5 JUN, 2023 • Achtergrond

In Emmen weten ze hoe belangrijk industrie is: 'Dit was een zanddorp'

De industrie zorgt voor innovatie, banen op álle niveaus, werkt aan duurzaamheid én is de motor van onze economie. Dat blijkt zeker uit een bezoek aan Emmen, waar alles begint met de industrie. ‘Wij zijn trots op de industrie, maar dat zeggen we niet vaak genoeg.’

 

Met een beetje fantasie heeft het Drentse chemiepark Getec iets weg van een pretpark. Het hele gebied is afgezet met een hek, je komt alleen binnen met een bezoekerspas via de balie en beveiliging en eenmaal binnen hoor je alles brommen en sissen. Met een kleurig plattegrondje in de hand, vind je je weg. Glimmende buizen slingeren langs gebouwen en over voetpaden, als de rails van een achtbaan. Her en der hangen borden die waarschuwen dat je handschoenen moet dragen en een helm. Maar hier, waar de zon weerkaatst in het metaal van de fabrieken en silo’s, staan chemiereuzen in plaats van attracties.

Hier produceren bekende en onbekendere bedrijven grondstoffen, waar de Emmenaren vijf minuten verderop in het winkelcentrum De Weiert zonder er bij stil te staan gebruik van maken. De draden in hun autogordels en banden, de plastics in de espressomachines van de eettentjes en in hun Doppers, het polyester in de kleding die er te koop hangt.

 

Zanddorp

‘Emmen was een zanddorp met een paar duizend mensen’, zegt Gerard Nijhoving. ‘Nu is het een van de grootste steden van het Noorden en de reden van die groei is de industrie. Punt.’ Nijhoving is sinds 2016 de directeur-grootaandeelhouder van Senbis, afgeleid van AkoNobel. Een beetje weggestopt, aan de zijkant van het park, naast het enorme Morssinkhof, dat plastic afval recyclet. Senbis is met vijftien mensen personeel en vijf freelance experts een kleine speler op het chemiepark van Emmen. Maar wel eentje met een belangrijke rol. Een aanjager, want ze doen aan R&D, oftewel onderzoek naar kunststof en toepassingen. In opdracht, maar ook zoekt Nijhoving met ‘zijn’ Senbis naar bioplastics die in de natuur en het water worden afgebroken. Zo hebben ze al speciale touwen en netten ontwikkeld voor de visserij en mosselteelt. Netten die na verloop van tijd ‘verteren’ en dus geen rommel in het water achterlaten. Of wat te denken van bioplastic draden voor een grastrimmer, zodat er geen plastic stukjes in de tuin achterblijven.
In het kantoor ligt in een vitrine een aantal grote klossen met draden, een soort prijzenkast met ontwikkelde producten. Klossen zijn overal in het gebouw te vinden. Op twee machines staan grote stickers met ‘Research’, voor wie nog twijfelt aan het werk van Senbis. ‘Dit hele park was allemaal AkzoNobel’, vertelt Nijhoving. ‘Het was allemaal productie; plastics en synthetische vezels. Eind jaren negentig is alles in delen verkocht. Twaron, de naam voor het ijzersterke aramidegaren dat Akzo heeft ontwikkeld, ging naar het Japanse Teijin Aramid bv.’ Dat bedrijf zit nog steeds op Getec en is met zo’n zevenhonderd man personeel de grootste werkgever van Emmen.

Gerard Nijhoving (Senbis): 'Dankzij de industrie is Emmen een van de grootste steden van Noord-Nederland'

Gerard Nijhoving (Senbis): ‘Dankzij de industrie is Emmen een van de grootste steden van Noord-Nederland’
Foto: Kees van de Veen

Kunnen we zonder industrie?Wat zou het betekenen als de industrie wegvalt? Idema grijpt terug naar het verleden. Toen Akzo werd opgesplitst en er van 6.500 banen minder dan de helft overbleef. ‘De werkloosheid ging omhoog’, weet Idema. ‘En er was geen vervangend werk.’ Volgens Herman Idema (Ondernemend Emmen) heeft Emmen geleerd van het verleden en weet de gemeente hoe ze bedrijven moet binnenhalen. ‘Daar zijn kavels voor beschikbaar en als we grote bedrijven erbij krijgen, heb je het over honderden arbeidsplaatsen erbij.’Inmiddels werkt Emmen aan de toekomst. In het voormalige tuingebouwgebied Rundedal is een nóg groter bedrijventerrein gepland van zo’n 35 hectare. ‘Grote buitenlandse bedrijven zijn in Emmen geïnteresseerd. We staan er bij hen goed op, bijvoorbeeld omdat we hier goede opleidingen in de regio hebben’, weet Idema. ‘Zelfs Tesla is hier nog een tijdje in beeld geweest, maar helaas hebben we dat verloren van Berlijn.’ Het maakt hem niet minder enthousiast. Hij ziet een grote toekomst voor de regio als voorloper in de ‘groene chemie’ en waterstof. ‘Shell gaat hier bijvoorbeeld een grote waterstof-elektrolyser bouwen. We gaan van oude naar nieuwe industrie.’

Het was volgens Nijhoving ‘wel even schrikken voor Emmen’ toen Akzo in de jaren negentig vertrok. ‘Wij komen zelf voort uit Akzo research, dat hoorde bij de polyesterfabriek die failliet ging. Een paar honderd mensen verloren hun baan.’ De gemeente besloot daarop dat ze in ieder geval het onderzoeksdeel voor Emmen wilde behouden. Nijhoving: ‘Ze waren al banen kwijtgeraakt, maar wilden in Emmen kennis en innovatie behouden. Toen is een groep ondernemers uit de regio opgestaan en zo is Senbis ontstaan.’

Neem een kijkje bij Senbis

Industrie in Emmen beter uitdragen

Getec is onderdeel van het bedrijventerrein Bargermeer. Daar is ook het kantoor van Ondernemend Emmen gevestigd, op vijf minuten rijden van Senbis. Hier geen hekken, maar nette boompjes en keurig aangeharkt groen. ‘Maar wij doen meer dan praten over grasmaaien of loszittende tegels.’ Aan het woord is Herman Idema, directeur van de ondernemersvereniging. Hij is het helemaal met Nijhoving eens dat ‘alles met industrie begint.’ Volgens de consultant en docent economie en ondernemerschap staan mensen daar niet genoeg bij stil. ‘Tot en met zeg de jaren ’30 was Nederland relatief arm. Met de komst van onder andere Philips en AKU (Akzo) is dat veranderd. Die bedrijven zorgden voor baanzekerheid en de kinderen van de werknemers konden naar school.’ Later was het dus AKU dat zo belangrijk werd voor Emmen. Idema: ‘Daar werkten in de hoogtijdagen 6500 man. En meer mensen betekent ook grotere ziekenhuizen en daar komen andere bedrijven op af, zoals installateurs en dienstverleners.’ Idema schudt de voorbeelden van mooie bedrijven in Emmen zo uit z’n mouw: ‘Het Japanse Menicon maakt nachtlenzen. Die doe je ’s nachts in, die vervormen je oogbol en dan kun je de hele dag scherp kijken. Draka Prysmian, de grootste kabelmaker van Europa, bijna iedereen heeft wel een kabeltje van Draka in z’n huis. Jellice is modernste gelatine-fabriek van Europa en hoofdleverancier van Haribo Duitsland. En de waterfles Dopper, die wordt hier ook gemaakt, alle mallen en matrijzen liggen hier.’ Of neem Vossebelt slijptechniek, gaat Idema door. ‘Mensen die een jarenlange opleiding hebben gehad, slijpen daar asjes voor ASML. Allemaal supernauwkeurig.’ Idema denkt dat de industrie ook wel beter mag en kan uitdragen wat ze allemaal betekent.

Herman Idema (Ondernemend Emmen): 'De industrie kan en mag beter uitdragen wat er allemaal gebeurt'

Herman Idema (Ondernemend Emmen): ‘De industrie kan en mag beter uitdragen wat er allemaal gebeurt’
Foto: Kees van de Veen

Een soort IKEA

Bij zijn ‘buurman’ Vepa, de kantoormeubelenfabrikant, denkt directeur Bert Top dat hij wél goed voor het voetlicht brengt wat de (maak)industrie allemaal betekent voor Emmen, de regio, voor heel Nederland. Hij wint prijzen voor zijn moderne manier van meubels maken, bijvoorbeeld voor de hennepstoel. Hij wijst: ‘Deze tafel bijvoorbeeld is gemaakt van plastic dat uit de Amsterdamse grachten is gevist. Zo eentje staat ook bij de minister, bij de directeur van Philips en Shell en Nationale Nederlanden. Dat is zichtbare duurzaamheid.’

Vepa wint prijzen voor hun moderne manier van meubels maken

Vepa wint prijzen voor hun moderne manier van meubels maken
Foto: Kees van de Veen

Top vertelt zijn verhaal terwijl hij door de enorme hallen achter de showroom loopt. Hier lijkt het een beetje op IKEA, het deel waar je zelf je pakketten voor je tuinstoelen en slaapkamerkasten kunt halen. Alleen staan er bij Vepa eerst metaalpersen en lasergestuurde zagen. Top wijst naar een stapel bureaustoelen die ze zelf hebben opgehaald bij een klant. ‘Voor een ministerie. Die wil een groot percentage hergebruikt meubilair. We gaan sommige stoelen alleen poetsen, anderen worden opgeknapt en we hergebruiken ook veel materialen’. Het gaat langs rijen bureaukasten, enorme tafels, en achterin is een soort klaslokaaltje ingericht, waar Vepa ruimte biedt aan een afdeling van de Praktijkschool. Top is trots op wat de industrie doet, voor Emmen en voor Nederland. ‘Wij maken van niets, of bijna niets, iets. Vervolgens hebben we diensten nodig. Als er alleen maar accountants waren, hadden ze niks te doen, zeg ik altijd’, lacht de directeur.

Directeur Bert Top (Vepa): 'Wij maken van niets, of bijna niets, iets'

Directeur Bert Top (Vepa): ‘Wij maken van niets, of bijna niets, iets’
Foto: Kees van de Veen

Wethouder: ‘We moeten wel scherp blijven’Guido Rink, wethouder economie in Emmen, is net terug uit Taiwan. Daar bezocht hij een bedrijf dat hij naar Emmen wil halen (goed voor duizend tot drieduizend banen) en een bedrijf dat al in Emmen gevestigd is, om de banden aan te halen. Emmen denkt dus niet klein als het om het aantrekken van de industrie gaat. ‘We willen koploper groene chemie in Europa worden’, zegt Rink ambitieus. ‘Daarbij moeten we wel scherp blijven, want Emmen moet het vooral hebben van nevenvestigingen van bedrijven, niet de hoofdvestiging. En nevenvestigingen verdwijnen toch eerder, zie Philips en Akzo in het verleden.’ Dus bezoekt hij wekelijks bedrijven en laat hij zich regelmatig zien in de businessclub van FC Emmen. ‘Emmenaren zijn trots op de industrie, maar dat zeggen ze niet vaak genoeg’, zegt de geboren Rotterdammer. ‘Het is de noordelijke nuchterheid: natuurlijk doen we het goed, anders waren we er niet aan begonnen.’ Hij probeert een ander beeld van Emmen neer te zetten: niet aan de rand van Nederland, maar vlakbij de rest van Europa. En het is er mooi wonen, zegt hij als volleerd marketeer. ‘Ik woonde op een van de woonerven in Emmen. Toen ik voor het eerst de bus naar het centrum nam, reden we alleen maar door de bossen. Op mijn vraag waar het centrum was, zei de chauffeur: zeker de eerste keer?

Wethouder economie Guido Rink: 'Emmenaren zijn trots op de industrie, maar dat zeggen ze niet vaak genoeg’

Wethouder economie Guido Rink: ‘Emmenaren zijn trots op de industrie, maar dat zeggen ze niet vaak genoeg’
Foto: Kees van de Veen

Top kent het beeld van de industrie. En de misverstanden: dat het smerig is en vervuilend. Dat er buiten een grote schoorsteen staat en dat het binnen vies is. ‘Maar dat is allang niet meer aan de orde. Wij zijn straks gewoon CO2-neutraal. We zijn zelfvoorzienend met zonnepanelen en vangen ons eigen water op. We gebruiken ook grondstoffen uit de regio. Wij maken meubelen van de restmaterialen hennep en vlas.’ En het is de industrie van waaruit de techniek komt om duurzaamheid te bereiken, weet Top zeker. ‘Dienstverlening gaat niet met oplossingen komen voor onze duurzaamheidsproblemen. Je hebt nieuwe grondstoffen nodig, daar zijn we hier in Emmen mee bezig, met de biochemie. En ook het hergebruik van grondstoffen. Daar moet je mee experimenteren, daar moet je geld in steken en daar heb je ook de industrie voor nodig.’
Veel bedrijven zijn ook op andere manieren verweven met Emmen. Senbis stond aan de wieg van het eerste biologisch afbreekbare kunstgrasveld, en dat is in Emmen in gebruik genomen. Vepa biedt ruimte aan de Praktijkschool en op het open terrein áchter het bedrijf is een grote tuin aangelegd. Vrijwilligers verbouwen hier groente en fruit die ze aan de Voedselbank schenken.

Gevel van Vepa

Gevel van Vepa
Foto: Kees van de Veen

Noaberschap

Bij Maureen Nederhoed zijn het een eigen praktijkschool én een oude biljarttafel die de verbinding maken. Zij is algemeen-directeur van Harwig Installatietechniek. Het opvallende pand ligt in de schaduw van het bekende kunstwerk De Stip, een 22 meter hoge beschilderde bol van buurman Enexis. Nederhoed heeft zo’n tweehonderd mensen in dienst en Harwig heeft veel zorginstellingen als klant, waaronder het UMCG en industriële klanten, waaronder Google in de Eemshaven.
Tegelijkertijd komen gepensioneerde oud-collega’s elke donderdag nog biljarten en dat is wat de directeur een goed voorbeeld van ‘noaberschap’ noemt: dat iedereen een beetje op elkaar let. ‘Dat spreekt mij aan hier’, zegt de ondernemer die ook secretaris is van Ondernemend Emmen. ‘Voor bedrijven is het prettig dat hier veel goede praktisch geschoolden zijn en er veel voorzieningen. Het is hier heel fijn wonen, werken en ondernemen, omdat we de ruimte nog hebben. In de Randstad is er geen ruimte meer voor industrie.’

Gedeputeerde: ‘Niet blijven hangen in wat er was’Als Henk Brink, als gedeputeerde belast met economie in de provincie Drenthe, begint te spreken, is het duidelijk dat de boer uit de streek ‘wegkomt’. Natúúrlijk vindt hij het een mooie regio van hard werken en innovatie, maar: ‘Het is altijd hard vechten voor de banen hier. In de Randstad is het makkelijker, met al die grote bedrijven, hoofdkantoren en mainports vlakbij. Wij hebben vooral veel mkb.’ Als een bedrijf sluit in de regio heeft dat grotere gevolgen dan in het Westen. Daarom moet de regio het verschil maken met nieuwe ontwikkelingen. Brink: ‘Natuurlijk hakt het vertrek van Philips uit Emmen in 2016 erin, maar je moet niet blijven hangen in wat er was. Er moet nieuw elan komen. Op die plek zijn nu een aantal moderne technologiebedrijven gevestigd.’ De gemeentelijke en provinciale politiek hanteert daarbij een rode-loperbeleid: naast bedrijven gaan staan, meewerken in plaats van tegenwerken. Brink was, net als wethouder Rink, mee op handelsmissie naar Taiwan.
Wat nu als de industrie uit Emmen verdwijnt? Brink: ‘Die vraag is niet aan de orde, ik denk er niet eens over na. Kijk, de rest van de wereld gaat ondertussen ook gewoon door, maar er is hier nog genoeg ruimte om te ondernemen. En de les van covid is dat je de industrie in de buurt moet houden, niet te veel afhankelijk worden van het buitenland.’

Nederhoed ziet zichzelf niet snel ergens anders ondernemen dan in het Noorden. En ze benadrukt dat haar eigen bedrijf mogelijk is gemaakt door de industrie. ‘Het is de basis van de werkgelegenheid in Emmen’, vertelt ze. ‘Het is onze levensader, waar iedereen aan verdient.’ Ze is het met Top eens dat je eerst dingen moet maken. ‘‘Daarna heb je zaken nodig zoals artsen en ziekenhuizen en die gebouwen ontwerpen en realiseren wij.’ Nederhoed noemt de industrie ‘voorheen misschien niet zo sexy als een makelaarskantoor’, maar ‘de industrie trekt juist nu jonge ambitieuze mensen aan en zal de innovaties leveren waarmee we zo schoon en duurzaam mogelijk kunnen werken.’

 

Op de hoogte blijven van onze beste artikelen? Schrijf je dan gratis in voor onze nieuwsbrief.   

Handig: de wekelijkse Forum-alert

Meld je aan voor de nieuwsbrief en ontvang de gratis updates.

chemieindustrieindustriebeleidinnovatie