15 FEB, 2023 • Nieuws
'Stagepact mbo onderstreept belang van leren in de praktijk'
Samen met onder andere minister Dijkgraaf van OCW en de MBO Raad hebben VNO-NCW en MKB-Nederland in Den Haag hun handtekeningen gezet onder de Werkagenda MBO en het bijbehorende Stagepact 2023-2027. In het Stagepact hebben de partijen onder meer afspraken gemaakt over het verbeteren van de stagebegeleiding, het uitbannen van stagediscriminatie en het bieden van passende vergoedingen voor stagiairs en BBL’ers. Voor leerbedrijven is cruciaal dat de subsidieregeling praktijkleren blijft bestaan, waarbij de werkgever kan rekenen op een vast bedrag per student/werknemer per jaar.
‘Hiermee onderstrepen we met elkaar nog eens het belang van het mbo voor het bedrijfsleven. Mbo-afgestudeerden zijn hard nodig in alle sectoren. En leren in de praktijk is een onmisbaar onderdeel van alle mbo-opleidingen. Met het ministerie en het mbo staan we gezamenlijk aan de lat om ervoor te zorgen dat jongeren op een positieve manier kennismaken met de arbeidsmarkt. Met een passende stage of leerbaan en goede begeleiding en randvoorwaarden’, aldus voorzitter Jacco Vonhof van MKB-Nederland.
Stagematching
In het Stagepact is onder meer afgesproken dat de verschillende partijen zich nog sterker gaan inzetten om mogelijke stagediscriminatie tegen te gaan. Zo wordt stagiairs vooraf verteld hoe ze discriminatie kunnen herkennen, waar en hoe ze dat kunnen melden en wat er vervolgens met hun melding gebeurt. Ook wordt gestart met stagematching: het objectief (zonder cv of motivatiegesprek) matchen en plaatsen van studenten (eerstejaars beroepsondersteunende leerweg) bij een leerbedrijf, waardoor de kansen voor iedereen gelijk zijn. Vonhof: ‘Bedrijven die geen behoefte hebben aan een zogeheten ‘klikgesprek’, kunnen zich vrijwillig voor deelname aanmelden. De ambitie is om die groep steeds verder uit te breiden.’
Drie contactmomenten
Om van stagematching een succes te maken, is het van groot belang dat scholen de leerbedrijven goed kennen. Dat is nu vaak niet het geval, aldus de ondernemersorganisaties. Ze zijn daarom blij dat ook is afgesproken dat er per stage voortaan drie contactmomenten tussen school, student en leerbedrijf moeten zijn, waarvan tenminste één fysiek bij het leerbedrijf. ‘Dat persoonlijke contact met de stagebegeleider van school is goed voor de student, maar ook voor werkgevers. Die hebben daarmee meteen ook een vast aanspreekpunt op school en de school leert haar leerbedrijven zo beter kennen.’
Afgesproken is ook dat elke student een passende vergoeding voor de stage krijgt, die minimaal alle onkosten dekt. Verder worden sociale partners gestimuleerd om – voor zover dat nog niet gebeurt – afspraken over stagevergoedingen te maken in de cao.
Subsidieregeling op peil
Werkgevers en SBB (Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven) spannen zich samen in om te (blijven) zorgen voor voldoende goede stageplaatsen en leerwerkbanen. Van belang voor werkgevers is dat daar wel enige vorm van vergoeding tegenover staat, waar het de beroepsbegeleidende leerweg (BBL) betreft. Vonhof: ‘In de BBL gaan jongeren één dag naar school en worden zij vier dagen per week in erkende leerbedrijven opgeleid. Bedrijven kunnen nu een beroep doen op de subsidieregeling praktijkleren maar wát een bedrijf krijgt, is nu afhankelijk van het totaal aantal BBL-studenten. Dus hoe meer leerwerkbanen, des te minder bedrijven aan subsidie krijgen. Het is daarom goed dat in het Stagepact ook staat dat we gezamenlijk streven naar een meerjarige, stabiele subsidiehoogte, die werkgevers meer zekerheid biedt.’
Werkagenda MBO
Het Stagepact maakt onderdeel uit van de Werkagenda MBO. Die agenda voor de komende jaren richt zich op het bevorderen van kansengelijkheid, het verbeteren van de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt en het verbeteren van kwaliteit, onderzoek en innovatie.