8 JUL, 2021 • #Hoedan
Kunststofrecycling: hoe lukt dat als nieuw goedkoper is?
Hoe moet de kunststofindustrie in 2050 helemaal circulair zijn als hergebruik door regelgeving zo ingewikkeld is? Daar maken Theo en Emmelien Regeling van familiebedrijf RPP zich zorgen over. ‘2050 is dichterbij dan je denkt.’
De productiehal van familiebedrijf RPP Kunststofoplossingen in Nieuwleusen is geheel uit hout opgetrokken, aangevuld met gerecyclede wandplaten en leidingwerk van eigen fabricaat. De constructie blijft warm in de winter en koel in de zomer. Niet alleen aangenaam voor de werknemers, maar ook voor vlinders, vertelt Emmelien Regeling, general manager van het bedrijf. ‘Meteen nadat wij de hal hebben neergezet, hebben zich hier kennelijk vlinders gehuisvest. Aan het eind van de winter begonnen die te ontpoppen. Samen met alle planten die wij hier hebben staan, werd onze fabriek plotseling een echte vlindertuin!’ Misschien niet direct wat je zou verwachten bij een kunststoffenproducent, maar Regeling en haar vader Theo hebben er wel een verklaring voor. ‘Juist omdat we een familiebedrijf zijn, zit duurzaamheid in ons DNA’, stelt ze. ‘Als we nu niks doen, kan ik het bedrijf straks niet aan een derde generatie overdragen.’
In 2022 is RPP zelfvoorzienend qua energie
RPP is een kunststoffabriek die produceert van prototypes tot aan kleine en middelgrote productieseries door middel van vacuümvormen, lassen, frezen en assembleren van kunststofproducten. Na de RPP-fase gaat een massaproduct vaak naar een spuitgieter. Emmelien: ‘Dat betekent dat wij hier voor veel nieuwe producten de basis kunnen neerleggen op het gebied van verduurzaming. Omdat wij aan het begin van de keten zitten, voelen wij ook de verantwoordelijkheid om na te denken over duurzaam ontwerpen en duurzaam grondstoffengebruik.’
Terwijl de kunststofindustrie bekend staat om een relatief hoog energieverbruik, zal familiebedrijf RPP al in 2022 zelfvoorzienend te zijn wat energie betreft, zo is de planning. Theo: ‘Binnen een half jaar starten we hier met het aanbrengen van zonnepanelen, waar we onze machines op kunnen laten draaien. De machines produceren aardig wat warmte: die voeren we af naar de warmte-terugwin-unit en gebruiken we vervolgens om koude lucht van buiten op te warmen.’ CO2-footprint heeft de fabriek eigenlijk niet, omdat het pand vanwege het gebruik van hout CO2-positief is en RPP steeds meer gebruik maakt van gerecycled kunststof.
‘2050 lijkt ver weg, maar gaat sneller dan je denkt’
Gerecycled kunststof wordt goedkoper
Duurzaamheid en kunststof: het lijkt met elkaar in tegenspraak. Zit er überhaupt toekomst in kunststof? Theo stelt een wedervraag: ‘Denk je dat auto’s weer helemaal van staal gemaakt gaan worden in de toekomst? En dan tien, twintig keer zoveel wegen en twintig op één gaan rijden? Nee hoor, kunststof is niet meer weg te denken uit onze wereld.’ Emmelien vult aan: ‘We zijn momenteel bezig met het omzetten van houten producten naar kunststof. Het probleem met hout is dat het na drie jaar buiten in de regen, verweerd is. Een kunststof alternatief heeft een veel langere levensduur. Als je de kunststof na de levenscyclus maar weer goed gebruikt en goed recyclet, dan heeft het op lange termijn meer waarde en is het CO2-neutraler dan hout.’
De duurzaamheidsdoelstellingen zijn pittig: in de kunststof-branche mag er in 2050 geen virgin materiaal (materiaal in de grondstoffase) meer gebruikt worden. Al in 2030 moeten alle producten 35 procent aan recyclaat bevatten. Daarnaast heeft de EU als doel dat de economie in 2050 volledig circulair moet zijn. Emmelien: ‘Dat lijkt ver weg maar gaat sneller dan je denkt! Als we nu geen transitie inzetten, dan hebben we over dertig jaar geen kunststof meer om iets van de maken. De grondstoffen raken gewoon op.’
Lange tijd waren virgin materialen simpelweg goedkoper dan gerecycled materiaal en dan koos de klant van RPP uiteindelijk daarvoor. Maar die trend is aan het keren. Recyclaatstromen worden in verhouding steeds goedkoper en er komt steeds meer vraag naar. ‘Dat gecombineerd met een CO2-beprijzing maakt dat het prijsverschil tussen virgin materiaal en recyclaat straks vastgehouden kan worden’, denkt Emmelien. ‘Dat je óf beloond wordt voor de inzet van gerecyclede kunststof, óf extra moet betalen als je dat niet doet. Recyclaat gaat in de toekomst een waarde vertegenwoordigen.’ Voor de verpakkingsindustrie – de branchegenoten van RPP – ligt het allemaal wat lastiger. Theo: ‘In de verpakkingen voor levensmiddelen bijvoorbeeld, mag juist weer géén gerecycled materiaal gebruikt worden. Dat is krom als de overheid tegelijk vraagt om 35 procent recyclaat.’ Daar moet echt iets aan gedaan worden, vindt hij.
Minder soorten plastic gebruiken maakt recycling gemakkelijker
In de kunststofproductie werd lange tijd door consumenten en producenten naar elkaar gewezen. Theo legt uit waarom kunststof ingewikkeld te recyclen is: ‘De verschillende typen plastics – PVC, PET, PE, Polyprop, Polystyreen – verdragen elkaar niet. Je moet het vergelijken met verschillende bloedgroepen. Als je het bij elkaar gooit, kun je het niet meer hergebruiken.’ Het ingewikkelde scheidingssysteem levert geen zuivere reststromen op. Inmiddels begrijpen partijen elkaar beter: de consument laat zien dat hij niet te beroerd is om plastic apart in te zamelen; en veel producenten vereenvoudigen hun ontwerp zodat het terugwinnen van grondstoffen gemakkelijker wordt.
‘Aan de voorkant beter scheiden’, dat is volgens Theo de oplossing. ‘Wat mij betreft zamelen we over vijf jaar kunststoffen per soort in en proberen we minder verschillende kunststoffen te gebruiken: PET voor drinkflessen en PE voor alles wat met zeep te maken heeft.’ Daarvoor is wel nodig dat overheden meewerken. Met de gemeente Dalfsen en de lokale basisschool heeft RPP een experiment gedaan om de plaatselijke bevolking van het belang van beter scheiden te overtuigen. Theo: ‘We hebben lokaal shampooflessen ingezameld en van het materiaal gaan wij samen met de ketenpartners modulaire prullenbakken maken voor de basisscholen in de gemeente Dalfsen.’
Ook in de fabriek is veel gerecycled materiaal gebruikt
Het nadenken over recycling, heeft Theo en Emmelien getriggerd om in de nieuwbouw van RPP zoveel mogelijk gerecyclede producten te gebruiken. Theo: ‘Alles wat je om je heen ziet, is of al een keer gebruikt of het kan weer hergebruikt worden. Daar bovenop is onze fabriekshal ook nog eens CO2-positief omdat alle spanten en wanden van hout zijn met cellulose als isolatie. Dat hout neemt CO2 op uit de lucht en de cellulose kun je over honderd jaar zo weer met de stofzuiger opzuigen en opnieuw gebruiken. De betonvloer die normaal van cement is, is bij RPP van polymeer. Dat kan uiteindelijk óók weer hergebruikt worden.’
Vanaf dag één heeft RPP een architect en een aannemer gevonden die het ‘Regeling-concept’ precies begrijpen. Wat niet wil zeggen dat het allemaal snel gaat. Theo: ‘We zijn al sinds 2017 bezig met onze nieuwbouw. In het kantorencomplex zitten elementen van verschillende gebouwen die circulair gesloopt zijn. Een sluisdeur die afkomstig is van een verzorgingstehuis, wanden en deuren van een belastingdienstkantoor, een keukenblok uit een school, spanten uit een oud benzinestation. Ja, soms vinden we die gewoon op Marktplaats.’ Emmelien vult aan: ‘En mensen gaan ons ook steeds vaker dingen aanbieden omdat men weet dat wij dit zoeken.’
‘als familiebedrijf hebben we een lange adem, maar niet iedereen heeft zin in pionierswerk’
Wat echt helpt: beloon het gebruik van recyclaat
Terugkijkend op de intensieve bouwperiode denkt Emmelien dat de overheid bedrijven best een zetje mag geven om de duurzaamheidsdoelstellingen te behalen. ‘Voor ons is het met name belangrijk dat de inzet van recyclaat wordt beloond met bijvoorbeeld fiscale voordelen.’ Ook op het vlak van circulariteit, verdienen bedrijven meer hulp. Emmelien: ‘Ik moet zeggen dat de gemeente Dalfsen echt uitzonderlijk goed meedenkt. Zonder de actieve duurzaamheidsambtenaar hadden we ons circulaire pand echt niet kunnen neerzetten.’ Toch loopt RPP bij hergebruik van materialen steeds tegen regelgeving aan. Het Bouwbesluit bijvoorbeeld: daarin staat dat een deur een bepaalde hoogte moet hebben. En die hoogte komt dan weer nét niet overeen met de hoogte van de deuren van het belastingkantoor. Dan moet er weer eindeloos vergaderd worden.
Een vergelijkbaar probleem deed zich voor met de spanten van een oud Shellstation. ‘We kunnen niet meer aantonen dat dat hout een fsc-keurmerk heeft gehad. Alles in de bouw moet tegenwoordig een fsc-keurmerk hebben, wil je in aanmerking komen voor een subsidie voor circulaire bouw.’ Het ging zelfs zover dat de aannemer een certificaat moest halen en audits moest laten doen om tóch met dit materiaal te kunnen werken. Emmelien: ‘Het zou ons helpen als overheden meer zouden kijken naar wat er wél mogelijk is, in plaats van wat er níet kan.’
Emmelien: ‘Omdat we een familiebedrijf zijn, kunnen we een heel lange adem hebben, maar ik denk dat veel ondernemingen hier geen zin in hebben. Het is pionierswerk: hopelijk kunnen andere bedrijven profiteren van het werk dat RPP gedaan heeft.’
Op de hoogte blijven van onze beste artikelen? Schrijf je dan gratis in voor onze nieuwsbrief.
#Hoedan?De basisindustrie (voedingsmiddelen- en chemische industrie, papier- en metaalindustrie, glasfabrikanten, raffinaderijen en rubber- en kunststofindustrie) is aan het verduurzamen en moet de komende jaren echt keihard aan de slag om de afspraken die zijn gemaakt in het klimaatakkoord en die over de circulaire economie na te komen. In een korte serie onder de naam #Hoedan brengt Forum in beeld hoe bedrijven daarin slagen. En wat de hobbels zijn die ze op hun weg naar duurzamer productie tegenkomen. In de tweede aflevering: de kunststofindustrie met Emmelien en Theo Regeling van RPP Kunststoffen.
Handig: de wekelijkse Forum-alert
Meld je aan voor de nieuwsbrief en ontvang de gratis updates.