18 SEP, 2014 • Actueel

Toerist moet nachtje bijboeken

Als iedere toerist één dagje langer zou blijven, levert dat tot wel 30.000 extra banen op, juist aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Gewoon doen, stelt VNO-NCW-voorzitter Hans de Boer. Welke mogelijkheden ziet de sector?

 

Felix Guttmann, Canal Company

‘Nederland als land van licht is publiekstrekker’

 

‘Iedereen organiseert van alles in de zomer, als het in Amsterdam zo gezellig is. Terwijl een evenement in de winter meer effect heeft. Maar het gevoel bij ondernemers was: dan doen we niks, want dan zit iedereen toch binnen. Daarom hebben wij besloten het Amsterdam Light Festival juist wél in die rustige periode te organiseren.’

‘We wilden met het lichtfestival iets toevoegen aan de stad dat kwaliteit heeft en dat door de Amsterdammer zelf wordt omarmd. En dat is gelukt. Op social media krijgen we veel positieve reacties. En daar doen we het voor. Natuurlijk ook om mensen van buiten de stad naar Amsterdam te halen. Want buitenlandse toeristen zijn een factor van belang.’

‘We moeten het hier vooral hebben van het citybreak-toerisme, hebben we tijdens de eerste twee edities van het Amsterdam Light Festival gemerkt. We hebben het festival zo opgezet dat buitenlandse organisaties gemakkelijk kunnen aanhaken. Zo heeft reiswebsite Expedia al in het eerste jaar gebruik gemaakt van het festival om mensen via de homepage richting Amsterdam te sturen.’

‘Het idee van een lichtfestival leent zich goed voor gebruik in andere steden. Er gebeurt ook al wat mee. Bijvoorbeeld in Eindhoven en Maastricht. Licht is zo’n universele waarde. Het is in alle culturen een symbool van hoop, liefde en energie. Met dat thema kan je nog jaren vooruit. Als Nederland op de kaart staat als land van licht, trekt dat gegarandeerd mensen die anders aan ons land voorbij waren gegaan.’

‘Het Amsterdam Light Festival leidt tot vele tientallen miljoenen aan extra bestedingen, op een investering van 2,5 tot 3 miljoen. Als je het in de rest van Nederland zou doen, zou je 1,5 tot 2,5 miljoen euro extra kwijt zijn om tot 20 miljoen extra opbrengst binnen te halen. En dan hebben we nog niet de opbrengsten meegerekend die het met zich meebrengt voor de Holland marketing en citymarketing.’

 

Monique Beuk, Koninklijke Beuk

‘Werk blijven maken van promotie’

 

‘Prima idee om internationale toeristen die voor Nederland kiezen, te verleiden tot een langer verblijf. Want dat betekent extra activiteit: meer bezoeken aan attracties, musea en dergelijke. En dat is goed voor de economie. Maar ik zou het budget voor de promotie van Nederland liever inzetten op het naar hier halen van meer toeristen, dan mensen proberen te verleiden om hier langer te blijven. Een van de redenen waarom buitenlandse toeristen niet snel zullen kiezen voor een langer verblijf in Nederland, is dat ze over het algemeen weinig vakantiedagen hebben. En voor velen van hen is ons land ook maar een van de mogelijke stopovers tijdens een vakantie binnen Europa.’

‘Nederland staat al goed op de kaart als bestemming. Maar het kan altijd beter. Ook voor de ondernemers zelf is daarbij een rol weggelegd. Als Koninklijke Beuk verzorgen wij in Nederland de ground handling voor buitenlandse touroperators. Met het oog daarop bezoeken wij jaarlijks een aantal beurzen die er op zijn gericht om evenementen en daarmee bezoekers naar Nederland te halen. En wij zijn partner van Noordwijk Marketing. Deze organisatie gaat namens de ondernemers uit de gemeente beurzen af om Noordwijk als congresbestemming op de kaart te zetten.’

‘Wij zijn ook actief in het besloten busvervoer (passagiersvervoer met touringcars; red.). In dat werk profiteren we zeker ook van een groei van het aantal inkomende reizigers. En dan niet zozeer de individuele reizigers. Zij zullen voor de verplaatsingen tijdens hun verblijf in Nederland kiezen voor de taxi of het openbaar vervoer. Wij moeten het in ons werk vooral hebben van groepen die op Schiphol aankomen. Zakelijke reizigers, die naar ons land komen voor congressen of beurzen. Maar ook toeristen die in groepsverband reizen. Daar kunnen we zeker wat mee.’

 

Emily Ansenk, Kunsthal Rotterdam

‘De Kunsthal zal het Rijksmuseum niet snel in de weg zitten’

 

‘Het is goed dat Hans de Boer dit heeft aangezwengeld. Toerisme levert harde valuta op. En Rotterdam zou daar meer van kunnen profiteren. Veel toeristen gaan nu rechtstreeks naar Amsterdam en van daaruit met een bus naar de Zaanstreek of de Keukenhof. En daarna zijn we ze weer kwijt. Gelukkig nemen toeristen Rotterdam steeds vaker op in hun must-see-lijstjes. Deze stad is duidelijk iets voor meer avontuurlijk ingestelden. Er is hier nog veel te ontdekken. Van concurrentie met Amsterdam is geen sprake. De Kunsthal zal het Rijksmuseum niet snel in de weg zitten.’

‘Als Rotterdamse kunstinstellingen proberen we onze programma’s zo te clusteren dat we elkaar versterken. Als we tegelijkertijd met museum Boijmans een grote tentoonstelling brengen, merk je dat mensen sneller geneigd zijn om een nachtje te blijven. Want dan willen ze ook nog even naar dat leuke, nieuwe hippe restaurant én nog even shoppen. Met een krachtiger centrale marketing zouden we er nog meer uit kunnen halen. En het zou helemaal mooi zijn als culturele instellingen in de Randstad veel meer als één regio zouden kunnen programmeren.’

‘Het hotelaanbod in Rotterdam heeft aan kwaliteit gewonnen. Doordeweeks hebben de hoteliers niet te klagen over hun bezettingsgraad. Maar in het weekend moeten ze er nog hard aan trekken om toeristen naar de stad te krijgen. Bijvoorbeeld met aanbiedingen in samenwerking met de cultuursector, zoals kortingen voor hotelgasten op museumbezoek. In oktober openen we een grote James Bond-tentoonstelling Designing 007. Een tentoonstelling voor een breed publiek. We organiseren dan een special event voor de gasten van het nieuwe Mainport Hotel. Met een glaasje van het een of ander en een rondleiding. We zijn er nog lang niet. Maar ik zie zeker kansen.’

 

Fons Jurgens, Attractiepark de Efteling

‘We hebben meer te bieden dan Holle Bolle Gijs’

 

‘Afgelopen jaar trok de Efteling een recordaantal van 4,2 miljoen bezoekers. Maar we willen verder groeien, tot 5 miljoen bezoekers op jaarbasis. Dat betekent dat bezoekers van verder weg zullen moeten komen. Minimaal uit België, Duitsland en Engeland. Maar ook uit Aziatische landen, Amerika en eventueel Russische contreien.’

‘Het zou mooi zijn als mensen Nederland wat meer zouden zien als bestemming voor een meerdaags verblijf. Dat een Chinees nog steeds Amsterdam aan doet, maar daarnaast ook tijd inruimt voor de Efteling. Daarvoor zullen we de mensen meer aan ons moeten weten te binden. We proberen daar op diverse manieren op in te spelen. Door attracties langer open te houden en de verblijfsmogelijkheden aan te passen. Maar ook door het aanbod in onze eetgelegenheden af te stemmen op de smaak van onze buitenlandse gasten.’

‘Gezamenlijk optrekken in promotie is voor ons ook belangrijk. Wij werken intensief samen met andere parken in de regio. We bieden ook gezamenlijk arrangementen aan. Maar als we meer mensen hier langer willen vasthouden, moeten we daarvoor wel de ruimte hebben. Daarom zouden we graag de overnachtingscapaciteit rond de Efteling willen vergroten. Wellicht kan de provinciale of landelijke overheid ons ook helpen. Nu kost het veel moeite om haar te overtuigen van ons belang.’

‘Het is hard nodig om duidelijk te maken dat we in 63 jaar zijn uitgegroeid tot een park dat veel meer te bieden heeft dan Holle Bolle Gijs. We mogen dan niet behoren tot de topsectoren, we zijn een factor van belang voor de Nederlandse economie. Iedere tien extra banen in de toeristische sector leveren zes extra banen op bij toeleveranciers. In het geval van de Efteling hebben we het dan over enkele honderden directe banen én enkele honderden indirecte banen.’

 

Camille Oostwegel, Châteauhotels & -restaurants

‘Misschien kan Limburg dienen als pilot voor de rest van het land’

 

‘Ik heb het pleidooi van Hans de Boer ervaren als een opsteker. Grotere ondernemers denken over het algemeen namelijk niet zo over de mogelijkheden van de hotellerie. Wij zijn altijd aan het kijken of we gasten langer kunnen laten blijven. Want een extra overnachting betekent voor ons al snel een verdubbeling van de omzet. Dat is economisch van groot belang. Niet alleen het hotel- en restaurantbedrijf profiteert daarvan. Ook veel toeleveranciers.’

‘In Zuid-Limburg zijn we al bezig met iets dat perfect aansluit bij het idee om toeristen langer aan Nederland te binden: de Limburg Economic Development-agenda. Dit moet leiden tot 22.000 nieuwe banen in 2020. Hoogwaardige banen, in alle sectoren van de economie. Ook in de vrijetijdssector. Want we hebben in onze regio een groot aanbod aan kunst en cultuur van hoge kwaliteit. Maar dat weet bijna niemand. Ik heb voorgesteld daar wat aan te doen door kunst en cultuur te koppelen aan verblijfstoerisme. Bijvoorbeeld door bij een bezoek aan een website van een hotel of andere accommodatie in Zuid-Limburg meteen in beeld te brengen wat de tien topevenementen en attracties zijn op het gebied van kunst, cultuur en theater. Zodat mensen denken: daar moet ik naar toe. En wat langer blijven.’

‘Ook voor de overheid is een rol weggelegd. We hebben regelmatig gepleit voor een minister van toerisme. Vroeger hadden we een in ieder geval nog een staatssecretaris met dit onderwerp in zijn portefeuille. Maar dat is door bezuinigingen allemaal verwaterd. Jammer, want neem Frankrijk. Een belangrijke toeristische bestemming. Maar ze doen er daar ook ontzettend veel aan. De Fransen hebben een ministerie dat er actief mee bezig is, ze hebben een maison de France in ieder land. Het is een beetje vergelijkbaar met de oude structuur van het NBTC, met vestigingen verspreid over de wereld. Als je je niet laat horen en zien, kun je ook niet verkopen.’

 

Langer blijven = goed voor werkgelegenheidStel het lukt om iedere toerist die voor recreatie naar Nederland komt een nachtje extra te laten blijven. Even rekenen laat zien dat dit 11,6 miljoen extra overnachtingen oplevert en 2,8 miljard euro aan extra bestedingen. Daarmee komt het totaal aantal overnachtingen op 39,5 miljoen. Als de werkgelegenheid evenredig zou meegroeien, zou het aantal banen in de toeristische sector met 30.000 toenemen. Waarschijnlijker is dat op de korte termijn eerst de bezettingsgraad verder toeneemt zonder dat het aantal banen meteen 1 op 1 meegroeit. Op de lange termijn, als de sector meegroeit met de groei van het toerisme, zal de werkgelegenheid wel verder kunnen toenemen tot meer dan 100.000 banen in totaal. Dat is dus 30.000 extra banen.
Interessant is ook het aantal Aziatische toeristen dat naar Nederland komt. Daar zit al jaren een fikse groei in. Als we het aantal Aziatische toeristen weten te verdubbelen van 800.000 naar 1,6 miljoen én ze blijven een extra nacht in Nederland zou dat zo’n 3.200 tot 6.400 banen kunnen opleveren. Banen die juist voor de onderkant van de arbeidsmarkt, waar de afgelopen jaren veel klappen zijn gevallen, belangrijk zijn.

Handig: de wekelijkse Forum-alert

Meld je aan voor de nieuwsbrief en ontvang de gratis updates.

arbeidsmarktgastvrijheidssectorhans de boertoerisme