13 JUN, 2022 • Interview

Paul Polman wil échte duurzaamheid: ‘Minder slecht is niet genoeg’

Bedrijven kunnen niet langer aan de zijlijn blijven staan als het gaat om verduurzaming, zegt oud-Unilever-topman Paul Polman. ‘Want de overheid is te passief, en de burger en zelfs de financiële wereld eist dat het bedrijfsleven in actie komt.’

 

Een man met een missie, zo kun je Paul Polman wel noemen. Dat was hij al als ceo van Unilever, maar als ‘pensionado’ misschien zelfs nóg meer. Want nu kan hij zich helemaal wijden aan zijn streven om het bedrijfsleven duurzamer te maken. Met zijn stichting Imagine bijvoorbeeld, maar ook recent met het boek Netto Positief dat hij schreef met duurzaamheidsspecialist Andrew Winston. Vooral een praktisch boek over het hoe, legt hij uit tijdens een promotiebezoek aan Nederland (Polman woont in Engeland en Zwitserland). ‘Het waarom van verduurzaming is nou wel duidelijk. Een kleine minderheid zegt nog: ‘Moet dat nou?’ Daar ga ik mijn tijd niet aan verspillen. Er is daarnaast een deel van het bedrijfsleven – 20 procent – dat zelf al hard bezig is met verduurzaming. Het gaat mij om de groep van 60 procent die wel wil, maar nog niet weet hoe. Die wil ik bereiken.’

Hij beseft dat die missie niet gemakkelijk is nu de wereld zucht onder corona en de politiek te weinig tempo maakt. ‘Kijk maar naar de duur van de formatie in Nederland. Daarnaast zie je her en der de opkomst van het populisme. Trump, Bolsonaro, Poetin, Erdoğan: die helpen allemaal ook niet. En internationale organisaties als de WTO en de Wereldbank zijn onvoldoende aangepast aan het heden.’ Kortom: van de politiek moeten we het momenteel niet hebben.

 

Vertrouwen in bedrijven

Volgens Polman hebben burgers meer vertrouwen in het bedrijfsleven om het systeem te veranderen. En dat schept dus een verplichting. ‘Van de ceo’s wil 95 procent niet meer terug naar het oude systeem, want dat werkt niet meer. Corona is het zoveelste bewijs dat we de natuur aan het vernietigen zijn. En wat gebeurt er vervolgens? Negentig landen gooien meteen hun grenzen dicht om hun eigen economie te beschermen.’

 

Hij vindt dat we problemen als corona, het klimaat en de ongelijkheid in de wereld kunnen oplossen als we gezamenlijk de moed daarvoor hebben. ‘Zo’n 70 tot 80 procent van de oplossingen is al beschikbaar. Nu komt het erop aan dat bedrijven daar ook voor kiezen.’ Niet alleen omdat zij worden geconfronteerd met hogere kosten als de klimaatverandering niet wordt aangepakt. Ook omdat de consument dat steeds meer verwacht en daar zijn koopgedrag op baseert. De eigen werknemers trekken eveneens aan de bel. ‘Zij wandelen tegenwoordig het bedrijf uit als zij het niet eens zijn met de strategie van het management. Dat was vroeger toch onvoorstelbaar.’ En ook de financiële wereld wordt wakker en belegt meer in bedrijven die goed scoren op duurzaamheid, werkgeverschap en corporate governance.

Wie is Paul Polman?Na een studie bedrijfseconomie in Groningen en een MBA in de VS begon Paul Polman (65) in 1979 bij Procter & Gamble, waar hij opklom tot group president Europa. In 2006 volgde de overstap naar Nestlé, waar hij chief financial officer werd. In 2009 werd hij ceo van Unilever en schafte hij het ‘kwartaal-denken’ af. Ook na zijn vertrek in 2019 zet hij zich in voor de verduurzaming van het bedrijfsleven. Onder meer via het recent verschenen (met Andrew Winston geschreven) boek Netto positief. Hoe je een succesvol en duurzaam bedrijf creëert: door meer te geven dan te nemen’.

Dus is het duidelijk voor Polman: bedrijven moeten verantwoordelijkheid nemen voor hun totále impact op de samenleving. ‘Kijk, het is leuk dat mijn moeder van 92 via Facebook contact had met al haar kleinkinderen over de hele wereld, maar Facebook is ook verantwoordelijk voor de ondermijning van de democratie, voor de hate-berichten en het verslaafd maken van jongeren aan sociale media. Of neem het plastic in oceanen: je kunt als bedrijfsleven niet zeggen dat dat het probleem van de overheid is. Toegespitst op Unilever: toen ik daar begon, heb ik gezegd dat wij net zo goed verantwoordelijk zijn voor boeren die arm blijven, ontbossing, voedselverspilling en obesitas. Doordat je als bedrijf onderdeel bent van de maatschappij, ben je automatisch verantwoordelijk voor alle consequenties daarvan, de goede en de slechte.’

 

Problemen oplossen

Wanneer zag hij zelf het licht? ‘Oh, ik heb altijd al gevonden dat bedrijven problemen moesten oplossen en niet creëren. Ik wilde vroeger eerst priester en daarna dokter worden. Nadat ik voor beide was uitgeloot, zei mijn vader dat ik wel zelf geld moest gaan verdienen, dus koos ik voor het bedrijfsleven.’ Een ander platform, maar dezelfde missie. Dit jaar was hij bijvoorbeeld op de Klimaattop in Glasgow, om daar uit te dragen dat bedrijfsleven en overheid moeten samenwerken in de strijd tegen de opwarming van de aarde. ‘Bedrijven hebben op de top de overheden echt omhoog getrokken. Daar waren vijfduizend bedrijven die hun duurzaamheidsplannen bekendmaakten en zo overheden aanspoorden ook in actie te komen.’

 

Hoe doet Nederland het in dat verband? Polman: ‘Ik had verwacht dat Nederland het met het poldermodel en het sociale bewustzijn goed zou doen. Nederland is een sterk, welvarend, innovatief land, maar het gaat hier niet sneller dan in andere landen. Dat komt vooral door het passieve overheidsbeleid. Doe niet passief maar actief mee. It’s better to make the dust than eat the dust.’ Een uitspraak met Twentse roots: als kind uit Enschede ging Polman op vakantie naar Egmond aan Zee. Moeder smeerde broodjes waar vervolgens altijd zand tussen kwam. ‘Ik krijg nog kippenvel als ik daaraan denk. Maar je moet dus zorgen dat je niet in zo’n situatie terechtkomt. Kijk bijvoorbeeld naar de voorsprong van Tesla, en hoe moeilijk het voor andere automerken is om de achterstand in te halen.’

 

Nederlandse voorlopers zijn volgens hem DSM, dat van kolen naar lifescience ging, en Philips dat zich nu op healthcare concentreert. ‘Campina probeert zich aan te passen aan de veranderende omstandigheden. En daarnaast de kleinere innovatiebedrijven en startups die je nodig hebt voor de toekomst.’

 

En ‘fossiele’ bedrijven als Shell en Tata Steel? ‘Die hebben ook nog toekomst als ze kunnen veranderen. Dat zal moeilijk zijn, want daar zijn een andere cultuur en business model voor nodig.’

 

Netto positief

Minder slecht zijn voor het milieu moet niet langer de focus zijn, vindt Polman, want dan ben je nog steeds slecht bezig. Compenseren vindt hij ook niet voldoende. ‘Dan bouw je een kolencentrale en compenseer je dat met het planten van een paar boompjes. Terwijl elders de ontbossing gewoon doorgaat. Je moet streven naar netto positief: dat je bijdraagt aan daadwerkelijke verbetering. Dat soort bedrijven leveren ook steeds vaker een beter rendement voor aandeelhouders op.’

 

Heeft Polman niet makkelijk praten, met een bedrijf met wereldwijd 149 duizend medewerkers als achtergrond, in vergelijking met een mkb’er die alles zelf moet doen? Hij ziet dat anders: het mkb heeft juist een voordeel, want dat zit dichterbij de markt en kan sneller veranderen. ‘Verandering komt ook vaak van kleine bedrijven. En zij zullen wel moeten verduurzamen, want in sommige landen bestaat het bedrijfsleven voor 90 procent uit mkb. Nederland ook, want jullie willen geen multinationals meer’, zegt hij met een hint naar het vertrek van Shell en Unilever.

 

Kleine bedrijven moeten goed om zich heen kijken en creatief nadenken over zaken als afval en groene energie. De consument kiest immers steeds bewuster. Hij geeft zichzelf als voorbeeld: toen het huis moest worden geverfd, werd gekozen voor een schilder die met ‘schone’ verf werkt en zijn personeel netjes betaalt.

 

Andere doelstellingen

Sceptici kunnen opmerken dat Unilever – zélfs Unilever – niet alle duurzaamheidsdoelstellingen haalt die het zich heeft gesteld. Op het gebied van palmolie bijvoorbeeld. Maar Polman wimpelt die kritiek weg. ‘De ene doelstelling halen we ruimschoots, de andere niet helemaal. Maar zelfs dan is de wereld beter af dan wanneer je niets doet. Het probleem is juist dat bedrijven doelstellingen kiezen waarvan ze nu al weten dat ze die gaan halen. Terwijl het moet gaan om de doelstellingen die de maatschappij nodig heeft, ook al weet je nog niet hoe je die doelstelling moet halen.’

Unilever gaf dat meteen aan: we weten niet hoe en we kunnen het niet alleen. De samenwerking moet worden gezocht in de eigen sector en in trioverband met de overheid en de maatschappij. Inclusief ngo’s die het vaak niet met je eens zullen zijn. ‘Als je je zo open opstelt als bedrijf, maakt dat je menselijk en bescheiden. En dat levert uiteindelijk meer vertrouwen bij anderen op.’

 

Op de hoogte blijven van onze beste artikelen? Schrijf je dan gratis in voor onze nieuwsbrief.

Dividendbelasting‘Ik vond de discussie over de afschaffing van de dividendbelasting beperkt. Dat was een belasting voor onze buitenlandse aandeelhouders en niet voor Unilever zelf. Je kunt niet verwachten dat aandeelhouders voor iets stemmen dat hun meer gaat kosten. Unilever is altijd voorstander geweest van het betalen van belastingen, maar het is belangrijk om het juiste belastingstelsel te hebben. Nederland wordt internationaal gezien als land met lage bedrijfsbelastingen en veel structuren om belasting te vermijden. Het resultaat van de discussie is helaas dat Nederland nu Unilever, Shell en de dividendbelasting heeft verloren. Dat is jammer en op de lange termijn geen goede uitkomst.’

Handig: de wekelijkse Forum-alert

Meld je aan voor de nieuwsbrief en ontvang de gratis updates.

bilderbergenergieinterviewklimaatmvoverduurzamen