbonden. Fabrieken sloten wegens gebrek aan personeel. Kranten konden niet verschijnen, zetters waren vrijwel allemaal vrouw. Einde dag waren alle kant-en-klaarmaaltijden uitverkocht.
De dag ging de geschiedenis in onder de naam Women’s Day Off (vrouwen) of Die Lange Vrijdag (mannen). Niemand kon meer volhouden dat vrouwen onbelangrijk waren. Een jaar later was de Wet gelijke behandeling een feit. Zwangerschapsverlof van drie maanden (inmiddels een jaar), een abortuswet en een vrouwelijke gekozen president volgden. 

Op de hoogte blijven van onze beste artikelen? Schrijf je dan gratis in voor onze nieuwsbrief.