12 NOV, 2020 • Interview
Mariëtte Hamer (SER): ‘Alles begint met begrip voor de ander’
Het is crisis en daar moet ook de jarige SER mee leren dealen. Hoe gaat voorzitter Mariëtte Hamer, samen met werkgevers en vakbonden, deze strijd aan? ‘We moeten niet alleen maar noodverbandjes leggen.’
De SER viert dit jaar zijn 70-jarig bestaan: hoe zou u deze jong-bejaarde omschrijven?
‘Als een dynamisch persoon, vol ambities en voornemens. We zijn een zeer levendige organisatie. Dat is misschien een beetje raar om nu te zeggen (het SER-gebouw is zo goed als uitgestorven; red.), maar waar normaal de vergaderzalen hier vol zitten, rennen we nu van de ene Teams-vergadering naar de andere. Dat is wel echt een verschil met toen ik hier kwam in 2014.’
Wat is er dan zo anders dan vóór uw aantreden als SER-voorzitter?
‘Het eerste Energieakkoord was toen net afgesloten en wat we toen zijn gaan doen, is om ook aan de slag te gaan met de ondersteuning en uitvoering: wat is er nodig om het ook echt te laten landen bij bedrijven, werknemers en burgers? Hetzelfde doen we bijvoorbeeld bij IMVO, internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen. Dat werken we met elkaar uit in praktische convenanten. Of neem ons advies ‘Diversiteit in de top, tijd voor versnelling’. Dat is niet alleen integraal overgenomen door de Tweede Kamer, maar de SER werkt nu ook aan het opbouwen van een afdeling om bedrijven te helpen met het diversiteitsbeleid in hun onderneming.’
Wie is Mariëtte Hamer?Mariëtte Hamer (62) werd geboren in Amsterdam. Na de lerarenopleiding, studeerde ze Algemene Taalwetenschappen aan de UvA. Begin jaren 80 was ze oprichter en voorzitter van de Landelijke Studentenvakbond. In 1995 werd ze lid van het PvdA-partijbestuur. Van 1998 tot 2014 zat ze in de Tweede Kamer, van 2008 tot 2010 als fractievoorzitter. Sinds 2014 is ze voorzitter van de SER.
Het jaar 2014 lijkt inmiddels wel een eeuw geleden. Nog geen vluchtelingencrisis, nog geen Trump, geen corona. Wat is er in die 6 jaar veranderd in de maatschappelijke verhoudingen?
‘Wat ik zie, is dat er na een periode van individualisering een soort tegenbeweging is ontstaan. Er is een behoefte bij maatschappelijke partijen om elkaar weer meer op te zoeken. Toen ik hier kwam, zat er nog een kabinet (Rutte II, coalitie van VVD en PvdA; red.) dat behoorlijk gericht was op de polder. Er was toen net een Sociaal Akkoord gesloten. Bij de start van het huidige kabinet was de verwachting dat dit minder zou worden, maar het werd alleen maar meer. En die behoefte om elkaar wat meer op te zoeken, zie je niet alleen in de politiek. Kijk maar hoezeer de spanning in de samenleving oploopt, nu dat veel minder kan vanwege corona.’
‘We hoeven niet alleen maar naar de overheid te kijken voor oplossingen’
Dat elkaar opzoeken lijkt vooral te gebeuren rond complottheorieën over 5G en Corona. De polarisering neemt toch juist toe?
‘Ja, we zien een groep die definitief begint af te haken. Maar er is ook een tegenbeweging. Bij de SER proberen we beter of – beter gezegd – bréder te kijken naar wat er aan de hand is in de samenleving. Bijvoorbeeld door er ook andere maatschappelijke organisaties bij te betrekken.’
Is het probleem niet juist dat een grote groep geen vertrouwen meer heeft in organisaties en instituties?
‘De Nederlandse burger heeft nog altijd relatief veel vertrouwen in instituties zoals bijvoorbeeld de vakbonden, blijkt uit onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau. Wat nog niet wil zeggen dat mensen nog lid worden overigens, want dat doen ze over het algemeen minder. Toch zie ik het als onze opdracht om die groep zoveel mogelijk te betrekken. Datzelfde proef ik ook bij de voorzitters van de werkgeversorganisaties en de vakbonden: we moeten de boel bij elkaar houden.’
Wat is de SER?De Sociaal-Economische Raad (SER) is een adviesorgaan waarin ondernemers, werknemers en onafhankelijke deskundigen (kroonleden) samenwerken, om tot overeenstemming te komen over belangrijke sociaal-economische onderwerpen. De SER adviseert de regering en het parlement over het sociaal-economisch beleid. Ook faciliteert de SER akkoorden en convenanten. Voorbeelden zijn de totstandkoming van het Energieakkoord en diverse convenanten voor internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen.
Wat is daarvoor nodig?
‘De toenemende kloof tussen arm en rijk heeft er mee te maken. Corona heeft daar een vergrootglas op gezet. Maar er speelt meer, zoals de ontwikkelingen op social media. Mensen laten zich via andere bronnen beïnvloeden. We zitten allang niet meer allemaal keurig elke avond naar de NOS te kijken. Mensen hebben grote zorgen en klampen zich dan vast aan geluiden die hen beter passen dan de wetenschappelijke lijn. Ze zijn boos en komen in actie. Denk aan de gele hesjes, aan #ikdoenietmeermee. Positief eraan is de energie die van waarde kan zijn voor de samenleving. We moeten naar elkaar luisteren, elkaar willen begrijpen en echt helpen.’
Interview gaat na de foto verder
Digitalisering verandert sowieso alles. Innoveert de SER wel genoeg?
‘Daar zijn we zeker mee bezig. Onze jongerendenktank heeft bijvoorbeeld een app om ideeën van jongeren te verzamelen. Dat levert een veel groter bereik op dan we normaal hadden gehad. Je kunt ook veel rechtstreekser en interactiever communiceren en terugkoppelen. Het is natuurlijk wel altijd een aanvulling op het gewone overleg. Of de SER ook rechtstreeks met ondernemers gaat communiceren? Waarom niet! Maar wel altijd in overleg natuurlijk.’
Wat verwacht u precies van ondernemers?
‘Dat ze ook zelf aan de slag gaan binnen hun eigen onderneming. Dus werk maken van goed werkgeverschap, van verduurzaming. Maar ook van zaken als laaggeletterdheid en diversiteit. We hoeven niet alleen maar naar de overheid te kijken voor oplossingen. Natuurlijk is het onze taak om de politiek te adviseren, maar de helft van de dingen kun je ook gewoon met elkaar oplossen. Ik zie overigens ook dat de werkgevers in onze raad daar veel belangstelling voor hebben.’
‘Het is ons werk om elkaar in de ogen te blijven kijken’
VNO-NCW-voorzitter Ingrid Thijssen stelt dat de grote kwesties alleen opgelost kunnen worden als iedereen over zijn eigen schaduw durft te springen.
‘Het feit dat wij zo productief zijn als SER, betekent dat de sociale partners dat ook al heel vaak doen. Het begint altijd met begrip voor de positie van de ander. Dat werkgevers zich inleven in mensen met een nul-urencontract. En dat vakbonden zich inleven in de dagelijkse problemen van ondernemers.’
Is dat makkelijker of moeilijker in tijden van corona?
‘We zitten in de grootste crisis sinds de Tweede Wereldoorlog. Het is ons werk om elkaar dan in de ogen te blijven kijken. Wat overigens wel ingewikkelder is als je elkaar alleen nog online ziet. Hoe moet je zo’n vergadering met twintig man voorzitten? In het begin dacht ik: ‘als je iedereen vijf minuten het woord geeft, is de tijd alweer voorbij’. Daar vind je dan nieuwe vormen voor waardoor het creatiever wordt. Toch merk je dat het bij deze tweede gedeeltelijke lockdown alweer moeilijker wordt om zoveel thuis te werken. Het nieuwe is eraf, de donkere periode komt eraan: dat proef je wel bij iedereen.’
De noodzaak om met oplossingen te komen was nog nooit zo groot. Helpt dat?
‘We merken nu bijvoorbeeld hoeveel last we ervan hebben dat er nog geen goede infrastructuur voor van-werk-naar-werk ligt. Er zijn al wel projecten in de regio, maar iedereen pakt maar een stukje van het proces op. Aan de andere kant: er is nu wel ineens heel veel geld beschikbaar. Dus laten we van de nood een deugd maken. En dan niet alleen maar een noodverbandje leggen, maar echt iets opzetten voor de lange termijn.’
‘Hoe ga je in zo’n perspectiefloze tijd toch perspectief bieden?’
De Denktank Coronacrisis, die u heeft opgericht, kijkt ook naar de langere termijn. Lukt dat in de huidige omstandigheden?
‘Nou, de herstelfase waar we over nadachten, komt nu wel steeds verder in de toekomst te liggen. Ons advies was om het herstel te stimuleren door flink te investeren in de agenda die we toch al hadden. Denk aan verduurzaming en een leven lang leren. Mooi dus dat het kabinet die prioriteiten ook laat zien met alle investeren die in het herstelpakket zitten.’
‘Maar we zitten nu in een soort harmonica: maatregelen worden dan weer aangescherpt en dan weer versoepeld. Maar dat betekent nogal wat. Hoe zwaar wordt het voor ondernemers als ze dan weer meer en dan weer minder ruimte krijgen? Daar komt een andere emotie bij kijken dan een eenmalige lockdown en dan weer knallen. De onzekerheid wordt aldoor groter. En hoe ga je in zo’n perspectiefloze tijd toch perspectief bieden? Dat is een heel belangrijke vraag.’
Lukt het u nog om positief naar de toekomst te kijken?
‘Je moet altijd positief blijven, anders kom je nergens. Tegelijkertijd moet je wel onder ogen zien wat er gebeurt. Misschien helpt het als er naast het gezondheidsdashboard ook een economisch en sociaal-maatschappelijk dashboard komt. Waarop je kunt zien waar je op kunt rekenen als het weer moeilijker wordt. Zodat dingen die in de vorige golf goed werkten automatisch weer in werking treden. En je niet elke keer het wiel opnieuw gaat uitvinden. Of zoals nu bij de NOW en TVL, dat je niet opnieuw over alles hoeft te onderhandelen. Dat geldt ook voor werk-naar-werk: dat zou je zó moeten opzetten, dat het bij de volgende klap meteen weer in werking wordt gezet. Want wie zegt dat het na twee of drie golven ophoudt? Dit zijn hele nieuwe vraagstukken. Die kunnen we alleen met elkaar oplossen.’
Op de hoogte blijven van onze beste artikelen? Schrijf je dan gratis in voor onze nieuwsbrief.
Handig: de wekelijkse Forum-alert
Meld je aan voor de nieuwsbrief en ontvang de gratis updates.