31 JAN, 2017 • Achtergrond
Israël maakte van zichzelf een echte startup nation
Een nieuw innovatief bedrijf beginnen? In Israël is dat niet zo moeilijk. En zo pakten Benjamin Netanyahu en zijn voorgangers dat aan.
‘Israël is een jong land, alles is nog in ontwikkeling. Dat zorgt voor enorm veel creativiteit’, vertelt Bob Singor, een Nederlandse developer die drie jaar geleden naar Israël ging om een tijdje vrijwilligerswerk te doen. Hij ontmoette er zijn zakenpartner. Samen startten ze with.love, een website – de app komt binnenkort – waarmee mensen die ergens iets moois hebben gezien, kunnen achterhalen waar het te koop is.
Startup nation
Israël staat te boek als startup nation, en dat is volgens Singor volledig terecht. Het is relatief gemakkelijk om investeerders te vinden die geld willen steken in jonge, innovatieve techbedrijven. ‘In Israël kan zoiets snel geregeld zijn. Dat is belangrijk, want als startup heb je meestal snel geld nodig.’ Vorig jaar wisten 373 Israëlische startups meer dan 500.000 dollar aan investeringen op te halen – in totaal 3,6 miljard dollar. Ter vergelijking: in Nederland, met ruim twee keer zoveel inwoners, trokken 150 startups minder dan een half miljard euro aan.
Toevallig is dat niet, stelt de Israëlische econoom Dany Bahar. ‘De overheid heeft heel goed begrepen dat het van belang is om een goed investeringsklimaat te scheppen.’ Dat geldt nog eens extra omdat het conflict met de Palestijnen en de gespannen relatie met de buurlanden investeerders in het verleden huiverig maakten.
‘Van elke twee mensen die je in Israël tegenkomt, heeft er één een startup, en de ander wil er een’
Geld en immigranten
Sinds begin jaren negentig steekt de staat geld in riskante, innovatieve startups die anders niet van de grond zouden komen. Via onafhankelijke incubators neemt de overheid tot 85 procent van de investeringen voor haar rekening. Het leeuwendeel van de winst – als die er komt – gaat naar de particuliere investeerders.
Wat ook helpt: Israël beschikt over een hoogopgeleide bevolking, mede door de immigratie van een miljoen joden uit de Sovjetunie na 1991, onder wie onevenredig veel wis- en natuurkundigen. En er is het leger, dat er veel aan gelegen is zijn technologische voorsprong in stand te houden. ‘De strijdkrachten hebben technologische projecten gesteund die leidden tot spinoffs in de private sector’, aldus econoom Bahar.
Leger is kweekvijver
Het leger dient ook als kweekvijver van ondernemers. Alle Israëliërs moeten in militaire dienst, krijgen al op jonge leeftijd een grote verantwoordelijkheid en worden aangemoedigd om niet louter bevelen op te volgen, maar juist zelf initiatief te nemen. ‘Mijn zakenpartner is kolonel in het leger geweest, dus hij heeft veel ervaring met leiderschap’, vertelt Singor. ‘Ik ben de technische man. Dat is een prima combinatie.’
Toch heeft het Israëlische succes een keerzijde, vertelt de Israëlische ondernemer Aviram Siboni. Met zijn bedrijf MultiSense, dat technologie ontwikkelt voor biometrische identificatie, heeft hij juist gekozen voor Amsterdam. ‘In Israël is weliswaar meer kapitaal beschikbaar, maar er zijn ook veel meer startups. Daardoor bleek het uiteindelijk toch moeilijk om investeerders te vinden. Van elke twee mensen die je in Israël tegenkomt, heeft er één een startup, en de ander wil er een.’
Terug naar het hoofdartikel? Klik hier
Amerika heeft een supporter in het Witte Huis (of nou ja, had) lezen? Klik hier
Handig: de wekelijkse Forum-alert
Meld je aan voor de nieuwsbrief en ontvang de gratis updates.