14 AUG, 2019 • Achtergrond
Zó helpen grote bedrijven vluchtelingen
De overheid kan het vluchtelingenvraagstuk niet alleen oplossen. Daar is ook het bedrijfsleven voor nodig. Een aantal Nederlandse multinationals nemen dat nogal letterlijk: zij gaan de vluchtelingenkampen in met hun producten.
Vijftien Nederlandse multinationalszullen 3.500 vluchtelingen een baan aanbieden in Nederland. Dat is het eerste resultaat van hun deelname aan het internationale Tent Partnership for Refugees. Het is mooi dat zij zo in Nederland het vluchtelingenvraagstuk aanpakken, maar daar laten zij het niet bij. Een aantal van die bedrijven gaat ook in de vluchtelingenkampen in het buitenland helpen. Met verlichting, zeep, zonnepanelen en leningen. Zo zorgen zij er op termijn mede voor dat vluchtelingen in de regio kunnen blijven en niet allemaal in Europa hoeven te worden opgevangen.
Kijk hier wat Tent Partnership for Refugees precies doet
Wie: Philips Lighting
Wat: Licht in de duisternis
Signify, het voormalige Philips Lighting, is bij het Tent-initiatief betrokken via de Signify Foundation, zeg maar de goede-doelentak van het bedrijf. Het leveren van verlichting (op basis van zonne-energie) aan vluchtelingenkampen lijkt van direct praktisch nut, maar er zit meer achter, vertelt Signify-directeur Prajna Khanna. ‘In vluchtelingenkampen heb je weinig infrastructuur en basisvoorzieningen. Als het donker wordt, worden vluchtelingen nóg kwetsbaarder dan ze al zijn. Vooral vrouwen en kinderen. Er vindt veel ‘gender based’ geweld plaats, bijvoorbeeld als vrouwen en kinderen brandhout halen. Het helpt dan als je de ‘kritieke’ delen van een kamp kunt verlichten.’
‘als het donker wordt zijn vluchtelingen nóg kwetsbaarder dan ze al zijn’
De stichting is begonnen met een kamp in de Beqaa-vallei tussen Libanon en Syrië, in samenwerking met een organisatie van Syriërs die in het buitenland wonen. Het ging daarbij om 2.000 tenten en 4 scholen. ‘De lampen voor de tenten zijn plug & play. De instructie deden we via Skype. Voor de verlichting van de scholen is het lokale Philips Lighting-team uit Dubai ingevlogen.’ Dat project ging nog tamelijk ad hoc. De aanpak is inmiddels meer gestructureerd. Khanna: ‘We richten een Communicy Light Center in met alle belangrijke apparatuur centraal op één plek. Daar komt dan ook een winkeltje bij voor en door de vluchtelingen. Dat levert meer levendigheid op en geeft de vluchtelingen een gevoel van eigenaarschap van de infrastructuur. Zo voorkomen we diefstal van apparatuur. Want daar moet je toch rekening mee houden in een vluchtelingenkamp.’
Ook de ‘gastgemeenschap’ wordt in het project betrokken, al is het maar om spanningen te voorkomen. Het kan immers verkeerd vallen dat een vluchtelingenkamp volgehangen wordt met lampen, terwijl de gemeenschap die vluchtelingen opvangt in het donker zit.
De Signify Foundation heeft al meer dan 1 miljoen euro in de vluchtelingenkampen gestoken. ‘Maar we kijken niet te veel naar de kosten’, zegt Khanna. ‘Als we het zelf niet kunnen betalen, zoeken we een partner in ons netwerk. Het vluchtelingenvraagstuk is een gedeelde uitdaging. Geen enkele regering kan het probleem alleen aan. Het bedrijfsleven maakt deel uit van de samenleving, en is dus ook medeverantwoordelijk.’
Wie: Philips Foundation
Wat: Zorg op afstand
Het andere Philips, dat van de zorgtechnologie, is ook bij het Tent-initiatief betrokken, en ook via een eigen stichting. ‘We richten ons op mensen die geen toegang tot zorg hebben. We willen niet zomaar geld weggeven, maar innovatief zijn en de expertise van Philips-mensen efficiënt inzetten. Daarbij werken we samen met maatschappelijke organisaties die ervaring hebben in het gebied’, zegt Philips Foundation-directeur Margot Cooijmans.
Zij schetst het beeld van 68 miljoen mensen die hun huis hebben moeten verlaten vanwege een natuurramp of conflict, onder wie 25 miljoen vluchtelingen. ‘De bestaande zorginstellingen zijn vaak aan flarden geschoten en het personeel is gevlucht. Dus je moet werken met pop-up klinieken, telehealth, en kennisoverdracht via mobiele telefoons. Zelfs in rustige gebieden zijn ziekenhuizen vaak overbelast. Mensen wachten vaak lang voordat ze naar de dokter gaan, en moeten dan 20 kilometer lopen. Dat leidt tot ziektes die voorkomen hadden kunnen worden als mensen eerder waren gekomen.’
‘zorginstellingen aan flarden geschoten, personeel gevlucht. het zijn gevaarlijke gebieden om te werken’
In samenwerking met de Hospitaner-organisatie levert de Philips Foundation medische apparatuur en een mobiel ziekenhuis met met 50 bedden, Eerste Hulp en een moeder- en kindafdeling voor een kamp met 70.000 Syrische vluchtelingen. Philips volgt de ontwikkelingen vervolgens op afstand. ‘Het zijn gevaarlijke gebieden. De medici die in de vluchtelingenkampen werken, hebben ervaring met moderne apparatuur en zijn goed getraind.’
Wie: ING
Wat: Vluchteling wordt ondernemer
ING doet in geld en dat is dan ook hun bijdrage aan het Tent-initiatief. In samenwerking met enkele organisaties en twee Europese fondsen verstrekt de bank leningen aan Syrische vluchtelingen die in Turkije een bedrijf willen beginnen. ‘Het project is een spin-off van onze micro-financieringsprojecten in ontwikkelingslanden’, zegt Roy Budjhawan, hoofd van ING Impact Finance. ‘Met 300 vestigingen zijn wij een van de grootste banken in Turkije. De achterliggende gedachte van dit project is dat we iets terug willen doen voor de gemeenschap waarvan wij als bank deel uitmaken, en mensen vooruit willen helpen. De Turkse overheid streeft ernaar dat vluchtelingen minder afhankelijk worden van een uitkering, dus dat sluit mooi op elkaar aan.’
Turkije – 80 miljoen inwoners – herbergt ongeveer 4 miljoen vluchtelingen, van wie er zo’n 250.000 in kampen verblijven. Dus dat is nogal een opgave. In totaal wil ING 10 miljoen euro aan leningen verstrekken. Als het goed gaat, worden die terugbetaald, met rente, waardoor het project zichzelf op termijn zou kunnen bedruipen. Het is de bedoeling om in het eerste pilotjaar 2.200 nieuwe banen te creëren door te helpen bij het lanceren van 24 bedrijven, 800 leningen uit te geven aan startende ondernemers, en 800 extra startups te ondersteunen met training en coaching. Uiteindelijk is het de bedoeling om 11.000 banen te creëren in vijf jaar tijd. Deelnemers aan het project volgens eerst een training en worden daarna verder begeleid. Budjhawan benadrukt dat het geven van leningen niet eenvoudig is: ‘Vluchtelingen hebben vaak geen historie, ook geen financiële. En er is altijd een kans dat ze teruggaan naar Syrië of verder trekken. Daar proberen we bij de selectie ook rekening mee te houden.’
Het is hem opgevallen dat Syriërs niet gewend zijn aan banken. ‘Ze lopen niet zomaar een bank binnen. Dat gaat allemaal via intermediairs als de ondernemersvereniging. ‘Als ik daar ben, trek ik zeker geen pak aan. Ik probeer één te zijn met de vluchtelingen.’
‘als ik daar ben, trek ik geen pak aan. ik probeer een te zijn met de vluchtelingen’
Er loopt nu een eerste training van 60 vluchtelingen. Naar verwachting wordt in september de eerste lening verstrekt. ‘De deelnemers zijn zeer gemotiveerd om hun talent in te zetten om zichzelf te kunnen redden’, aldus Budjhawan. ING richt zich met het project ook op de Turkse gastgemeenschap, want dat is immers de samenleving waarvan de bank deel uitmaakt. Het ministerie van Buitenlandse Zaken zou ook graag zien dat ING het project uitbreidt naar Libanon, Jordanië en Irak, maar daar is de bank niet vertegenwoordigd. ‘We zitten het liefst in gebieden waar ook Retail is, want daar hebben we de ervaring en het netwerk, en kunnen we de financiële risico’s goed inschatten.’
Wie: Shell
Wat: Energie voor iedereen
De bijdrage van Shell staat nog in de kinderschoenen. Maar de ambities zijn groot. ‘We willen dat er in 2030 en betrouwbare stroomvoorziening is voor 100 miljoen mensen die nu nog geen moderne aansluiting hebben’, zegt projectleider Linda Boll van Shell. ‘En aangezien vluchtelingen een van de grootste maatschappelijke vraagstukken vormen, kijken we ook naar hún toegang tot energie. En die van gastgemeenschappen. Energie speelt een belangrijke rol in de economische en sociale ontwikkeling van gebieden.’
Het project zit volgens Boll nog in de ‘leerfase’, waarin Shell zich verdiept in de ervaringen van ngo’s. Het is de bedoeling om samen te werken met institutionele en private partijen, en aan te sluiten bij bestaande initiatieven. ‘Energievoorziening in gebieden waar grote groepen mensen zich verplaatsen is complex. Daarom kunnen we ook nog niet zeggen hoeveel geld en menskracht we in het project gaan steken.’
Wie: Unilever
Wat: Schone handen
Unilever richt zich in samenwerking met de UNHCR, de vluchtelingenorganisatie van de Verenigde Naties, op betere toegang tot schoon water en sanitaire voorzieningen voor Syrische vluchtelingen in Libanon. Onderdeel daarvan is een voorlichtingscampagne voor 10.000 moeders en hun kinderen, en de distributie van Lifebuoy, de antibacteriële zeep van Unilever. Met het Lifebuoy Handwashing Programme, dat van start ging in 2010, wil Unilever 1 miljard mensen in Azië, Afrika en Latijns-Amerika helpen om het hygiënisch gedrag te verbeteren. Dit zou kunnen voorkomen dat jaarlijks 600.000 kinderen sterven aan infecties van de luchtwegen en diarree – de twee belangrijkste oorzaken van kindersterfte in de wereld.
Speciaal voor extreem moeilijke omstandigheden werd het Mum’s Magic Hands Programme ontwikkeld. Daarvoor sprak Lifebuoy met vrouwen die door verschillende noodsituaties werden getroffen om te begrijpen voor welke uitdagingen zij staan. Het werd voor het eerst uitgeprobeerd in Nepal na de aardbeving van 2015.
Los van het helpen van mensen in nood kijkt Unilever ook naar de verstoring van het goederen- en dienstenverkeer als gevolg van overstromingen, aardbevingen en conflicten. Niet alleen mensen moeten beter worden voorbereid op zulke crises, maar ook bedrijven.
Op de hoogte blijven van onze leukste verhalen? Schrijf je dan gratis in voor onze nieuwsbrief.
Handig: de wekelijkse Forum-alert
Meld je aan voor de nieuwsbrief en ontvang de gratis updates.