20 JUN, 2022 • Weekbulletin
De buitenlandse post: Indonesië
Ambassades zijn de steun en toeverlaat van Nederlandse ondernemers in het buitenland. In deze serie portretteren we er enkele. Dit keer is het woord aan Hans de Brabander en Ardi Stoios-Braken, vertrekkend én nieuw hoofd van de economische afdeling van de Nederlandse ambassade in Indonesië.
Vertel eens over jullie ambassade.
Stoios-Braken, die op 1 juli het stokje overneemt van haar collega: ‘De Nederlandse ambassade in Jakarta heeft een politieke, economische, consulaire en culturele afdeling. In totaal hebben we 68 fte aan uitgezonden en lokaal personeel.’
De Brabander: ‘Het belang van de economische samenwerking tussen Nederland en Indonesië is de laatste jaren toegenomen. De twee landen hebben de slag gemaakt van hulp naar handel. In 2020 kwam er definitief een einde aan de ontwikkelingssamenwerkingsrelatie. Nu gaat het om handels- en investeringsbevordering en economische diplomatie. Samen met de Indonesische overheid bekijken we bijvoorbeeld hoe we het investeringsklimaat hier zo aantrekkelijk mogelijk kunnen maken. Ook andere handelspolitieke onderwerpen komen regelmatig ter sprake.’
Hoe gaat het met de Indonesische economie?
De Brabander: ‘Die is sterk en veerkrachtig, met een grote consumentenmarkt. Vóór de coronacrisis bedroeg de economische groei 5,4 procent per jaar. Tijdens de pandemie zakte dit uiteraard wat in, onder meer omdat het land een deel van het staatsbudget moest ombuigen voor sociale steun. Nu Indonesië uit de lockdown is, krabbelt de economie weer voorzichtig op.
Het doel is om meer industrie en investeringen aan te trekken en minder te importeren. Indonesië wil zelf waarde toevoegen aan grondstoffen – en niet alleen maar uitvoeren. Zo is er nu een exportverbod voor nikkel, omdat het land daar zélf batterijen van wil maken. Uitdagingen zijn er ook: de economie moet de transitie maken naar groen en circulair. Het gaat tijd en geld kosten om de vervuilende industrie en fossiele brandstoffen te vervangen. Er worden nu bijvoorbeeld nog steeds kolencentrales gebouwd.’
Stoios-Braken: ‘Indonesië is dit jaar voorzitter van de G20. In november vindt de G20-top van wereldleiders plaats in Bali. Voorafgaand daaraan organiseert KADIN, de Indonesische Kamer van Koophandel, op 13 en 14 november de bedrijvenbijeenkomst B20. Het is nadrukkelijk de bedoeling om daar ook kleinere bedrijven bij te betrekken. Dat heeft KADIN eind mei laten weten tijdens een bezoek aan VNO-NCW en MKB-Nederland.’
Aan welke Nederlandse bedrijven heeft Indonesië behoefte?
Stoios-Braken: ‘Zakelijke kansen liggen er vooral in de sectoren lifescience & health, duurzaam transport en maritieme samenwerking, landbouw, renewable energie, waterbeheer, klimaat en circulaire economie (met name afvalbeheer). In mei organiseerde de ambassade een landbouw- en energiemissie naar Medan en in juni was er een inkomende handelsmissie voor de gezondheidssector. Aan die laatste namen twaalf Nederlandse bedrijven en twee kennisinstituten deel.’
De Brabander: ‘In 2018 hebben Indonesië en Nederland afgesproken om samen te werken op het gebied van de gezondheidszorg. Het land staat voor de opgave om kwalitatief goede zorg te leveren aan 277 miljoen inwoners, die verspreid wonen over 17.500 eilanden. En net als in Nederland moet de zorg ook in de toekomst betaalbaar blijven. Digitale zorg was dan ook een van de focuspunten bij de handelsmissie.’
Wat kunnen jullie betekenen voor ondernemers die de sprong willen wagen?
Stoios-Braken: ‘Onze oproep is: kom vooral naar ons toe. Of neem contact op met de Netherlands Business Support Office in Surabaya. Ondernemers ervaren deze drempel nogal eens als hoog, maar dat is nergens voor nodig. Ze kunnen bij ons terecht voor informatie over de brede economische context, hun specifieke sector en de (praktische) do’s en dont’s van het zakendoen in Indonesië. Andersom vinden we het prettig als Nederlandse ondernemers ons vertellen waar zij hier tegenaanlopen.’
De Brabander: ‘Wij hebben goede contacten bij de Indonesische overheid, dus indien nodig kunnen we zaken aankaarten. Daarnaast kunnen we bedrijven helpen aan lokale partners. Van alle handelsmissies is matchmaking een onderdeel. Daarvoor maken we gebruik van het wijdvertakte netwerk van KADIN.’
Wat is jullie advies voor deze ondernemers?
Stoios-Braken: ‘Neem de tijd om een persoonlijk netwerk op te bouwen. Verwacht niet morgen of volgende maand al succes: zakendoen in Indonesië is een kwestie van de lange adem. Toon belangstelling en waardering voor de cultuur, trek bijvoorbeeld een mooi gebatikt hemd aan in plaats van een pak en ga heerlijk Indonesisch eten met je contacten.’
De Brabander: ‘Maak gebruik van de kennis van bedrijven die hier al lang actief zijn. Dat kan onder meer via het Dutch Business Network Indonesia (DBN), waarbij bedrijven zijn aangesloten die een link hebben met Nederland. Tot slot: romantiseer de bijzondere relatie van Nederland en Indonesië niet. Indonesiërs kijken vooruit en kiezen hun producten en diensten op basis van de prijs-kwaliteitverhouding – niet op grond van het gedeelde verleden.’