10 JUL, 2023 • Interview
Jeroen van Vliet (Coca-Cola): ‘Vooroplopen met water is óók winst’
Coca-Cola Nederland pompt in Brabant bronwater op van honderden jaren oud om cola van te maken. Directeur Jeroen van Vliet beseft dat hij goed en zuinig met dat water om moet springen. En niet alleen vanuit de duurzaamheidsgedachte. ‘Als we dat niet doen, komt vanzelf de vraag waarom we dat water eigenlijk mogen gebruiken.’
Aan het begin van het interview, om 10 uur ’s ochtends, maakt Jeroen van Vliet een blikje Coca-Cola Zero open. Het lijkt een marketingtruc gericht op de interviewer, maar Van Vliet bezweert dat hij dat vaker doet op kantoor. Al is het de bedoeling dat de medewerkers minder cola uit blik drinken en meer uit hervulbare glazen. Maar ja, alleen al het geluid van een blikje dat wordt opengetrokken…
Blik, glas, plastic: ze maken deel uit van de ecologische footprint van de frisdrankfabrikant. En niet te vergeten water: cola bestaat voor 90 procent uit water. Belangrijk dus dat dat ingrediënt goed en ruim voorradig blijft. En dat is geen gegeven. Want de klimaatverandering zorgt voor droge periodes, en de kwaliteit van het Nederlandse water voldoet niet aan de Europese maatstaven.
Meneer Van Vliet, water wordt wel het nieuwe stikstofprobleem genoemd.
‘Nou, dat zijn wel grote woorden. Maar onmiskenbaar is dat water voor ons als bedrijf cruciaal is. Dus daar willen we goed voor zorgen. Wordt het waterprobleem net zo groot als stikstof nu is? We zien elders dat de gevolgen extreem kunnen zijn. Kijk in Spanje, het gebied rond Cordoba, hoe de droogte daar van invloed is op de leefbaarheid, op de industrie. In gebieden waar Coca-Cola is gevestigd met waterschaarste proberen we de hoeveelheid water die we gebruiken weer aan te vullen tot 100 procent door bijvoorbeeld regenwater vast te houden in de omgeving. We vinden zelf dat we goed omgaan met water, maar dat moeten anderen ook vinden. Daarom zijn we er trots op dat onze fabriek in Dongen de eerste is in Nederland met een certificaat van de mondiale Alliance for Water Stewardship. Dat is een mondiale organisatie die kijkt het bedrijven omgaan met wateronttrekking en -besparing, en bescherming van bronnen.’
Wie is Jeroen van Vliet?Na een studie bedrijfseconomie aan de Rotterdamse Hogeschool en de Erasmus Universiteit begon Jeroen van Vliet (44) meteen bij Coca Cola Europacific Partners. Daar had hij in totaal zeven functies voordat hij dit jaar directeur werd. Hij werkte onder meer twee jaar voor het bedrijf in Engeland.
Hoe ziet u de watersituatie in Nederland?
‘Het beeld is tweeledig. Aan de ene kant is de kwaliteit van het oppervlaktewater verbeterd ten opzichte van een aantal jaren geleden. Je kunt nu zwemmen in de Maas, terwijl dat twintig jaar geleden misschien niet kon. Tegelijkertijd zijn wij in Nederland de laatste halte in het stroomgebied van rivieren: we krijgen veel van wat in ons water zit ‘cadeau’ uit andere landen.’
‘In Nederland is de beschikbaarheid van water altijd vanzelfsprekend geweest. Dat is nu niet meer zo. Kijk naar de recente droogteperiodes die we hebben gehad. Daarnaast zijn we altijd heel goed geweest in het wegvoeren van water – uit de lucht of uit het buitenland – naar de zee. Tegenwoordig komt het erop aan om water juist vast te houden.’
In Brabant is ook waterschaarste.
‘Ja, dus moeten we minder water gebruiken, bijvoorbeeld door spoelwater vaker te gebruiken en onderdelen die we voorheen met water wasten op een andere manier schoon te maken. We zitten nu op het gebruik van 1,5 liter water per liter cola. Die 1,5 liter zit deels in cola zelf en deels in het productieproces.’
Maar uit onderzoek blijkt dat een liter cola maar liefst 70 liter kost als je meerekent hoeveel water er nodig is voor alle grondstoffen. Dat is toch heel wat anders dan 1,5 liter?
‘Dat klopt. De suiker die wij gebruiken komt bijvoorbeeld van suikerbieten uit Brabant. Voor een biet is 35 liter water nodig, en dat is 95 procent regenwater. Moet je dat dan meerekenen? Wij concentreren ons op de zaken waar we direct invloed op hebben. En we kijken bij de grondstoffen die we gebruiken naar de meest verantwoorde keuze.’
‘Water is geen vanzelfsprekendheid meer in Nederland’
Zegt u dan tegen leveranciers: u moet…?
‘Nee, we gaan met ze in gesprek over vermindering van hun watergebruik. Het is namelijk beter dat ze daar zelf ook achterstaan. Dat iedereen een stap vooruit maakt. Zo kijken we ook met bedrijven in de omgeving of we van elkaars reststromen aan water gebruik kunnen maken.’
‘Daarnaast proberen we zoveel mogelijk water aan te vullen waar we produceren. In 2030 moet dat 100 procent zijn voor het water dat we gebruiken in de fabriek en in onze dranken. Dat doen we door projecten te steunen van Natuurmonumenten om water vast te houden. En dat doen we in een straal om onze productiefaciliteit, en niet bijvoorbeeld in Finland. Wat daar heeft Brabant niets aan.’
U gebruikt bronwater. Waarom geen drinkwater?
‘We zouden ook leidingwater kunnen gebruiken, maar het Brabantse grondwater is van hoge kwaliteit. De fabriek staat boven de mineraalwaterbron De Wilderten. Die ligt op 200 meter diepte, met water dat bij wijze van spreken duizend jaar oud is. We pompen jaarlijks 650 miljoen liter water op: dat is gewoon véél water. Dus daar moeten we goed mee omgaan. Het is niet óns water, maar we hebben het gebruiksrecht.’
Maar wat nu als u de bron niet meer mag gebruiken?
‘Onze continuïteit valt of staat met het gebruik van de bron. We zitten hier natuurlijk niet voor niets. We zouden over kunnen stappen op leidingwater, maar dan concurreer je met andere partijen die leidingwater gebruiken of daarvoor grondwater onttrekken in de regio. Of je importeert de cola, en dat zorgt meer voor CO2-uitstoot door het transport. En mogelijk is er waterschaarste in het gebied van waaruit je importeert. Dat zou slecht zijn.’
Cola is uiteindelijk een genotsmiddel dat je ook níet zou kunnen maken.
‘Eten en drinken zijn van levensbelang. Is cola een vitale levensbehoefte? Waarschijnlijk niet. We bottelen ook bronwater, daar zouden we op kunnen overschakelen. Maar ik wil consumenten de mogelijkheid bieden om te kiezen. Net als tussen suiker en suikervrij.’
‘Ondertussen blijven we zoeken naar manieren om ons watergebruik terug te brengen. Dat kan wel eens lastige situaties opleveren. Glazen flesjes komen bijvoorbeeld 27 keer terug in de fabriek, en moeten steeds worden gewassen. Nu zijn we trots op het hergebruik van glas, maar dat betekent wel een behoorlijke waterafdruk. Ook plastic flessen spoelden we vroeger schoon voor hergebruik. Dat doen we nu niet meer. De plastic flessen worden ingezameld en gerecycled. Regelmatig houden we over dit soort en andere waterthema’s sessies met verschillende partijen: bedrijfsleven, overheid, wetenschap en ngo’s. Deelnemers mogen kritisch zijn, dat houdt ons scherp. Wij willen onze kennis delen en geen competitief voordeel halen over de as van water.’
‘PRIMA OM DE LAT VOOR DE INDUSTRIE WAT HOGER TE LEGGEN’
Maar u wilt als bedrijf toch gewoon winst maken?
‘Ja, maar vooroplopen is ook winst. Wij vinden het prima om de lat voor de hele industrie wat hoger te leggen. En vice versa.’
Waar loopt u dan mee voorop?
‘Bijvoorbeeld met het gebruik van HVO 100 (diesel uit plantaardige olie en restvetten, red.) in onze vrachtwagens. Dat is door een medewerker geïnitieerd. Het kost ons meer geld, maar we kunnen die stap zetten. Waarom doen we dat dan niet? Het gaat erom hoe je je als bedrijf positioneert en hoe je gekend wilt worden. It comes with the territory. Als we ons best niet doen, komt vanzelf de vraag op waarom wij nog toegang tot de bron zouden moeten hebben.’
Hoe gaat u thuis met water om?
‘Mijn vrouw is Spaans en opgevoed met het idee dat je de douche niet constant aan laat staan, dus daar wordt wel opgelet. En ik vind het ook niet nodig om de auto elke maand te wassen. Het is belangrijk dat iedereen – ook privé – een bijdrage levert, maar ik kan binnen het bedrijf een groter effect bereiken. We bieden medewerkers bij wijze van bewustmaking bijvoorbeeld de mogelijkheid om te kiezen of ze het toilet met 3 of 6 liter water willen spoelen.’
Krijgt u wel eens te horen dat u als bedrijf te weinig doet aan verduurzaming?
‘Ik heb dat sinds mijn aantreden nog niet gehoord. Mensen verwachten wel een echte bijdrage van ons aan de verduurzaming. We liggen als marktleider – terecht – onder een vergrootglas, ook bij onze eigen medewerkers. Die willen werken bij een bedrijf dat het proces verder brengt in plaats van terugzet in de tijd. En anders gaan ze weg.’
Op de hoogte blijven van onze beste artikelen? Schrijf je dan gratis in voor onze nieuwsbrief.
Handig: de wekelijkse Forum-alert
Meld je aan voor de nieuwsbrief en ontvang de gratis updates.