10 JAN, 2018 • Interview
‘Modern handelsakkoord als CETA let ook op verliezers globalisering’
Meer handel? Welnee, CETA draait primair om meer welvaart, zegt de Canadese econoom Craig Alexander. Voor burgers en bedrijven. Want waarom zou je handelsakkoorden sluiten als je er geen breed gevoeld voordeel van hebt?
Even was de Canadese econoom Craig Alexander bang dat hij zich door de Nederlandse olie-industrie in het pak had laten naaien. Hij gaf op Schiphol de taxichauffeur het adres van zijn hotel, die daarop concludeerde: ‘O, u moet naar de Shell-toren.’ Alexander wist echter niet beter of hij zou in de hoofdstad een uitleg geven over de mogelijkheden van het handelsakkoord met zijn land, CETA. Het duurde tot zijn aankomst in Amsterdam-Noord voordat Alexander zich realiseerde dat de lokale bevolking ‘zijn’ hotel nog steeds aanduidt met de vorige functie, als onderdeel van het voormalige Shell r&d-centrum. ‘Ik dacht de hele rit: Waar heb ik mij nu mee ingelaten?’
De Canadees kan er wel om lachen. Hij kent de Nederlanders langer dan vandaag. De tweede man van de denktank The Conference Board of Canada woont in Burlington, een stadje met ruim 8.000 Nederlanders – bijna 6 procent van de bevolking – die een zekere reputatie hebben. ‘Ik ben een gepassioneerd zeiler’, zegt Alexander. ‘Ik denk dat de helft van de leden van onze lokale zeilvereniging Nederlands is. Ze zijn verschrikkelijk fanatiek en staan bekend als de crazy Dutch sailers.’ Hij vertelt het met een geamuseerde blik alsof hij wil zeggen: stelletje idioten, zeilen doe je voor je plezier. Burlington is daarbij een zusterstad van Apeldoorn.
Liggen de Canadezen en de Nederlanders elkaar bijzonder goed?
‘Ik denk dat we elkaar beter liggen dan de Verenigde Staten en de Europese landen. Wij zijn doorgaans socialer ingesteld dan Amerikanen, maar op economisch gebied liberaler dan Europeanen.’
U bent in Nederland in het kielzog van de Canadese ambassade om het handelsverdrag CETA te promoten. Hoe belangrijk is het hebben van een handelsverdrag?
‘Het verminderen van handelsbarrières is een must. Het doel is alleen niet handel op zich, maar het verbeteren van de welvaart van burgers door handel en investeringen. Lagere tarieven in Canada, betekent dat Nederland meer kan exporteren. Eenvoudiger import uit Canada kan voor jullie betekenen dat de prijzen omlaag gaan of dat de keuze wordt vergroot. Dat is vooral belangrijk voor mkb-bedrijven, die kunnen moeilijk met tariefdrempels overweg. Grote bedrijven hebben mensen en budget om die administratieve rompslomp in die drempels te nemen. En vergeet niet, iedereen praat over de enorme groei van Azië, maar Europa is nog steeds de grootste markt ter wereld en zal dat nog wel even blijven. Azië is een grote belofte, maar een kleine percentuele groei in Europa geeft enorme economische mogelijkheden.’
Wat is CETA ook al weer?Het Canadees-Europese handelsverdrag CETA is sedert 21 september 2017 deels van kracht. Sommige afspraken zullen pas gelden als de parlementen van de EU-landen ze hebben goedgekeurd. Voormalig minister Ploumen schatte dat CETA voor Nederland jaarlijks tussen 600 miljoen en 1,2 miljard euro kan opleveren. CETA zorgt voor de afschaffing van 98 procent van de Canadese importtarieven op Europese producten. Vooral Europese linkse partijen protesteren tegen handelsverdragen omdat er vaak een clausule in staat die buitenlandse investeringen via een arbitragecommissie beschermt tegen onder andere protectionistische regelgeving.
Is de kritiek op handelsverdragen, zoals CETA en vooral TTIP, dan wel terecht?
‘Globalisering is de laatste jaren onder vuur komen te liggen. Voor economen zoals ik gold altijd dat er altijd winnaars en verliezers zullen zijn, omdat landen zich specialiseren. Inmiddels is er meer rekenschap dat als er te weinig mensen profiteren van die globalisering, daar sociale problemen van komen. Sprekend over Canada kan ik zeggen dat onze overheid het belangrijk vindt dat een handelsverdrag een breed gevoeld voordeel moet hebben. Als je bedenkt dat in Canada 98 procent van de bedrijven tot het mkb behoort en dat zij naar het buitenland moeten als ze willen groeien, dan wil je die ondersteunen.’
Het lijkt ook wel alsof de Canadezen minder gealarmeerd waren over CETA dan Europeanen. Hoe verklaart u dat?
‘Wij hebben de discussie over bijvoorbeeld investeerdersbescherming ook wel gehad, maar al toen we het NAFTA-verdrag sloten met de VS. Nu we 23 jaar verder zijn, heeft nog geen enkel belangrijk Amerikaans bedrijf een klacht ingediend tegen Canada. De disputen die er zijn, zijn verbazingwekkend klein als je ze afzet tegen de handel. Het bedrag aan schadeloosstelling in 23 jaar is kleiner dan 1 procent van ons jaarlijkse bbp. We weten dus uit de historie wat er gebeurt. En dan is CETA nog beter geregeld dan NAFTA.’
‘frustratie ontstaat vooral bij mensen die het gevoel hebben niet de vruchten van de economische groei te plukken’
Dus uw landgenoten laten zich niet gek maken door angstbeelden over CETA en populisten?
‘Als je kijkt naar Trump en de Brexit, dan zie ik vooral frustratie van vooral autochtone mensen die het gevoel hebben niet de vruchten van de economische groei te kunnen plukken. Dat is geen meerderheid, maar een minderheid van de bevolking. Die is wel groot genoeg is om voor politieke consequenties te zorgen. In Canadese steden als Toronto of Vancouver behoort de helft van de bevolking tot een of andere minderheid, Trump is niet mogelijk met zo’n demografie. Inkomensongelijkheid, dat is wel een probleem bij ons. Dat houdt mensen tegen in hun ontwikkelingsmogelijkheden. Het is dus zaak die middenklasse te helpen ontwikkelen.’
En dan is globalisering een goede zaak?
‘Dat globalisering de grote slachter van banen is, is een misdiagnose. Op elke baan die verdwijnt door globalisering, verdwijnen er vier à vijf door technologische ontwikkelingen. Je kunt die geest niet meer in de fles stoppen en dat moeten we ook niet willen. Er zitten teveel voordelen aan technische innovaties. Wat je in Canada ziet, is dat er daarom veel werk wordt gemaakt van skills development. Wij hebben een van de hoogst opgeleide bevolkingen ter wereld.’
‘Globalisering dé slachter van banen? Dat klopt niet’
Uw buurland, de VS, lijkt zich onder Trump uit alle verdragen te willen terugtrekken. Is dat een ramp?
‘Ik denk dat de TTIP-discussie CETA geen goed heeft gedaan. Het zijn toch verschillende verdragen, de VS is een andere entiteit dan Canada. Wij wilden met dit verdrag voor een brede welvaartsontwikkeling gaan, het is daarom een heel modern verdrag. Toen de Canadese delegatie door Trump gedwongen het NAFTA-verdrag moesten heronderhandelen, hebben ze de ervaringen uit CETA meegenomen. Ze hebben CETA ook gebruikt voor de Canadese inbreng in het Aziatische handelsverdrag TTP. Dit verdrag zegt ons iets over handel in de toekomst. CETA is meer dan een evolutie.’
Vindt u het jammer dat de Amerikanen zich terugtrekken?
‘De VS waren een van de grote beschermers van handelsverdragen. We lopen nu het risico dat landen als China hun invloed op handelsbetrekkingen uitbreiden. Een doel van het TTP-verdrag was om dat rond te krijgen vóórdat China een verdrag zou organiseren waar wij als Westerse landen op zouden moeten reageren. Toch ben ik niet erg pessimistisch. De afkeer van verdragen is White House driven. Als je kijkt naar de reactie op de Parijs-akkoorden over het klimaat, daar is Washington weg, maar lokaal en in de staten gebeurt veel. We hebben nu één jaar Trump achter de rug, nog drie te gaan. Dat overleven we wel.’
‘Nog drie jaar Trump: dat overleven we wel’
U had het over China als nieuwe handelsmacht na de VS. Is de EU afgeschreven?
(Lacht) ‘O jee, nee, helemaal niet. Ik noemde de EU niet als nieuwe leidende macht, omdat ik voor de EU niet bang ben. Wij delen cultuur en waarden. Maar China zou een risico zijn. Rusland trouwens net zo goed. De EU kan zeker leidend worden, dat zou ik heel positief vinden.’‘Britten mogen op termijn ook eigen CETA’De Britten kunnen na hun Brexit uit de EU eenzelfde soort handelsakkoord krijgen als Canada of Japan. Dat zei de EU-onderhandelaar Barnier eind december vorig jaar bij het opmaken van de balans na de eerste onderhandelingsrondes over de uittreding. Dat betekent dus ook dat de Britse financiële instellingen geen speciale behandeling krijgen voor het opereren binnen de EU. De Britten krijgen van de EU na de officiële uittreding een overgangsperiode van 21 maanden om hun handelsrelatie te regelen.
Handig: de wekelijkse Forum-alert
Meld je aan voor de nieuwsbrief en ontvang de gratis updates.