20 NOV, 2014 • Actueel
We willen geld of anders...
Ermee naar buiten treden doet bijna niemand. Ondernemers lopen er niet mee te koop dat zij afgeperst worden door een gewelddadige motorbende of doortrapte cybercrimineel. Maar het komt vaker voor dan gedacht en de impact is groot. ‘Er zijn ondernemers die de straat niet meer op durven.’
Het was in oktober groot nieuws: ondernemer en tv-tycoon John de Mol bleek al een jaar dreigbrieven te krijgen. Of hij maar even met miljoenen euro’s over de brug wilde komen, anders zou er weleens wat vervelends kunnen gebeuren met zijn zus Linda en haar kinderen. Miljoenen mensen leven sindsdien met ze mee. Wat John en Linda de Mol overkomt – al meer dan een jaar bedreigd en afgeperst worden – is afschuwelijk en ingrijpend. Wat weinigen zich zullen realiseren is dat veel meer ondernemers met afpersing te maken hebben. De showbizz-familie is met z’n openheid een van de weinige uitzonderingen op de regel. Veel ondernemers die slachtoffer worden van afpersing lijden liever in stilte dan dat ze met hun probleem naar buiten treden. Niet zo raar dus dat er jaarlijks maar zo’n 55 afpersingzaken gemeld worden bij de politie. Gemiddeld komen daar elf van voor de rechter.
1 op de 10 ondernemers slachtoffer
Maar het probleem is veel groter, blijkt uit het onderzoeksrapport Ondergaan of Ondernemen dat minister Opstelten onlangs aan de Tweede Kamer stuurde. Maar liefst een op de tien ondernemers zegt daarin de afgelopen jaren een of meer keren slachtoffer te zijn geweest van afpersing. Dat kan dan bijvoorbeeld gaan om de ‘klassieke’ protectieafpersing. Vooral onder de criminele motorbendes doet deze vorm van afpersing het goed. Wie kent niet de voorbeelden van kroegbazen die ‘beschermgeld’ betalen om te voorkomen dat hun zaak te gronde wordt gericht?
Betaling in bitcoins
Sterk in opkomst is cyberafpersing. ‘Krijg je een pop-up met een politielogo op je scherm. Lees je: er is kinderporno op uw pc aangetroffen. Maak zoveel geld over op dit nummer, dan unlocken we uw pc. Tegenwoordig werken cybercriminelen met bitcoins, dus waar het geld blijft, is niet meer traceerbaar. En of de computer na betaling ook echt wordt ontgrendeld, is een lot uit de loterij. Heel vaak gebeurt het niet’, zegt Wim van Campen, vicepresident Northern and Eastern Europe bij computerbeveiliger McAfee. Ransomware – in Nederland ook wel politievirussen genoemd – is enorm in opkomst. ‘Voor cybercriminelen is het een heel aantrekkelijk soort malware, omdat het heel gemakkelijk geld verdienen is. De ‘kwaadaardige software’ is gewoon te koop.’
Maar cyberafpersing kan veel verder gaan. Waarbij criminelen hun pijlen richten op een specifiek bedrijf. Degenen die dit doen, verzamelen zoveel mogelijk informatie over de data-infrastructuur van het bedrijf dat ze in het vizier hebben, de systemen die worden gebruikt, de soort informatie die beschikbaar is en via welke persoon ze bij die informatie kunnen komen. En vervolgens proberen ze die persoon gericht te benaderen met heel persoonlijke mails. De voorbeelden die Van Campen in zijn werk voorbij ziet komen gaan ver. ‘Je zal maar een mailtje krijgen waarin staat: ‘Ik stond zaterdag naast je op de hockey, want onze dochters spelen in hetzelfde team. Ik heb wat foto’s gemaakt. Klik hier, dan kun je ze zien.’ Zó ver kan het dus gaan.’
Compromitterende foto’s
Een trend is het gebruik van sociale media bij afpersing. Afpersers profiteren van de mate waarin mensen zich blootgeven op sociale media. Slachtoffers worden in contact gebracht met vrouwen, waarna gedreigd wordt compromitterende foto’s op internet te zetten. Volgens Henk Munting, oud-rechercheur en een van de vertrouwenspersonen achter de Vertrouwenslijn Afpersing die drie jaar geleden in het leven werd geroepen, speelt dit met name bij kleinere middenstanders.
De zwaarte van de bedreigingen bij afpersing neemt toe. Vooral de impact van afpersing door motorclubs, die met name in de horeca actief zijn, is groot, aldus Munting. ‘Slachtoffers kunnen emotioneel reageren als ze ons bellen. Dat is vooral zo als vrouw en kinderen bij de bedreigingen worden betrokken: ‘We weten waar je kinderen naar school gaan en waar je vrouw werkt’. Vaak is al het nodige gebeurd voordat ze ons bellen. Er zijn ondernemers die de straat niet meer op durven en de gordijnen dichthouden. Als ze buiten zijn, denken ze overal hun afperser te zien.’
Een andere groep die het moeilijk heeft zijn ondernemers die worden afgeperst door een voormalige compagnon. Vaak zijn ze vervelend uit elkaar gegaan, na eerst jarenlang hecht samengewerkt te hebben. Het gevoel afgeperst te worden door iemand die je ooit misschien als vriend hebt beschouwd, maakt het extra zwaar.
Aangifte doen
Bij de presentatie van het onderzoeksrapport eind oktober riep minister Opstelten van Veiligheid en Justitie dat ondernemers in geval van afpersing sneller aangifte moeten doen. Dat zou de kans op een succesvolle opsporing en vervolging vergroten. Zijn voorganger Ernst Hirsch Ballin riep dat zeven jaar geleden ook al. Maar de bereidheid om aangifte te doen is angstwekkend laag. Zegt 87 procent van de ondernemers op voorhand in geval van afpersing de politie in te schakelen, als het eenmaal zover is doet maar 44 procent het ook echt. ‘Bij het ingooien van een ruit of een overval heb je het over heel tastbare delicten waarvan je wilt dat ze zo snel mogelijk worden opgelost. Maar rond afpersing hangt toch nog steeds een taboe. Als je daar slachtoffer van wordt, ben je daar misschien toch op een of andere manier in meegegaan, is het idee’, zegt Ilse van Leiden, onderzoeker verbonden aan Bureau Beke, samensteller van het rapport ‘Ondergaan of ondernemen’. Maar het tegendeel geldt: ‘Iedereen kan slachtoffer worden van afpersing.’ Het lastige is volgens haar dat het een delict is dat niet direct tastbaar en voltooid is. ‘Kijk naar de bedreigingen aan het adres van John de Mol. Het is eigenlijk bij die brieven gebleven. Ga je daarmee naar de politie? En wil je er ook mee naar buiten treden?’
Angst voor imagoverlies
Angst voor imagoverlies is volgens haar één reden dat ondernemers de kaken op elkaar houden. Ze proberen het probleem liever eerst zelf op te lossen. Al dan niet met de hulp van een particulier recherchebureau. Angst voor represailles is een andere reden. Dat zie je bijvoorbeeld bij afpersing in de horeca. ‘Komt een groep potige Hells Angels je café binnen die je bedreigt en aankondigt terug te komen voor een bepaald bedrag. Ga er maar eens mee naar de politie, als je vreest voor het voortbestaan van je café, voor het leven van je vrouw en kinderen.’
Ook is de drempel om bij afpersing de gang naar de politie te maken hoog. Ondernemers hebben vaak het gevoel dat ze toch niet geholpen kunnen worden. Dat zou niet nodig moeten zijn, vindt Van Leiden. ‘Er is genoeg expertise voorhanden om op terug te vallen: het expertisepunt gijzeling, ontvoering en afpersing bij de landelijke eenheid bijvoorbeeld. En de cyberspecialisten die de politie in huis heeft.’
Maar de gemiddelde baliemedewerker denkt er niet gauw aan dat afpersing in het spel kan zijn. De openbare ruimte van de politiebalie leent zich ook niet echt voor dit soort ontboezemingen. Waarom niet een aanpak net als bij zedenaangiften, vraagt ze zich af. Met een aparte kamer met een specialist tegenover je, waar je als ondernemer in alle rust je verhaal kunt doen en waar de juiste vragen worden gesteld. ‘Want zonder goede aangifte is opsporing ondoenlijk.’
Vertrouwenslijn afpersingDe Vertrouwenslijn Afpersing bestaat nu drie jaar en krijgt zo’n 125 telefoontjes per jaar. Dat zijn niet allemaal telefoontjes van verontruste ondernemers. Slechts in dertig gevallen gaat het om afpersing, en de helft daarvan is afkomstig van ondernemers. De overige telefoontjes hebben betrekking op andere delicten zoals acquisitiefraude, of hebben meer te maken met intimidatie. ‘Opmerkingen als ‘ik weet je te vinden’, zonder een concrete bedreiging, vormen te weinig basis voor de politie om actie te ondernemen’, zegt Henk Munting, oud-rechercheur en een van de vertrouwenspersonen aan de andere kant van de lijn.
Het aantal telefoontjes zegt overigens niet zoveel. Schaamte en angst voor represailles spelen een belangrijke rol bij de bereidheid om de Vertrouwenslijn te bellen of aangifte bij de politie te doen. En de lijn zelf, een initiatief van VNO-NCW, MKB-Nederland, Horeca Nederland en het ministerie van Veiligheid en Justitie, is ook lang niet bekend bij iedereen. Misschien verandert dat met ingang van volgend jaar. Dan valt de lijn onder M. (Meld Misdaad Anoniem), dat weer onderdeel is van NL Confidential, een onafhankelijke organisatie op het gebied van vertrouwelijke informatie.
Ondernemers kunnen in eerste instantie hun verhaal kwijt. Als ze daarna aangifte willen doen bij de politie, moeten ze zelf het initiatief nemen. Munting: ‘Desgevraagd kunnen wij ze wel begeleiden daarin, want een ondernemer die wordt afgeperst moet zo snel mogelijk worden geholpen als hij aan de balie komt. Die heeft het al moeilijk genoeg en wil niet van het kastje naar de muur worden gestuurd.
‘Vertrouwenslijn Afpersing: 0800 – 2800 200 (nieuw nummer sinds 4 maart 2015)
Wat te doen bij afpersing? 6 tips1 Niet betalen
Als afpersers merken dat ze succes hebben, blijft het nooit bij die ene keer.
2 Toon weerbaarheid
Mensen die hun zwakte tonen, zijn een gewillig slachtoffer. Laat duidelijk blijken dat de afperser ‘vaak een bekende’ aan het verkeerde adres is.
3 Zoek professionele hulp
Onderhandelen met afpersers is iets anders dan het reguliere zakendoen. Als ondernemer ben je emotioneel bij deze zaak betrokken. Er staat ook meer op het spel. Bovendien duurt afpersing eerder maanden dan weken.
4 Bel de Vertrouwenslijn Afpersing
Daar kunnen ondernemers vertrouwelijk hun verhaal kwijt en worden zij geholpen bij de aanpak van hun probleem. En als de ondernemer daarmee akkoord gaat, wordt contact gelegd met de politie. Op die manier kan vooronderzoek gedaan worden zonder dat de verdachte direct weet wie hem beschuldigt.
5 Doe aangifte
Zonder aangifte kan de politie geen zaak maken. Desgewenst kan in een andere gemeente aangifte worden gedaan, om herkenning te voorkomen. Ondernemers moeten wel beseffen dat aangifte niet anoniem kan, aangezien de verdachte recht heeft om te weten wie hem beschuldigt. Er is een uitzondering: als blijkt dat de verdachte genoeg andere zaken op zijn kerfstok heeft, hoeft de afpersing niet meegenomen te worden in de vervolging.
6 Schakel een particulier bureau in
Een particulier opsporingsbureau kun je inschakelen als je er geen publieke zaak van wilt maken of als de politie te weinig aanknopingspunten heeft. Zo’n bureau gaat achter de afperser aan, kan deze onder druk zetten en biedt zo de nodige bescherming. Mogelijk risico is wel dat door deze aanpak een lopend politieonderzoek wordt doorkruist.
Handig: de wekelijkse Forum-alert
Meld je aan voor de nieuwsbrief en ontvang de gratis updates.