2 FEB, 2017 • Reportage
Zo kan het ook: de wederopstanding van 'drugsstad' Heerlen
Na het sluiten van de mijnen veranderde Heerlen in een drugsparadijs. En vond je in de winkelstraat vooral junks en criminelen. Tot ondernemers bij de gemeente aan de bel trokken. En de politie de straten schoonveegde. Dit is wat er toen gebeurde.
Het is alweer 38 jaar geleden, maar Jeroen Arons kan het zich nog goed herinneren. Hoe hij zich een weg door daklozen en junks moet zien te banen als hij met zijn zusje naar het station gaat om de trein naar school te halen. ‘Het was de kunst om over ze heen te stappen, anders kwam je het station niet uit’, vertelt Arons in het kantoor boven zijn winkel. Arons is inmiddels ondernemer en eigenaar van Arons Muziek in de Heerlense binnenstad. ‘Dat kun je je nu toch amper voorstellen? Ik zou mijn kinderen daar niet aan willen blootstellen.’ Hij schudt zijn hoofd. ‘Heerlen heeft nu ook problemen, maar niet vergelijkbaar met toen.’
Het mag dan een druilerige woensdagochtend zijn, in het Heerlen van nu is genoeg kleur te vinden. Wie de Zuid-Limburgse mijnstad bezoekt, wordt verrast door minstens 25 muurschilderingen, sommige huizengroot. Een aantal daarvan refereert heel duidelijk aan het roemruchte verleden van de voormalige mijnstad. Zo staat er in het centrum op een flat een kooi met een vogel met daarboven een kleurrijk gasmasker. Koolpiet, heet het kunstwerk, een directe verwijzing naar de mijnen. Even verderop vult een schildering van twee ineengeslagen handen een hele muur. Ook daarop een mijnwerker en een kanariepiet. Aan de spoorsingel, naast een autoverhuurbedrijf, hangt een bontgekleurde camera. De vroegere junkiestad Heerlen is nu de street art hoofdstad van Nederland. Nog steeds heeft de stad iets industrieels, maar is inmiddels wonderbaarlijk uit haar as herrezen. En dat vinden niet alleen Heerlenaren als Arons, het werd ook erkend door de World Travel & Tourism Council. De regio Parkstad, waarvan Heerlen onderdeel is, won de Tourism for Tomorrow prijs.
Maar dat was dus niet altijd zo. Of zoals kunstenaar Michel Huisman het graag zegt: tussen 1980 en 2000 verandert een authentieke, moderne en grootsteedse provinciestad in een ‘lint van littekens’. Vijftienhonderd drugsgebruikers, tweehonderd dakloze junks en tachtig heroïneprostituees sieren Heerlen. Volgens toenmalig burgemeester Alexander Sakkers is Heerlen op dat moment de onveiligste stad van Nederland. Van het bloeiende Heerlen (‘Zelfs Maastrichtenaren werden verleid om in Heerlen te winkelen’, zegt Huisman), rijk geworden door de mijnbouw, is dan nog maar heel weinig over. Deels valt dat te verklaren uit de sluiting van de mijnen: één op de drie Heerlenaren verliest er zijn baan door. En zo verandert de stad dan langzaam in een drugsparadijs met heel veel criminaliteit. Hoe de winkelstraat er dan uitziet? Junks vallen winkelende mensen lastig en dealers klampen potentiele klanten aan op straat.
Rauwe tijd
‘Toch openden mijn ouders hier hun winkel’, zegt Arons terwijl hij uit raam gebaart over het plein naast zijn zaak. ‘Als derde generatie ondernemers in de familie.’ Een rauwe tijd, zegt hij met een glimlach. ‘Mijn vader maakte minstens een keer per week inbraken mee. Soms zelfs gewapende overvallen.’ Zijn moeder mag onder geen enkele voorwaarde alleen in de winkel staan. ‘Het dieptepunt was de Ford Transit bus die achterstevoren de winkelruit kapot reed.’ Of zijn ouders weleens overwogen hebben om weg te gaan uit Heerlen? Nee, dat niet, zegt de ondernemer resoluut. ‘We waren niet zo bang aangelegd. Weggaan, dat deed je niet. Dit was hun zaak. Hun broodwinning. En zo dachten meer ondernemers erover.’
‘zo veranderde een authentieke, moderne en grootsteedse provinciestad in een lint van littekens’
Hij wijst uit zijn raam naar de Smulbar op het plein – ‘de beste worsten van Heerlen’. Als eigenaar Wim Frijns eind jaren negentig ’s ochtends zijn zaak opent, liggen er veel daklozen onder de luifel. Frijns, oud-discotheekuitbater én omroeper bij voetbalclub Roda JC, schudt zijn hoofd als hij vertelt: ‘Ik werkte in die tijd ook als fotograaf voor de krant. Tientallen invallen in drugspanden maakte ik destijds mee.’ Het is geen werken zo voor ondernemers in de Heerlense binnenstad. Eerst proberen ze het zelf nog op te lossen en kijken ze of het met de zachte hand kan. Ze experimenteren zelfs met een werkproject voor jonge junks. Maar de overlast blijft.
Het kantelpunt komt pas als in 2001 onder de naam operatie Hartslag keihard wordt opgetreden. ‘Het begon met camera’s’, zegt Arons. ‘De hele stad werd volgehangen.’ Gemeente, hulpverleners, ondernemers en politie slaan de handen ineen. Niet alleen treedt de politie keihard op tegen drugsgebruikers, er komt ook genoeg opvang om de junks daadwerkelijk van de straat te houden. De stad wordt echt schoongeveegd. Langzamerhand kunnen ondernemers weer adem halen. De winkeldeuren gaan open, waren worden weer buiten uitgestald. Arons: ‘Open deuren betekent 60 procent meer omzet.’ De goede relatie met de politie merk je nu ook nog, zegt de ondernemer terwijl hij zijn telefoon laat zien. ‘Kijk, we hebben met de ondernemers uit de stad een appgroep. De wijkagent zit daar ook in en is super alert. Als er rottigheid is, delen we dat met elkaar.’
Flaneren in de binnenstad
En toch denken sommige Heerlense ondernemers nog wel eens met weemoed terug aan vroeger. Aan de tijd vóór de stad dé drugstad van Limburg werd. Frijns: ‘Ik weet nog hoe ik als jongen in de jaren zestig mijn ogen uitkeek op de Heerlense markt. Mensen gingen flaneren in de stad. Nu hebben we niet eens een kerstmarkt meer en stroomt de stad vol met outletwinkels. Ja, er is geen drugscriminaliteit meer, maar wat is er overgebleven?’ Dan speelt opeens toch de discussie die in zoveel gemeenten wordt gevoerd: hoe hou je de binnenstad aantrekkelijk en leefbaar? Er mag dan ontzettend veel zijn gebeurd, de binnenstad mag best meer gaan bruisen. Dat vindt ook Arons (‘mister positivo’, zegt Frijns). Heerlen zou soms wel wat meer daadkracht en lef kunnen tonen. Gewoon doorpakken en ondernemers niet maandenlang laten wachten op een vergunning. Want de ideeën zijn er wel, maar niet alles mag. ‘In 2015 is het glazen huis naar Heerlen gehaald. Toen zag ik hoe het hier ook kan’, zegt Arons. ‘De stad liep vol, ondernemers lieten massaal hun sluitingstijden los. En ik sliep met mijn gezin een week lang boven de winkel. Enkel glas, hè. Dus je kunt je wel voorstellen hoe dat was.’
Reuring en studenten
‘De grootste fout die de gemeente heeft gemaakt is de verhuizing van het Arcus College’, zegt Frijns. De grootste mbo-school van de provincie zit nu aan de rand van de stad, net als Hogeschool Zuyd. ‘Studenten komen niet meer door de binnenstad, eten hier geen broodje meer. We missen zo een hele hoop reuring én de studenten krijgen op deze manier geen binding met de stad. Dan kun je ook niet verwachten dat ze hier een baan vinden en in Heerlen willen wonen.’ We staan met open armen op ze te wachten, maar ze komen niet, zegt Frijns met een zuchtje in zijn stem. Huisman: ‘Als de stad er nu nog in slaagt een universiteit of bijzondere hogere opleidingen binnen te halen, binden we ook nieuwe intelligentie en jonge generaties aan Heerlen.’ Want dat verdient de stad, vindt hij. ‘Heerlen heeft iets. Het lijkt een beetje op Rotterdam, qua mentaliteit.’
En elders in de Heerlense binnenstad blijkt alweer hoe groot de veerkracht van de gemeente is. Bij het ooit zo verloederde station wordt flink gebouwd. Eind dit jaar moet daar het Maankwartier verrijzen en is het stationsgebied totaal gerenoveerd met woningen en horeca erbij. Vernoemd naar wat tijdenlang het enige lichtpuntje was in het duistere gebied, vertelt ontwerper Huisman. Met het Maankwartier wil Heerlen definitief afscheid nemen van het verleden. ‘Een grote reflector laat net als de maan nieuw licht schijnen op de toekomst. Niet een onvermijdelijke, maar een maakbare toekomst’, filosofeert hij. En misschien blijkt Heerlen zo wel weer in staat zichzelf voor een tweede keer opnieuw uit te vinden.
4 slimme tips voor een bruisende binnenstad
Tip 1 – Wees niet bang voor samenwerking Gemeenten hebben nu nog vaak de neiging om allemaal hetzelfde te willen doen: ze willen allemaal hét uitgaanscentrum van de regio worden. Of een enorm outlet-centrum aan de rand van de stad, terwijl in een andere gemeente vlakbij de binnenstad dreigt leeg te lopen. Maar als alle steden en dorpen hetzelfde willen, wat onderscheidt ze dan nog van elkaar? Het zou helpen als gemeentebesturen eerst eens heel eerlijk bepalen wat hun stad ‘anders’ maakt. En dat ze vervolgens gaan samenwerken met andere gemeentebesturen om af te stemmen wat ieders onderscheidende factor is. En als dat niet lukt, kan de provincie ingrijpen. Wat in elk geval ook helpt is als het Rijk gemeenten een handje helpt, bijvoorbeeld door financiële ruimte beschikbaar te stellen.
Tip 2 – Zorg voor flexibiliteitKan niet, mag niet, wil niet… Het is niet handig als goede ideeën stranden in de bureaucratie. Sommige winkelstraten zouden juist heel goed woongebieden kunnen worden. En andere winkels beter horeca, of juist een combinatie van horeca en winkelen. Bestemmingsplannen gooien vaak nog roet in het eten. Transformeren moet veel makkelijker worden. Daarvoor moeten regels worden aangepast, maar extra financiering is ook niet weg, om bijvoorbeeld vastgoedeigenaren uit te kopen. Als gemeenten sneller bepalen wat er anders moet, dan zou het fijn zijn als het Rijk zorgt voor het geld.
Tip 3 – Spreid toeristen – en doe het goedIn Amsterdam struikelen de toeristen inmiddels over elkaar. De stad is vol en druk. Zo jammer, want Groningen, Arnhem en de Veluwe hebben ook veel te bieden voor buitenlanders die Nederland willen ontdekken. De afstand van Amsterdam naar Zwolle is in New York het verschil tussen twee wijken. Om dat goed over de bühne te krijgen, zijn ondernemers al goed bezig met Holland City, dat Nederland als één grote stad ziet. Maar er is meer nodig. Het openbaar vervoer moet veel makkelijker worden voor toeristen. Tot voor kort kon er bijvoorbeeld niet eens een treinkaartje met creditcard worden gekocht. En steden en dorpen moeten nog beter bereikbaar worden. Want meer toeristen naar Nederland zorgt voor een boost van onze economie.
Tip 4 – Investeer in smart cities, maar doe het niet alleenElke Nederlandse stad kampt met dezelfde problemen. Criminaliteit, luchtvervuiling, verstopte wegen en ga zo maar door. Veel bedrijven zijn bezig met slimme oplossingen. Maar toch denkt elke stad dit alleen te kunnen oplossen. Niet handig en ook niet efficiënt. Toegegeven, elke stad weet zelf het beste welke problemen de meeste aandacht nodig hebben. Maar het Rijk kan hierin het voortouw nemen en bijvoorbeeld kijken in welke technologieën nu geïnvesteerd moet worden. Die schaalvergroting zorgt ervoor dat problemen makkelijker aangepakt kunnen worden. En bedrijven kunnen zo veel makkelijker laten zien wat zij kunnen toevoegen, in plaats van om de tafel te moeten met elk afzonderlijk gemeentebestuur.
Handig: de wekelijkse Forum-alert
Meld je aan voor de nieuwsbrief en ontvang de gratis updates.