4 SEP, 2014 • Interview

Mariëtte Hamer: ‘Ik wil de harten van ondernemers winnen’

Als PvdAer heeft ze altijd sympathie gehad voor de vakbeweging. Maar de bonden hoeven niet te rekenen op een voorkeursbehandeling van Mariëtte Hamer, de nieuwe voorzitter van de Sociaal-Economische Raad (SER). ‘Voor een akkoord heb je meerdere partijen nodig.’

Het lijkt alsof Wiebe Draijer nog maar net is vertrokken uit zijn kamer in het SER-gebouw. Waar schilderijen hingen, zijn nu alleen nog de ophangdraadjes zichtbaar. De rest van de kamer oogt leeg. In de boekenkast is snel wat lectuur gezet, voor de foto. Mariëtte Hamer, vanaf 10 september officieel de nieuwe voorzitter van de Sociaal-Economische Raad, heeft vanmorgen kennisgemaakt met ‘haar’ personeel. Na zestien jaar in de Tweede Kamer is ze binnen het Haagse verhuisd naar wat wel het hart van het Nederlandse poldermodel wordt genoemd.

Een overstap die her en der met enige verbazing werd ontvangen. Hamer staat immers bekend als exponent van de linkerhoek van de Partij van de Arbeid, criticaster van het bedrijfsleven en vriendin van de vakbeweging.

Mevrouw Hamer, kunt u zich die verbazing voorstellen?
‘Nou, ik ben wel degene binnen de PvdA die de laatste jaren permanent betrokken is geweest bij alle akkoorden die met werkgevers en werknemers zijn gesloten. Je kunt je daarbij niet beperken tot één van de twee. Als je tot een akkoord wilt komen, moet je onderhandelen.’
‘Dus voor mij is de overstap wel voor de hand liggend. Maar op een gegeven moment ontstaat een imago. Dat ik dat imago heb, betekent ook dat ik mijn vak als politicus goed heb gedaan. Alleen heb ik nu een andere rol.’

Ondernemers hoeven niet bang te zijn voor een werknemersvoorzitter?
‘Nee. Ik moet niet polariseren maar de verbinding zijn tussen de drie partijen van de SER: de vakbeweging, werkgeversorganisaties en de Kroonleden. Laten we die laatste groep niet vergeten. De Kroonleden zijn representanten van de maatschappij en de wetenschap, met de specifieke kennis die zij inbrengen. Iedereen heeft de neiging dingen vanuit het eigen perspectief te bekijken. De wereld is gemakkelijker te omarmen als je wat breder kijkt.’

Hoe gaat u zich opstellen tegenover de vakbeweging?
‘Het is de kunst om de band die ik van oudsher heb met de vakbeweging te behouden en de band – die ik achter de schermen al heb – met de werkgevers te laten groeien. Dus niet iets te verliezen maar er iets bij te winnen: het hart van ondernemers. In die zin doe ik mijn partijpolitieke jasje uit.’

‘Ik wil met Ton Heerts en Hans de Boer een even goede relatie hebben. Het klopt dat Heerts een oud-fractiegenoot is, maar nu zie ik hem als FNV-voorzitter. Hans de Boer heeft veel rondgelopen in de wereld van onderwijs en arbeidsmarkt, waar ik zelf vandaan kom. Bij hem herken ik ook dingen.’

Wat gaat u voor ondernemers regelen?
‘Zo denk ik er niet over. We moeten af van de scheidslijn tussen werkgevers en werknemers, alsof zij tegenstanders van elkaar zijn. Een werkgever is gebaat bij een werknemer die zich goed en op z’n gemak voelt, en omgekeerd. Ze moeten elkaar vinden, ook in brede vraagstukken over de arbeidsmarkt, duurzaamheid, en de combinatie van arbeid en zorg.’

Wordt de SER met u weer een Haags onderonsje?
‘Dat is niet de bedoeling. Het voordeel van mijn achtergrond is dat ik kan helpen om SER-adviezen goed te laten landen bij de afnemer: de politiek. Ik ben de postillon d’amour vanuit de SER naar de politiek. De SER kan zo een belangrijke adviesrol blijven vervullen in een cruciale fase waarin de economie weer moet groeien en het werk zal veranderen. Beroepen zullen verdwijnen, andere komen ervoor in de plaats.’

‘In de politiek en in de samenleving zie je dat niemand het meer alleen kan. De akkoorden zijn daar een vertaalslag van. Ook in de SER is die manier van werken belangrijk. Wiebe Draijer heeft de buitenwereld meer betrokken in het voortraject van adviezen. Daar ga ik mee door, met als toevoeging dat ik de buitenwereld ook meer in het natraject van adviezen wil betrekken. Dat helpt om adviezen en de kabinetsmaatregelen die daaruit voortvloeien, beter te laten indalen.’

Er vindt een verschuiving plaats van het collectieve naar het individuele. Is dat geen bedreiging voor de SER?
‘Nee. De SER geeft adviezen over de oplossing van maatschappelijke vraagstukken. Zoals het draagvlak voor het in stand houden van de sociale voorzieningen, en de opkomst van nieuwe vormen van ondernemerschap. Mijn dochter van 16 gaat straks echt niet voor een baas werken, ze wil eigen ondernemer zijn. Hoe gaan we dat een plek geven in de samenleving? Kleine zelfstandigen moeten ook voorzieningen hebben, anders krijgen we een armoedegolf als ze met pensioen gaan en niets hebben gespaard. Dat is ook een werkgeversbelang.’

‘Een thema dat ik zelf belangrijk vind en nog te weinig aandacht krijgt, is de combinatie van arbeid en zorg. Zorg wordt weggeregeld en gedecentraliseerd. Kijk naar het groeiend aantal alleenstaanden. We worden geacht weer meer voor elkaar zorgen, voor kinderen, zieken en ouderen. Daar moet je dan wel de tijd en ruimte voor hebben in de organisatie van je werk. Zonder dat we meteen verzanden in allerlei regelingen.’

U bent de eerste vrouwelijke voorzitter. Wat vindt u daarvan?
‘Ik heb van Neelie Kroes geleerd dat quotumvrouw een geuzennaam is. Ik ben zelf niet elke dag bezig met of ik een vrouw ben of niet. Het is belangrijk dat vrouwen ergens voor staan en posities innemen. Dus ik vind het wel een eer en hoop een voorbeeld te zijn voor anderen.’

Gaat we het verschil merken?
‘U zult merken dat ík er zit.’ ‘

Wie is Mariëtte Hamer?

Na de lerarenopleiding en een studie algemene taalwetenschap begon Mariëtte Hamer (56) in het onderwijs. In de jaren tachtig was ze onder meer werkzaam als directeur volwasseneneducatie en vormings- en jongerenwerk op de Zuid-Hollandse eilanden. In 1992 maakte ze de overstap naar het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, waar ze als projectleider arbeidsmarkt en onderwijs en als afdelingshoofd op de directie Hoger Beroeps Onderwijs werkte. In 1998 werd ze Tweede Kamerlid voor de PvdA. Van 2008 tot 2010 was zij fractievoorzitter. Ook was ze voorzitter van verschillende Vaste Kamercommissies.

 

Wiebe Draijer: ‘verrassende geest’

‘Ik ben blij met haar benoeming’, reageert Wiebe Draijer. Hij was voorzitter van de Sociaal-Economische Raad van 2012 tot 2014 en is nu bestuursvoorzitter van de Rabobank.
‘Mariëtte Hamer kan de verbinding met de politiek maken. Ze heeft een verrassende, scherpe geest die denk ik beter tot zijn recht komt in het samenspel binnen de SER dan in de politiek. Het is mooi dat het een vrouw is geworden, maar het is vooral mooi dat het Mariëtte is.’

Handig: de wekelijkse Forum-alert

Meld je aan voor de nieuwsbrief en ontvang de gratis updates.

arbeid en zorgarbeidsmarktbeleidarbeidsomstandighedenarbeidsverhoudingenbedrijfslevenpoliticisociaal akkoordsociaal-economische raad (ser)sociale partnersvakbondenwerknemers