Innovatiebeleid moet krachtig doorgezet worden

12-11-2015
  • Uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling nog niet op niveau.
  • Overheid moet stimuleringsmaatregelen daarom niet laten verslappen.

Nederlandse bedrijven en instellingen gaven in 2014 ruim 3 procent meer uit aan onderzoek en ontwikkeling (r&d) dan het jaar ervoor. In totaal is dat 13 miljard euro, waarvan het bedrijfsleven ruim de helft voor zijn rekening nam. Dat is goed nieuws, maar de weg naar boven kent nog wel wat scherpe bochten.

Een aantrekkelijke kennisinfrastructuur met daarbij een goede koppeling tussen bedrijfsleven en wetenschap verankert r&d-investeringen van bedrijven. Het topsectorenbeleid is daar een goed voorbeeld van en dat moet dan ook krachtig doorgezet worden. Daarnaast zijn Nederlandse fiscale faciliteiten, zoals de WBSO, RDA en de Innovatiebox voor kleine én grote bedrijven van belang. Die zorgen ervoor dat het Nederlands ebedrijfsleven door kan met innoveren.

Nederlandse bedrijven hebben relatief veel van hun r&d-afdelingen in Nederland. Ze investeren echter steeds meer in onderzoek en ontwikkeling in het buitenland, terwijl buitenlandse r&d-investeringen in Nederland minder hard groeien. Dat bleek onlangs uit een studie van het Rathenau Instituut. Het vestigingsklimaat voor bedrijven moet dus aandacht blijven krijgen en daarvoor moeten ook de fiscale faciliteiten concurrerend zijn.

Om de door de overheid gewenste Nederlandse r&d-uitgaven van 2,5 procent van het bbp te halen (nu is dat 2 procent) moet het beleid om innovatie te stimuleren wel gunstig blijven. Niet alleen voor Nederlandse bedrijven, maar ook voor buitenlandse bedrijven die in Nederland willen investeren. Onderzoek en ontwikkeling zijn immers van cruciaal belang voor het innovatievermogen en daarmee de economische groei van Nederland.

Dit artikel komt uit de print Forum