20 MEI, 2015 • Portret

Jaap Korteweg: 'Ik was bang af te stompen'

Als kind jaagde hij graag zijn eigen kostje bij elkaar. Nu is hij overtuigd vegetariër. Jaap Korteweg is akkerbouwer, eigenaar van de Vegetarische Slager én de man van Tweede Kamerlid Marianne Thieme. ‘Politiek is voor mij teveel praten en onderhandelen.’

 

In zijn keuken giet hij kokend water door een zeefje (‘koffieapparaten vind ik te complex’), dochter Amélie van 3 op zijn arm. Ze krijgt elke donderdag alle aandacht van Jaap Korteweg, gewoon thuis in Maarssen. Alleen is thuiswerken én voor je verkouden kind zorgen best een uitdaging. Zeker wanneer moeder en Tweede Kamerlid Marianne Thieme ‘s ochtends vertrekt naar Den Haag is het even lastig om een huilend kind, telefoontjes van medewerkers en een interview te balanceren.

Korteweg, boerenzoon en negende generatie akkerbouwer, is van het soort ondernemer dat de wereld wil veranderen. Vijf jaar geleden startte hij met De Vegetarische Slager. Onder het motto: iedereen aan het vegetarische vlees. Want, zo redeneert hij, vlees eet je dan wel omdat het lekker is, maar het drukt zwaar op het milieu en er gaan dieren voor dood. Daarom moet een vleesvervanger naar vlees smaken, niet naar groenten. Het kwam hem op kritiek van de vleesindustrie kwam te staan: vegetarische ‘kipstuckjes’ die gewoon kip heten, dat kan niet.

Dat zijn visie aanslaat, is duidelijk: zijn producten zijn niet alleen te koop bij De Vegetarische Slager in Den Haag, maar ook bij Jumbo en Albert Heijn. McDonalds wilde er niet aan, zegt Korteweg. ‘Het lijkt teveel op echt vlees. Dat vonden ze te verwarrend voor hun vegetarische klanten. Marianne heb ik in het begin ook moeten overtuigen.’

 

Heeft u ook overwogen om ook de politiek in de gaan?
‘Zo’n tien jaar geleden ben ik op gesprek gevraagd bij de SP, voor de Tweede Kamer. Eigenlijk was het heel raar om lid van de SP te zijn, omdat de meeste boeren CDA of VVD-stemmers zijn. Overigens stem ik nu Partij voor de Dieren. Maar ik vond Jan Marijnissen een hele aansprekende politicus. Ik ben alleen geen politicus, geen beroepsbestuurder. Ik wil met praktische oplossingen bezig zijn. Politiek is voor mij teveel praten en onderhandelen.’

Korteweg praat rustig. Denkt lang na over zijn antwoorden. Maar als hij ze dan geeft, worden ze uitgesproken met een overtuigende stelligheid, waardoor je geneigd bent om met zijn ideeën mee te gaan. En als hij een goed idee heeft, wil hij het ook uitvoeren. ‘Toen ik samen met mijn vader op de boerderij ging werken, wilde ik alles anders. Andere gewassen, andere machines. Daar was hij heel meegaand in, hij gaf me alle ruimte. Ik heb veel leergeld betaald. Er mislukte ook wel wat.’

Een van zijn betere ideeën was een radicale aanpassing van het Europese landbouwbeleid, waar boeren in 1990 tegen protesteerden. Ze kregen steeds minder voor hun oogst, omdat er teveel werd geproduceerd, wat leidde tot graanbergen en melkplassen. Maar prijsafspraken mochten niet gemaakt worden. ‘Die protestacties vond ik maar niks, want er ontbrak een visie op een oplossing’, zegt hij resoluut. ‘Ik heb toen een plan opgezet, een alternatief landbouwbeleid, waarbij boeren een deel van hun land braak moesten laten liggen in plaats van maar door produceren. Dat resulteerde al snel in een vakbond voor akkerbouwers, waarvan 20 procent van de boeren lid werd. De ideeën die wij hadden zijn voor een deel Europese realiteit geworden. Daarna ben ik gestopt – ik wilde niet op de winkel passen.’

 

Was dat niet ingewikkeld, om opeens actief te worden als boer?
‘Nou ja, het hoeft ook niet perfect te zijn. Met die vakbond moest ik in discussie met voormannen van andere landbouworganisaties. Daar werd van te voren voor gewaarschuwd: kon ik dat wel, werd ik niet afgemaakt? Maar het ging prima, want ik had een goed uit te leggen verhaal. Vaak zeiden zij over mijn plannen: ‘De politieke realiteit is een hele andere.’ Maar ik dacht: als je je neerlegt bij de politieke realiteit, wat doe je dan als landbouwvoorman? Voer geen toneelstukjes op. Kijk, ik vind mezelf niet per se bijzonder, maar mensen kunnen over het algemeen veel meer dan ze zelf denken.’

 

Die visie past niet echt bij de SP.
‘Ik ben ervan overtuigd dat er ook kansarmen zijn in deze maatschappij, maar de mensen die wél kansen hebben en dat zijn er veel, moeten die benutten. Het grootste deel van de mensen kan heel veel, maar daarvan gelooft maar 1 procent het. Mensen groeien op met schaamte en perfectionisme. Er is een tekst die aan Nelson Mandela wordt toegeschreven: mensen hebben de grootste angst voor hun eigen mogelijkheden. Dat heb ik niet, ik ben niet bang om fouten te maken en het hoeft ook niet altijd perfect. Zo geef ik ook leiding aan de mensen met wie ik werk: ik geef mensen vertrouwen en versterk daarmee hun zelfvertrouwen.’

Korteweg werd in 1962 geboren in een boerengezin in Brabant, als vierde kind. Een fijne jeugd, in een warme familie, zegt hij. ‘Ik las laatst een interview in de krant met een Vlaamse schrijver, Griet Op de Beeck. Zij komt ook uit een gezin van vijf en is het vierde kind, net als ik. Maar moest naar een psycholoog vanwege de beknellende familieband. Haar verhaal is me bijgebleven omdat ik het helemaal niet herkende. Mijn zusjes, broer en ik zouden bij wijze van spreken met zijn vijven in een huis kunnen wonen.’

 

Schuur in brand

Als boerenzoon maakten de Club van Rome, de aandacht voor het milieu in de jaren zestig veel indruk op hem, zegt Korteweg. ‘Mijn vader zag vaak geel van het vergif waarmee hij werkte. Dan kwam hij binnen met geel haar en gele armen. En alles was dood. Roofdieren waren uitgestorven, vissen lagen dood in de sloot. Als natuurliefhebber vond ik dat vreselijk. Er was geen beleid, dus het was heel normaal dat je – als je als boer gif gespoten had – het restant van de tank in de sloot liet lopen.’

Korteweg scharrelde rond op de boerderij van zijn ouders, was altijd buiten, terwijl zijn oudere broer liever op zijn kamer radio’s soldeerde. Boerenouders in de buurt waren druk, dus kinderen gingen hun eigen gang in de polder. ‘Heel anders dan hoe kinderen nu gevolgd worden’, zegt hij. ‘Soms ging er weleens wat mis, dan stak ik per ongeluk de schuur in brand. Op mijn 14de mocht ik van mijn vader autorijden. En jaagde graag mijn eigen kostje bij elkaar. Zo’n dier ging dan ook helemaal op.’ Een enorm vrije opvoeding dus, zegt Korteweg. ‘Mijn ouders vonden dat je een kind serieus moet nemen. Dus niet per se luisteren en zomaar doen wat er gezegd wordt.’

 

Het interview gaat na de foto verder

Foto: Jeroen Poortvliet

U werd uiteindelijk boer, later biologisch én vegetariër. Waarom?
‘Voor mij was 1997 echt een kanteljaar, toen de varkenspest uitbrak in Nederland en miljoenen varkens ‘vernietigd’ moesten worden.’ Zijn gezicht vertrekt. ‘Ook aan mij werd gevraagd of ik kadavers wilde opslaan. Financieel was het aantrekkelijk, maar ik wilde het niet.’

‘Daarvoor had ik ook wel weerzin tegen de bio-industrie. Als jongetje zag ik het al bij een tante, die vooral kippen in een grote stal had en daarnaast melkkoeien had. Ik heb er zelf ook over gedacht hoor, om kippen te houden in een loods die de helft van het jaar leeg stond. Mijn inkomen zou daarmee verdubbeld worden. Maar de weerzin tegen het systeem was groter. Ik wist dat het me zou afstompen.’

‘Rond die tijd werd ik vegetariër, at eerst alleen thuis geen vlees, maar ben daarna helemaal gestopt. Toen ontstond ook het idee voor de vegetarische slager en zodra ik eenmaal geld en tijd had, omdat ik niet meer dagelijkse nodig was op de boerderij, ben ik ervoor gegaan.’

 

Wat is uw grootste valkuil?
‘Ik ga door tot het einde. Als je ambitie is om de grootste slager van de wereld te worden – en dat is mijn ambitie – neem je een groot risico. Hoe ga je dat voor jezelf afbakenen? Je kunt wel zeggen dat je niet meer dan 100.000 euro investeert, maar als je kansen ziet, ga je verder. Ook bij vorige beslissingen heb ik alles geïnvesteerd. Het is niet mijn eerste risicovolle onderneming.’

 

Welke projecten zijn er mislukt?
‘Oh, zoveel. Maar gelukkig wel in een vroeg stadium, zodat de impact minder groot was. Begin 2000 ben ik begonnen met trekkers ombouwen zodat ze zonder bestuurder kunnen rijden, op de centimeter nauwkeurig. Ik vond het zo logisch, maar ik kreeg het niet uitgelegd. Ik heb innovatiesubsidie aangevraagd bij het ministerie, maar ze zagen het totaal niet zitten. Terwijl ik ervan overtuigd was dat Nederland hierop zat te wachten. Biologische landbouw gedijt bij trekkers die de grond niet in elkaar drukken.’

 

Heeft iemand u ooit proberen af te praten van het idee van vegetarisch vlees?
‘Niemand heeft ooit gezegd dat dit niet gaat werken. Maar dan nog, ik had het toch gedaan.’

 

Jaap Korteweg1962 Geboren in Langeweg
1990 Neemt boerderij van zijn vader over
1992 Richt vakbond voor akkerbouwers op
1997 Schakelt over naar biologische landbouw; wordt vegetariër
2008 Trouwt met Marianne Thieme
2010 Opent De Vegetarische Slager in Den Haag

Drie stellingen

    • Over 100 jaar eet niemand meer vlees
      ‘Dat zou een mooie uitkomst zijn. Ik kan me goed voorstellen dat er een omslagpunt komt in het denken als plantaardig vlees naast gezonder, duurzamer en diervriendelijker ook algemeen aanvaard wordt als lekkerder.’
    •  Vrouwen in Nederland hebben nog niet dezelfde kansen als mannen
      ‘Absoluut waar, maar het omgekeerde geldt natuurlijk ook door fysieke biologische verschillen. We moeten van mannen en vrouwen geen eenheidsworst proberen te maken om in slagerstermen te blijven, dan wordt het voor beiden een stuk minder interessant.’
    •  Liever de provincie dan de Randstad
      ‘Ik ben een hartstochtelijk Brabander. Dus: ja. En dan graag ook nog in het buitengebied, dichtbij natuur.’

Handig: de wekelijkse Forum-alert

Meld je aan voor de nieuwsbrief en ontvang de gratis updates.

portretten