Paul Ulenbelt (SP): ‘Ik heb respect voor ondernemers’

14-09-2016

Wat hebben Kamerleden met ondernemers en het bedrijfsleven? Hoe scoren zij op de economische meetlat? SP-Kamerlid Paul Ulenbelt: ‘Ik heb niks met bazen van multinationals die ondernemertje spelen.’

 

Anti-bedrijfsleven?
‘Nee hoor. Ik zeg wel altijd: Zonder werknemers geen bedrijven. Ik heb juist bewondering voor ondernemers die voor eigen risico producten op de markt proberen te zetten. Maar ik heb een hekel aan zogenaamde ondernemers die met andermans geld ondernemertje spelen. Dat noem ik huurlingen die bij de multinationals aan de top staan. Familiebedrijven hebben een andere cultuur: socialer, niet arrogant. Het SP-programma voor het bedrijfsleven heet niet voor niets Hart voor de zaak. Al zijn er ondernemers die denken dat het hart met een –d is. Wij zijn bijvoorbeeld tegen het twee jaar doorbetalen van zieke werknemers door kleine ondernemers. De risico’s worden te veel bij de werkgever neergelegd.’

 

Ondernemersbloed?
‘Mijn vader was notarisklerk en verkocht daarnaast verzekeringen. Na zijn vroege dood heeft mijn moeder die praktijk van hem overgenomen. Mijn opa’s waren aannemer en sigarenhandelaar. Die laatste had een beetje anarchistische inslag. Hij wilde geen loonslaaf zijn en is toen voor zichzelf begonnen. Hij maakte sigaren die hij met zijn dochters op de markt verkocht. Hij wilde wel, maar het lukte op één of andere manier niet. Later heeft hij het nog geprobeerd als standwerker met poetsmiddelen. Ik ging dan mee om te kijken hoe hij dat deed.’

 

Zelf ondernemen?
‘Ondernemerschap heb je of niet, je kunt het niet leren. Ik ben er het dichtstbij geweest toen ik vanuit de FNV het Bureau Beroepsziekten mede opzette, dat werknemers begeleidde in hun zaak tegen hun werkgever. Die waren vaak geneigd hun kop in het zand te steken. Het bureau moest zichzelf bedruipen. Ik ben meer van de inhoud dan van het organiseren. Ik zag, ook aan mijn opa, hoe moeilijk het was. Heb daarom veel respect voor ondernemers.’

 

‘Ik heb gezien hoe moeilijk ondernemen is’

 

Waarom politiek?
‘Ik had ervaring in de wetenschap en in de vakbeweging. In de tijd bij de FNV kwam ik regelmatig politici tegen, en leek de politiek me ook wel leuk om in te werken. Ik begon als medewerker bij de SP-fractie en werd snel daarna gevraagd Kamerlid te worden. Ik ben niet met een bepaalde doelstelling de Kamer ingegaan, behalve dan dat ik altijd tegen ongelijkheid heb gevochten.’

 

Trots op?
‘Ik had een initiatiefwet tegen flexwerk opgesteld met Mariëtte Hamer van de PvdA. Die zat goed in elkaar. Zo was geregeld dat flexwerk tot ‘piek en ziek’ beperkt moest blijven. Diederik Samsom heeft ons initiatief onderuit gehaald met de belofte dat Lodewijk Asscher het mee zou nemen in de Wet werk en zekerheid. Die heeft dat niet precies genoeg gedaan, en moet nu met aanpassingen komen.’

 

Verkiezingen?
‘In de tien jaar dat ik in de Kamer zat, was het neo-liberale dominant, ook bij de PvdA en het CDA. Ik zie nu een kentering. Mensen zien in dat marktwerking in de publieke sector funest is. In de zorg is dat het meest manifest. Zorgprofessionals worden doodziek van al die formulieren die ze in moeten vullen en de verantwoordelijkheid die ze af moeten leggen.’

 

Pensioen?
‘Vlak na de verkiezingen word ik 65, en ik heb als politicus altijd gezegd dat 65 de pensioenleeftijd moest blijven. Ik ben nu nog gezond en wil de achteruitgang voor zijn. Want je tekent toch weer voor vier jaar. Ik weet nog niet of ik nog wat ga doen. Misschien vrijwilligerswerk. Als alle 65-plussers die vrijwilligerswerk doen zouden stoppen, wordt het land onleefbaar.’

 

Communisme of kapitalisme?
‘Ik ben voor het Rijnlandse model – dat is een vorm van kapitalisme – zolang het kapitalistische monster wel stevig aan touwen ligt. Ooit was ik communist, maar het communisme wordt nu te veel geassocieerd met allerlei ellende en shit.’

Natuur of industrie?
‘Industrie, want die voedt en kleedt mensen. Alleen van de natuur leven is te karig. Maar ik wandel graag in de natuur.’

Geeft zichzelf een: 8